Tarieven en vrijstellingen in de overdrachtsbelasting
Het tarief voor de overdrachtsbelasting bedraagt 10,4%. Dat is de hoofdregel. Een uitzondering geldt voor woningen die als hoofdverblijf worden gebruikt door de verkrijger. Dan geldt het verlaagde tarief van 2%. Voor starters geldt dat de startersvrijstelling het verlaagde tarief effectief nihil kan doen bedragen. Bijzondere tariefregels gelden voor verkrijgingen door wooncoƶperaties. Het verlaagde tarief is niet van toepassing op aandelen in een onroerendezaakrechtspersoon.
Naast het tarief kent de wet een behoorlijke lijst met vrijstellingen. Wij volstaan hierna met een opsomming van de type vrijstellingsposten:
- Samenloop met de btw;
- Bedrijfsopvolging;
- Overheidslichamen;
- Inbreng in een vof;
- Inbreng in een bv;
- De verdeling van een maatschap / vof;
- Terugkeer uit de bv;
- Verdeling gemeenschap van samenwoners;
- Fusie, splitsing en dergelijke;
- Aangebrachte zaken;
- Bodembestanddelen die worden geacht niet te zijn verkregen;
- Onderwijs;
- Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL);
- Woningcorporaties;
- Stedelijke herstructurering;
- Startersvrijstelling;
- Cultuurgronden;
- Herstel van natuurgronden;
- Staatsbosbeheer;
- Wilsrechten;
- Netbeheerders.
De vrijstellingen zijn niet direct van toepassing, er dient altijd getoetst te worden aan de bepaling die ziet op het vervallen van de vrijstelling. Deze bepaling wordt ook wel de strafheffing genoemd.