Omzetbelasting bij verhuur van onroerend goed

Bij de verhuur van onroerend goed is omzetbelasting een belangrijk aspect. Dat geldt zowel voor de verhuurder als de huurder van het onroerend goed. Daarbij wordt doorgaans geen onderscheid gemaakt tussen de verhuur door een particulier of een onderneming.

Omzetbelasting bij verhuur van woningen

In beginsel is de verhuur van onroerend goed vrijgesteld van omzetbelasting. Zo is de verhuur van woningen in beginsel vrijgesteld van omzetbelasting. Dit kan echter anders worden als het gaat om het tijdelijk verhuren (bijvoorbeeld via Airbnb).

Omzetbelasting bij verhuur voor een kortlopende periode (zoals Airbnb)

De verhuur voor een kortlopende periode kan onder het verlaagde tarief van 9% vallen. Dit is al snel zo indien het om de verhuur van een gemeubileerd appartement of een zomerhuisje gaat. Daarbij maakt het niet uit of de verhuur door een particulier of onderneming plaatsvindt. De reden hiervoor is dat er in concurrentie wordt getreden met een hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf.

Van een kortlopende periode is in ieder geval sprake indien de gasten minder dan zes maanden in de accommodatie verblijven.

Dat de verhuur belast is met omzetbelasting hoeft niet altijd nadelig uit te pakken. Zo kan de omzetbelasting die ziet op de kosten die betrekking hebben op de verhuuractiviteiten (bijvoorbeeld vanwege de bouw of het onderhoud) als voorbelasting worden teruggevraagd. Mocht de verhuuropbrengst jaarlijks minder dan € 15.000 exclusief BTW bedragen, dan is mogelijkerwijs de kleine-ondernemersregeling nog van toepassing.

Omzetbelasting parkeerruimte voor voertuigen

Een ander veelvoorkomend geval is het verhuren van parkeerruimte. De verhuur van parkeerruimte valt in beginsel niet onder de vrijstelling voor de omzetbelasting. Dit wordt anders indien de verhuur van parkeerruimte opgaat in de hoofdprestatie. Wordt bijvoorbeeld een appartement voor een langere periode aan een particulier verhuurd met inbegrip van een parkeerplaats gelegen in de kelder van het appartementencomplex, dan gaat de verhuur van de parkeerplaats op in de hoofdprestatie, in dit geval de van omzetbelasting vrijgestelde verhuur van onroerend goed.

De verhuur van garageboxen is in beginsel ook belast met omzetbelasting. Hiertoe heeft de Hoge Raad zich op 10 februari 2017 uitgelaten. Klik hier voor een uitgebreider artikel over de verhuur van garageboxen en omzetbelasting.

Opteren voor omzetbelasting bij onroerend goed voor zakelijk gebruik

De verhuur van zakelijk onroerend goed is in beginsel ook vrijgesteld van omzetbelasting. Ondernemers hebben echter wel de mogelijkheid om te opteren voor een met omzetbelasting belaste verhuur. De meest voorkomende reden om dit te doen is erin gelegen dat de verhuurder de omzetbelasting op zijn (bouw-)kosten in aftrek kan brengen en de herzieningsperiode nog niet is verstreken. Als het onroerend goed door een onderneming wordt verhuurd, dan kan ook de omzetbelasting op de algemene kosten als voorbelasting in aftrek worden gebracht.

Het opteren voor belaste verhuur dient schriftelijk overeengekomen te worden in de huurovereenkomst. Dit aangezien de hoofdregel is dat verhuur van onroerend goed vrijgesteld is van omzetbelasting.

Daarnaast kunnen er bijzondere regels gelden voor de verhuur van multifunctionele ruimtes, gemeubileerde ruimtes of verhuur “plus”. Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de auteur van dit artikel.