Margeregeling en globalisatie
Onder de margeregeling kan voor bepaalde goederen de btw niet over de omzet, maar over het verschil tussen inkoopprijs en verkoopprijs worden vastgesteld. Hierbij kunt u denken aan de handel in gebruikte computers. De hoofdregel is dat u (of uw klant) de margeregeling per transactie toepast. Echter, de wet kent de mogelijkheid om de marge per tijdvak te bepalen. Dit wordt de globalisatieregeling genoemd. Indien u voldoet aan de voorwaarden, is de hoofdregel dat u de globalisatieregeling moet toepassen. In dit artikel gaan wij in op de globalisatieregeling. Ook behandelen wij de zogenaamde jaarglobalisatie, waarbij de regeling over de grenzen van het kalenderjaar wordt toegepast aan de hand van jaarsaldi.
Meer informatie over de margeregeling treft u hier.
Let op! Niet alle ondernemers die de margeregeling kunnen toepassen, kunnen ook de globalisatieregeling toepassen.
Wie kunnen de globalisatieregeling toepassen?
Het toepassen van de globalisatieregeling is gekoppeld aan bepaalde leveringen. De Uitvoeringsbeschikking Omzetbelasting 1968 bevat een uitputtende lijst, waarop onder meer vervoermiddelen, fietsen, kleding en meubels zijn opgenomen. Indien u leveringen onder de margeregeling verricht die betrekking hebben op de in de Uitvoeringsbeschikking genoemde goederen, dan moet u in beginsel de globalisatieregeling toepassen.
Het kan zijn dat u of uw klant de globalisatieregeling niet wil toepassen. Er moet dan vooraf een verzoek worden gedaan aan de inspecteur om de regeling niet toe te hoeven passen. De globalisatieregeling blijft dan per het volgende kalenderjaar achterwege. Een dergelijke keuze wordt gemaakt voor een periode van ten minste vijf jaar. Indien u later kiest om weer deel te nemen aan de globalisatieregeling, geldt ook deze keuze voor ten minste vijf jaar.
De globalisatieregeling toch toepassen: op verzoek
Het kan zijn dat u de globalisatieregeling wilt toepassen, maar dit op grond van de wet niet direct mogelijk is. U kunt dan een verzoek aan de inspecteur richten om de regeling toch te mogen toepassen. U moet dan wel aan één van de volgende voorwaarden voldoen:
- Het is onmogelijk of ongebruikelijk om de goederen die de ondernemer onder de margeregeling levert afzonderlijk administratief van inkoop tot verkoop te volgen;
- Het is onmogelijk of ongebruikelijk om de aankoopprijs van de goederenpartij(en) te splitsen in aankoopprijzen per goed.
Hier valt een parallel te trekken met de reguliere globalisatieregeling. De ondernemer krijgt namelijk toestemming voor een periode van ten minste vijf jaar, ingaande per het eerstvolgende kalenderjaar.
Hoe werkt de globalisatieregeling?
Nederland heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de margeregeling toe te passen per aangiftetijdvak. De berekening van de winstmarge waarover wordt geheven vindt dan plaats per tijdvak. Indien u goederen levert onder zowel het algemene tarief (21%) als het verlaagde tarief (9%), moet u de globalisatieregeling afzonderlijk toepassen. Het voordeel dat zich voordoet – naast eventuele administratieve voordelen – is dat ook verliesmarges kunnen worden meegewogen. Wij illustreren dit met een voorbeeld dat ontleend is aan de parlementaire geschiedenis:
Voorbeeld
Er vinden in een tijdvak drie transacties plaats:
- Inkoop 200, verkoop 300;
- Inkoop 200, verkoop 280;
- Inkoop 400, verkoop 300.
Onder de hoofdregel (zonder globalisatie) wordt drie keer afzonderlijk de verschuldigde btw berekend over de winstmarge. Dat leidt tot verschuldigde btw: € 17,35 + € 13,88 + € 0 = € 31,23. De negatieve marge van 100 komt namelijk niet voor de margeregeling in aanmerking.
Indien deze ondernemer de globalisatieregeling toepast, dan wordt de btw verschuldigd over het totaal van verkopen minus het totaal van inkopen, dat is 880 – 800 = 80. De verschuldigde btw bedraagt dan € 13,88.
