Bedrijfsopvolging binnen optiekbranche
Vermogen dat is opgeslagen in uw onderneming kan op een fiscaal vriendelijke wijze tijdens leven worden geschonken. De regeling kan ook na uw overlijden worden toegepast. De bedrijfsopvolgingsregeling bestaat nu enkele jaren en de regeling is erg gunstig. Het lijkt daarom goed voor te stellen dat de bedrijfsopvolgingsregeling wordt uitgekleed.
Bedrijfsopvolging in 2023 gunstiger
Opvolgers die een onderneming erven of geschonken krijgen zijn minder belasting kwijt over deze verkrijging. De vrijstelling is in 2023 verhoogd van € 1.134.403 (2022) tot € 1.205.871 (2023). Tot zo'n € 1,2 miljoen is de erfenis of schenking dus belastingvrij, boven de grens is 83% van de waarde vrijgesteld voor belastingheffing. De opvolger moet de onderneming wel 5 jaar voortzetten en moet het om een echt bedrijf (materiële onderneming) gaan. De BOR wordt in 2023 of 2024 aangepast (minder gunstig).
Essentie bedrijfsopvolgingsregeling
Veel ondernemers vergeten dat, als u uw bedrijf verkoopt en daarna het geld wilt overdragen aan de volgende generatie, u hiermee 40% tot 50% aan belasting moet betalen. Binnen de optiekbranche is dit niet anders en soms zelf erger. U kunt veel beter de onderneming voor de verkoop overdragen aan uw kinderen en dan verkopen. Tot € 1.000.000 is 100% vrijgesteld en daarboven is 83% vrijgesteld.
Bedrijfsopvolging en eenmanszaak, VOF of maatschap
Als u via de bedrijfsopvolgingsregeling uw ondernemingsvermogen zou schenken, wordt de inkomstenbelastingclaim doorgeschoven aan uw kinderen of de opvolger. De opvolger moet sinds 3 jaar resp. 36 maanden bij de onderneming werkzaam zijn. Dit kan als medeondernemer of als werknemer. De vrijstelling bedraagt 100% tot € 1.000.000 en 83% van het meerdere. Zorg er dus voor dat de opvolger bij u in dienstbetrekking is of zelfs medeondernemer wordt.
Bedrijfsopvolging en B.V.
Het schenken van aandelen in een B.V. kwalificeert ook voor de bedrijfsopvolgingsregeling. Er moet dan wel sprake zijn van een echte onderneming, een materiële onderneming zoals de wet dit zegt. De schenker moet daarnaast minimaal 5% van de aandelen in deze B.V. bezitten. De vrijstelling bedraagt 100% tot € 1.000.000 en 83% van het meerdere. Als de verkrijger binnen 5 jaar de aandelen zou verkopen, wordt er alsnog geheven.
De inkomstenbelastingclaim wordt ook doorgeschoven, ook hiervoor moet de opvolger sinds 3 jaar resp. 36 maanden bij de B.V. werkzaam zijn.
Bedrijfsopvolging en materiële onderneming
Als er een B.V. is met enkele onroerende zaken of niet duidelijk een materiële onderneming wordt gedreven, moet u erfbelasting en box 2 heffing betalen als u komt te overlijden, dit kan zomaar 50% van het vermogen van de B.V. kosten (aan erfbelasting en inkomstenbelasting). Dit artikel geeft hierover een korte toelichting.
De bedrijfsopvolgingsregeling is een geweldige manier om de erfbelasting en box 2 heffing te voorkomen, deze regeling is door de overheid echter enkel opgesteld voor "echte bedrijven". Er komen steeds meer uitspraken waaruit volgt dat een beleggingsmaatschappij / B.V. met onroerend goed niet snel een materiële onderneming is. Als u zo'n B.V. heeft, laat u dan adviseren, de meest voor de hand liggende opties zijn:
- Materiële onderneming binnen de B.V. kopen (voorkeur: deze onderneming in het bedrijfspand vestigen).
- Activiteiten ontwikkelen in de B.V. (dus meer activiteiten voor de beleggingen zelf doen, bijvoorbeeld aannemersbedrijf kopen, etc.).
- Emigratie naar land zonder erfbelasting.
Hier kunt u nog een uitgebreid artikel lezen over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit.
Er ontstaat de laatste tijd veel jurisprudentie over de materiële onderneming en de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Het is verstandig om in overleg met een fiscaal jurist te bekijken welke uitspraak het meeste lijkt op uw situatie. Een voorbeeld is de uitspraak van de Rechtbank Arnhem d.d. 18 december 2012 (gepubliceerd 8 maart 2013). In deze uitspraak bestaan de activiteiten in de B.V. voornamelijk uit verhuur van bedrijfspanden en woningen. De huuropbrengst bedraagt € 300.000 per jaar. De heer X doet een beroep op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (artikel 35b en artikel 35c van de Successiewet 1956). De inspecteur weigert de bedrijfsopvolgingsfaciliteit en de heer X stapt naar de rechter. De rechter stelt dat de arbeid binnen de B.V. beperkt is en het normale vermogensbeheer niet te boven gaat. Het verrichten van onderhoud en voeren van onderhandelingen met huurders is behoort tot de gebruikelijke werkzaamheden. Conclusie Rechtbank: geen bedrijfsopvolgingsfaciliteit.