BTW over managementdiensten
Volgens de Rechtbank is een holding BTW verschuldigd over een managementdienst aan een dochteronderneming. Een fiscale eenheid omzetbelasting tussen de holding en dochteronderneming is niet mogelijk omdat er geen economische activiteit wordt verricht in de dochteronderneming. De dochteronderneming is vennoot in een VOF. Deze structuur wordt veel gebruikt bij verzekeringsadviseurs en overige ondernemers die vrijgestelde BTW-diensten verrichten.
Feiten inzake managementdiensten en BTW
Een holding heeft 100% van de aandelen in een dochteronderneming. De dochteronderneming is vennoot in een VOF. Vanuit de holding worden managementfacturen gestuurd aan de dochteronderneming. De vraag is of hierover BTW moet worden gerekend. Dit probleem is opgelost door een fiscale eenheid voor de omzetbelasting aan te vragen tussen beide rechtspersonen. De beschikking inzake de fiscale eenheid BTW wordt door de Belastingdienst verstrekt. Op het moment dat de dochteronderneming toetrad tot de vennootschap onder firma, werd de beschikking door de Belastingdienst ingetrokken. De Inspecteur legt daarnaast ook naheffingsaanslagen omzetbelasting op over de managementvergoedingen.
De Rechtbank stelt eerst dat de beschikking onherroepelijk vaststaat omdat er geen beroep is ingesteld tegen de uitspraak "geen fiscale eenheid". Deze beschikking staat dus vast. Materieel kan er - volgens de Rechtbank - ook geen fiscale eenheid omzetbelasting bestaan omdat de dochteronderneming geen economische activiteiten (meer) verricht. Het enkel vennoot zijn in een vennootschap onder firma is dus onvoldoende. De managementvergoeding moet alsdan worden vermeerderd met BTW. Dat er geen facturen zijn opgesteld / uitgereikt maakt geen verschil.
Noot fiscaal jurist inzake BTW op management fee
Uw holding is over management fee omzetbelasting verschuldigd. Als uw werkmaatschappij BTW belaste prestaties verricht, is dit geen probleem; de holding draagt af en de werkmaatschappij vraagt terug. Als de activiteiten bestaan uit vrijgestelde prestaties, kan er echter een groot probleem ontstaan, zo ook hier.
Een DGA die vanuit zijn management B.V. werkzaamheden verricht voor een assurantiekantoor moet over de management fee omzetbelasting berekenen. Het assurantiekantoor kan niets met de in rekening gebrachte BTW en het was verstandiger geweest om als DGA rechtstreeks bij het assurantiekantoor in dienstbetrekking te gaan. Zie voor een toelichting het arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2009.
Het probleem binnen een structuur met vrijgestelde prestaties wordt vaak opgelost met een vennootschap onder firma. Volgens de Rechtbank is dit echter - zoals hier is opgetuigd - niet mogelijk. Oplossing kan zijn dat de DGA in dienstbetrekking gaat bij de werkmaatschappij, fiscaal kan dit minder gunstig zijn.
Er zou gesteld kunnen worden dat de manager / DGA geen managementdiensten verricht maar assurantiediensten (die zijn vrijgesteld). In diverse uitspraken is dit al afgeschoten.
Voorlopig moeten we wachten op de uitspraak van het Gerechtshof, dit zal eind 2020 of begin 2021 wel gebeuren.
Bron BTW op managementdiensten
Rechtbank Den Haag 28 november 2019 (ECLI:NL:RBDHA:2019:13833)