Verrekening van globalisatiemarges binnen het kalenderjaar
Op twee manieren is het mogelijk om globalisatiemarges te verrekenen. Dat is binnen het kalenderjaar en over het kalenderjaar heen. In deze paragraaf behandelen wij de verrekening binnen het kalenderjaar. In de volgende paragraaf gaan wij in op de verrekening over het kalenderjaar heen.
Binnen het kalenderjaar wordt een negatieve marge verrekend met een positieve marge of opgeteld bij een andere (volgende) negatieve marge. Een voorbeeld verduidelijkt dit:
Tijdvak |
Winstmarge |
Nog te verrekenen |
Winstmarge na verrekening |
Te voldoen btw |
1 |
(-) 200 |
(-) 200 |
0 |
|
2 |
250 |
(-) 200 |
50 |
8 |
3 |
300 |
300 |
52 |
|
4 |
(-) 275 |
(-) 275 |
0 |
|
Jaarsaldo |
75 |
13 |
Lopende het kalenderjaar betaalt bovenstaande ondernemer € 60 aan btw. Aan het einde van het jaar bepaalt hij zijn jaarsaldo (de jaarwinstmarge). Deze bedraagt € 75. De ondernemer berekent nu de verschuldigde btw over de jaarwinstmarge. Indien deze lager is dan de reeds voldane btw – en dat is hier het geval – dan kan de ondernemer een teruggaafverzoek indienen voor – in dit voorbeeld - € 13.
Verrekening van globalisatiemarges over het kalenderjaar heen (jaarglobalisatie)
Indien u het jaar eindigt met een negatief jaarsaldo, dan kunt u dit niet zonder meer verrekenen met de winstmarge over het eerste kwartaal van het nieuwe jaar. Een negatief jaarsaldo kunt u slechts verrekenen met positieve jaarsaldi in volgende jaren.
Voorbeeld
Tijdvak |
Winstmarge |
Nog te verrekenen |
Winstmarge na verrekening |
Te voldoen btw |
1 |
(-) 200 |
(-) 200 |
0 |
|
2 |
250 |
(-) 200 |
50 |
8 |
3 |
300 |
300 |
52 |
|
4 |
(-) 500 |
(-) 500 |
0 |
|
Jaarsaldo |
(-) 150 |
0 |
De ondernemer in bovenstaand voorbeeld kan een teruggaafverzoek indien voor de voldane btw (€ 60). Tevens verzoekt hij om vaststelling van de negatieve jaarwinstmarge (het negatieve jaarsaldo).
In jaar 2 doet zich het volgende voor:
Tijdvak |
Winstmarge |
Nog te verrekenen |
Winstmarge na verrekening |
Te voldoen btw |
1 |
(-) 100 |
(-) 100 |
0 |
|
2 |
350 |
(-) 100 |
250 |
43 |
3 |
75 |
75 |
13 |
|
4 |
(-) 50 |
(-) 50 |
0 |
|
Jaarsaldo jaar 2 |
275 |
|||
Negatief jaarsaldo jaar 1 |
(-) 150 |
|||
Jaarsaldo jaar 2 |
125 |
21 |
De ondernemer kan over jaar 2 een teruggaafverzoek indienen van € 35 (€ 56 – € 21).
Termijnen bij de globalisatieregeling
De ondernemer maakt na afloop van het kalenderjaar een berekening van het jaarsaldo. Dat is het verschil tussen het totaal aan margeverkopen en het totaal aan marge-inkopen. Op verzoek stelt de inspecteur – bij voor bezwaar vatbare beschikking – het negatief jaarsaldo formeel vast. Dit komt de rechtszekerheid voor de ondernemer ten goede. Deze aanvraag dient gedaan te worden bij de aangifte over het eerste tijdvak van het nieuwe kalenderjaar. Indien u het verzoek te laat indient, beoordeelt de inspecteur het meestal ambtshalve.
Let op! Uitsluitend negatieve jaarsaldi die bij beschikking zijn vastgesteld mag u verrekenen.
Advies en globalisatieregeling
Het juist toepassen van de globalisatieregeling is van groot belang. De inspecteur beoordeelt uw verzoek vrijwel altijd zonder inzage in de boeken te eisen; een berekening volstaat. Indien de Belastingdienst later tot de conclusie komt dat u rekenfouten heeft gemaakt, leidt dit tot naheffingen, boeten en rente. Wij helpen bij de globalisatieregeling zowel ondernemers als accountants- en administratiekantoren.