print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Omzetbelasting

Hoe staat het met de btw-positie van holdings vanaf 1 juli 2025?

Op 10 december 2024 heeft de staatssecretaris van Financiën twee belangrijke beleidsbesluiten gepubliceerd over de btw-positie van holdings. Deze besluiten vervangen o.a. de holdingresolutie en geven invulling aan het btw-aftrekrecht van holdings en opname van holdings in de fiscale eenheid btw. De wijzigingen gaan in per 1 juli 2025.

Wat zijn hiervan de gevolgen voor uw organisatie?

Het bestaande beleid is tot op heden in strijd met het EU recht. De gewijzigde beleidsbesluiten treden in werking op 1 juli 2025 en hebben impact op het btw-aftrekrecht van holdings. Het is voor uw holding van belang om nu alvast te beoordelen hoe het gewijzigde beleid uitwerkt op het btw-aftrekrecht.

Daarnaast geeft het gewijzigde Besluit Aftrek inzicht in de zienswijze van de Belastingdienst op de btw-behandeling van aandelentransacties. Ondernemers zullen van geval tot geval beoordelen moeten beoordelen of hun aandelentransacties binnen de werkingssfeer van de btw vallen, of de btw op transactiekosten aftrekbaar is en welke verdere gevolgen dit heeft voor het recht op aftrek van btw.

Nieuwe beleidsbesluiten

De Holdingresolutie (besluit van 18 februari 1991) en het Besluit verkoop aandelen (besluit van 3 augustus 2004) staan op gespannen voet met het Unierecht, met name in het licht van de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Per 1 juli 2025 worden deze besluiten ingetrokken en worden ter vervanging van deze besluiten twee andere besluiten aangepast:

Het Besluit Aftrek introduceert richtlijnen voor de aftrek van btw op kosten die verband houden met het verwerven, uitgeven, houden en verkopen van aandelen. Het Besluit belastingplicht en fiscale eenheid bevat een goedkeuring voor de opname in de fiscale eenheid van holdings die niet als ondernemer kwalificeren en gaat in op de verwevenheidseisen die gelden voor het vormen van een fiscale eenheid.

Besluit Aftrek van omzetbelasting

Het aangepaste Besluit Aftrek bevat richtsnoeren voor het bepalen van (de omvang van) het recht op aftrek bij handelingen inzake aandelen.

  1. Ten eerste dient vastgesteld te worden of handelingen plaatsvinden in de hoedanigheid als ondernemer.
  2. Ten tweede dient de omvang van het recht op aftrek te worden bepaald.

Het nieuwe Besluit geeft voor deze stappen aanwijzingen. Ook bevat het nieuwe besluit enkele uitgangspunten ter vaststelling van de berekeningsmethode van het pro rata recht op aftrek.

Aftrek btw op transactiekosten

In het nieuwe besluit wordt ook ingegaan op het onderscheid tussen algemene en directe kosten bij de verkoop van aandelen. Van belang hierbij is het moment waarop de kosten zijn gemaakt. Verkoopkosten die zijn gemaakt voorafgaand aan een aandelenverkoop kwalificeren als directe kosten voor zover die kosten objectief bezien alleen zijn gemaakt met het oog op een belastbare verkooptransactie. Bij een vrijgestelde aandelenverkoop zal de btw op deze kosten niet aftrekbaar zijn (behalve bij een afnemer buiten de EU).

Verkoopkosten die zijn gemaakt ná een verkoop van aandelen kwalificeren daarentegen in beginsel als algemene kosten. Algemene kosten zijn aftrekbaar op grond van het pro rata aftrekrecht van de gehele onderneming (of de fiscale eenheid). De omvang van het aftrekrecht is afhankelijk van het geheel van de economische en niet-economische activiteiten. Dit leidt mogelijk tot een gedeeltelijk recht op aftrek, afhankelijk van de pro rata.  

Pro rata

De opbrengst uit de verkoop van aandelen maakt op basis van het nieuwe besluit geen deel uit van een dergelijke pro rata berekening als de aandelentransactie een bijkomstige financiële handeling vormt. Dat is het geval als voor deze transactie relatief beperkt gebruik wordt gemaakt van de kosten van de ondernemer en deze transactie geen kernactiviteit vormt van de ondernemer. Dat is volgens de staatssecretaris in elk geval niet aan de orde bij een participatie- of investeringsmaatschappij die betrokken is bij investeringen met private equity. Verkopen vanuit een concern of fiscale eenheid lijken juist wel te kunnen worden gezien als bijkomstige financiële handeling, waardoor in die gevallen een impact op het aftrekrecht achterwege blijft.

De staatssecretaris maakt bovendien van de gelegenheid gebruik om een bestaand onderdeel van dit besluit te wijzigen dat ziet op de berekening van het pro rata op basis van de werkelijk-gebruikmethode, naar aanleiding van recente jurisprudentie van de Hoge Raad. De verdeelsleutel moet berusten op objectief en nauwkeurig vast te stellen gegevens en het is niet toegestaan om meerdere pro rata's op gemengd gebruikte goederen en diensten toe te passen.

Besluit belastingplicht en fiscale eenheid omzetbelasting

Niet belastingplichtige houdsters in de fiscale eenheid.

In Nederland kunnen niet-ondernemers in beginsel geen deel uitmaken van een fiscale eenheid btw. Dat geldt dus ook voor zuivere holdings die geen andere activiteiten hebben dan het houden van aandelen. Wel is er een goedkeuring opgenomen in de houdsterresolutie voor ‘moeiende houdsters’. Dergelijke houdsters die geen ondernemer zijn maar een sturende en beleidsbepalende functie vervullen binnen het concern, kunnen onder voorwaarden deel uitmaken van de fiscale eenheid btw.

Deze goedkeuring uit de holdingresolutie wordt in feite verplaatst naar dit nieuwe besluit. Ook de daaraan verbonden voorwaarde dat een schriftelijk verzoek tot opneming in de fiscale eenheid moet worden ingediend, is ongewijzigd.  

In het nieuwe besluit wordt deze goedkeuring uitgebreid waardoor ook tussenhoudsters hiervoor in aanmerking komen. In afwijking van de huidige houdsterresolutie is in dit nieuwe besluit expliciet de voorwaarde gesteld dat de moeiende houdster aan de vereisten van financiële, organisatorische en economische verwevenheid moet voldoen. Met name de economische verwevenheid zou in de uitvoeringspraktijk tot discussies kunnen leiden nu niet-belastingplichtige houdsters geen belastbare prestaties verrichten.

Houden van aandelen als ondernemer

Een holding heeft alleen btw-aftrekrecht wanneer een holding kwalificeert als btw-ondernemer en btw-belaste prestaties verricht. Een holding die enkel aandelen houdt en verkoopt, kwalificeert niet als btw-ondernemer. Net als in het huidige besluit, worden holdings in het nieuwe besluit toch aangemerkt als btw-ondernemer in de volgende drie situaties:

  1. De holding 'mengt' zich in het beheer van haar dochtervennootschap(pen);
  2. De aandelen zijn een rechtstreeks, duurzaam en noodzakelijk verlengstuk van de economische activiteit van de onderneming ('de verlengstuk-gedachte');
  3. De holding handelt bedrijfsmatig in aandelen.

De reikwijdte van het begrip 'mengen' wordt in het nieuwe besluit uitgebreid. Voortaan wordt aangesloten bij de ruime definitie van 'mengen' van het Hof van Justitie. Daarnaast is een meerderheidsdeelneming niet langer een vereiste.

Met name de 'verlengstuk-gedachte' (situatie 2) roept regelmatig vragen. Het nieuwe besluit geeft enkele concrete voorbeelden van de toepassing van dit criterium. Ondernemerschap wordt bijvoorbeeld aangenomen bij handelingen met aandelen met het oog op een herstructurering of uitbreiding van de operationele activiteiten.

Het houden van aandelen als een rechtstreeks, duurzaam en noodzakelijk verlengstuk van de economische activiteit wordt al decennia door het Hof van Justitie genoemd als afzonderlijke manier om aandelen als ondernemer te houden, zonder dat hieraan ooit concrete invulling is gegeven. In het gewijzigde besluit is ook geen algemene definitie opgenomen van het houden van aandelen als verlengstuk van de economische activiteit van de ondernemer. In plaats daarvan volstaat de staatssecretaris met een niet-limitatieve lijst van vier voorbeelden, voornamelijk ontleend aan Europese jurisprudentie.

De voorbeelden zijn zeer specifiek en lijken gebaseerd op het uitgangspunt dat dergelijke handelingen ondersteunend zijn aan de algehele economische activiteit van de ondernemer. Dit betekent dat ook indien de aandeelhouder niet tegen vergoeding inmengt in het beheer van zijn deelneming, aandelen binnen het kader van de economische activiteit kunnen worden gehouden.

Noot fiscaal jurist over btw-diensten bij holding

In het verleden zijn veel uitspraken gedaan die zien op de vraag of een holding recht heeft op aftrek van voorbelasting of kwalificeert als ondernemer. De discussie hierover zal altijd blijven. De gewijzigde beleidsbesluiten geven meer duidelijkheid doch in een specifieke situatie zullen er wellicht toch weer nieuwe vraag- en discussiepunten ontstaan. Heeft u vragen over uw eigen situatie of twijfelt u ergens over? Neem dan gerust eens contact op met één van onze fiscaal juristen.

Vragen over omzetbelasting?

Bedrijfsnaam

*

Naam

*

Aantal medewerkers

Bent u tevreden over uw belastingadviseur :

Wilt u een vrijblijvende offerte / advies ontvangen?

Opmerkingen/vragen

Ja, ik ga akkoord met de verwerking van mijn gegevens. Jongbloed Fiscaal Juristen NV mag mij per e-mail info sturen en mijn persoonlijke gegevens gebruiken om mijn interessegebieden vast te stellen zoals hier beschreven, en ik ben me ervan bewust dat ik op elk moment mijn toestemming kan intrekken.

Deel deze pagina

Laatste update op 23-12-2024
Artikel gemaakt op 23-12-2024
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Omzetbelasting BTW positie van holding vanaf 1 juli 2025

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap