De kleineondernemersregeling (KOR) 2020
Per 1 januari 2020 is de kleineondernemersregeling (KOR) ingrijpend gewijzigd. In deze bijdrage gaan wij op hoofdlijnen in op de nieuwe regeling. De nieuwe regeling is tot stand gekomen omdat de oude regeling een aantal nadelen had. Zo was er sprake van toenemende uitvoeringskosten voor de Belastingdienst (en ondernemers) en een hoog foutengehalte. Daarnaast werd de KOR, doordat deze keek naar per saldo verschuldigde btw, ook gebruikt door ondernemers met aanzienlijke omzetten. Dit is in strijd met één van de gedachten achter de regeling: het compenseren van met name kleinere ondernemers die door de btw-heffing met een administratieve lastenverzwaring worden geconfronteerd.
De kleineondernemersregeling (KOR) op hoofdlijnen
De nieuwe regeling kijkt niet langer naar per saldo verschuldigde btw. Om van de nieuwe regeling gebruik te mogen maken, dient aan twee voorwaarden te zijn voldaan:
- De omzet ligt beneden de omzetgrens;
- De ondernemer (belastingplichtige) is in Nederland gevestigd of heeft in Nederland een vaste inrichting waar vanuit de omzet wordt gerealiseerd.
De ondernemer die gebruik maakt van de nieuwe regeling brengt geen btw in rekening aan zijn afnemers. Btw die aan hem in rekening wordt gebracht mag hij niet in aftrek brengen. De ondernemer die gebruik maakt van de nieuwe KOR is in beginsel ontheven van het doen van btw-aangifte en de daarbij horende administratieve verplichtingen. Dit geldt met betrekking tot de levering van goederen en diensten in Nederland en voor intracommunautaire leveringen die de ondernemer vanuit Nederland verricht.
De vrijstelling van administratieve verplichtingen en de verschuldigdheid van btw is niet altijd afgewezen. Wij wijzen ter illustratie op de situatie waarin de ondernemer btw naar hem verlegd krijgt door een ondernemer die niet in Nederland is gevestigd.
Beperkingen in de toepassing van de kleineondernemersregeling (KOR)
De nieuwe KOR is niet van toepassing op:
- Privégebruik van goederen en diensten, bijvoorbeeld een auto;
- Investeringsgoederen die in uw onderneming zijn gebruikt, denk aan een bedrijfspand of een machine. Hier gelden nadere voorwaarden;
- Binnenlandse prestaties waarbij de btw naar de ondernemer is verlegd;
- Prestaties die belast zijn in een ander land;
- Intracommunautaire verwervingen (de aankoop van goederen uit een andere lidstaat, waarvoor u in Nederland btw verschuldigd bent);
- Btw-vrijgestelde omzet, mits niet opgenomen in de hierna te noemen uitzonderingen.
De omzetgrens voor de kleineondernemersregeling (KOR)
De omzetgrens is gesteld op € 20.000 per kalenderjaar. Deze grens geldt ook bij een korter jaar, bijvoorbeeld omdat de onderneming pas in mei is begonnen.
Het omzetbegrip voor de kleineondernemersregeling (KOR)
Bij het bepalen van de omzet van de belastingplichtige telt de volledige in Nederland belaste omzet mee. Daarbij is niet relevant onder welk btw-tarief de omzet valt en of de btw al dan niet verlegd is. Handelingen die onder het nultarief vallen, zoals intracommunautaire leveringen, dienen ook te worden meegerekend.
Bij het bepalen van de omzet blijven bepaalde transacties buiten het omzetbegrip. Het gaat dan in de eerste plaats om btw-vrijgestelde prestaties. Echter, in de wet worden bepaalde btw-vrijgestelde prestaties expliciet genoemd. Deze tellen wel mee bij het bepalen van de omzet. Wij wijzen ter illustratie op de omzet behaald met de verhuur van onroerende goederen en de handel in effecten.
Tot slot is er nog een belangrijke uitzondering op het omzetbegrip. Indien de ondernemer onroerende zaken of rechten hierop levert, of roerende zaken levert en hij heeft deze zaken in zijn bedrijf gebruikt, dan blijft de omzet hieruit buiten de bepaling van de omzet voor de KOR. Dit moet voorkomen dat, bijvoorbeeld door de verkoop van een gebruikt goed, direct een omzetoverschrijding plaatsvindt. Wij benadrukken dat deze regeling op zijn beurt weer enkele voorwaarden kent.
VOORBEELD
Het volgende voorbeeld is ontleend aan de parlementaire geschiedenis.
De jaaromzet van een in Nederland gevestigd vertaalbureau ziet er als volgt uit:
- € 5.000 exclusief btw voor het vertalen van boeken van Nederlands naar Duits. De afnemer is in Duitsland gevestigd en is ondernemer voor de btw;
- € 7.500 exclusief btw voor taalonderwijs in opdracht van een Nederlandse school. Deze prestatie is btw-vrijgesteld;
- € 11.000 exclusief btw voor het vertalen van documenten van Duits naar Nederlands voor in Nederland gevestigde afnemers.
Op het eerste gezicht is de omzet met € 23.500 exclusief btw te hoog om gebruik te maken van de kleineondernemersregeling. Echter, het vertalen van de boeken is een dienst die belast is in het land waar de afnemer is gevestigd. Deze dienst telt niet mee voor de omzetbepaling. Het geven van onderwijs is een dienst die is vrijgesteld en bij niet het omzetbegrip wordt ingetrokken. Slechts het vertalen van documenten voor Nederlandse afnemers is een dienst die meetelt voor het omzetbegrip. Daardoor bedraagt de omzet voor de toepassing van de kleineondernemersregeling € 11.000.
Welke ondernemers kunnen gebruik maken van de kleineondernemersregeling (KOR)
De kleineondernemersregeling (KOR) die per 2020 geldt voorziet in een uitbreiding van de groep ondernemers die gebruik van de regeling kan maken. De KOR is sinds deze datum ook toegankelijk voor niet-natuurlijke personen. Denk bijvoorbeeld aan een B.V., een stichting of een vereniging. Hiermee is de regeling rechtsvormneutraal geworden. De ondernemer dient in Nederland te zijn gevestigd of hier in een vaste inrichting te hebben van waaruit de omzet wordt gerealiseerd.
Aangifte en administratie bij toepassing kleineondernemersregeling (KOR)
De ondernemer die ervoor kiest om de KOR te gebruiken is ontheven van het doen van btw-aangiften. Hierbij is van belang dat de ondernemer geen btw is verschuldigd. De ondernemer die wel btw is verschuldigd dient hiervoor aangifte te doen. Bij wijze van voorbeeld noemen wij btw op ingekochte goederen en diensten die naar de ondernemer is verlegd. Ook btw over intracommunautaire goederenverwervingen is zo’n uitzondering.
De administratieve verplichtingen die volgen uit de Wet op de omzetbelasting 1968 gelden niet voor de ondernemer die de KOR toepast. Deze regel geldt voor zover het gaat om goederenleveringen en dienstenverrichting in Nederland. De bepaling werkt door naar intracommunautaire leveringen, zodat bijvoorbeeld ook de listing niet verplicht is. De ondernemer dient met betrekking tot inkopen een deugdelijke administratie te voeren. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat volstaan kan worden met het ordelijk bewaren van facturen.
De kleineondernemersregeling (KOR) toepassen
Indien u de KOR wenst toe te passen, moet u dit melden bij de Belastingdienst. De melding dient uiterlijk vier weken voorafgaand aan het aangiftetijdvak waarin de KOR wordt toegepast, te worden gedaan. De ondernemer maakt de keuze in beginsel voor onbepaalde tijd. Om strategisch gedrag tegen te gaan, kan deelname aan de regeling pas na drie jaar worden opgezegd. Indien de regeling eindigt wegens het overschrijden van de omzetgrenzen, gaat eveneens een periode van drie jaar lopen waarin geen deel kan worden genomen.
Er is een groep ondernemers die op grond van overgangsrecht is overgezet van de ‘oude’ kleineondernemersregeling naar de huidige regeling. Zij hebben dus geen actieve keuze gemaakt. Voor deze groep geldt dat zij ook vóór 1 januari 2023, de dag waarop de eerste driejaarstermijn verloopt, hun deelname op kunnen zeggen.
VOORBEELD
Het volgende voorbeeld is ontleend aan de parlementaire geschiedenis.
Een ondernemer heeft in augustus een gesprek met zijn boekhouder over de verwachte omzet. Hieruit blijkt dat de verwachting is dat de omzet minder dan € 20.000 bedraagt. Vervolgens blijft het dossier lang liggen en pas op 10 december doet de ondernemer de melding bij de Belastingdienst over deelname aan de KOR.
Het volgende aangiftetijdvak vangt aan op 1 januari. Echter, de melding is niet gedaan uiterlijk vier weken voordat het tijdvak ingaat. Daarom kan de ondernemer pas in het volgende tijdvak deelnemen. Dit tijdvak vangt aan op 1 april.
Einde van de kleineondernemersregeling (KOR)
Ondernemen is vooruitzien. Toch kan het gebeuren dat lopende het jaar blijkt dat het recht op toepassing van de kleineondernemersregeling zal wegvallen, bijvoorbeeld door overschrijding van de omzetgrens. De vrijstelling vervalt dan niet met terugwerkende kracht. Het gevolg is dat alle leveringen en diensten die worden verricht na het overschrijden van de grens, alsmede de handeling waardoor de grens is overschreden, niet onder de vrijstelling vallen. De ondernemer dient dan tijdig de Belastingdienst te verzoeken om uitreiking van een aangifte. Vanaf dit moment dient btw in rekening te worden gebracht en te worden afgedragen. Het recht op vooraftrek bestaat dan ook weer, evenals alle administratie- en facturatieverplichtingen.
Adviseringen bij de kleineondernemersregeling (KOR)
De KOR is een interessante regeling voor kleine ondernemers. Het is van belang dat de omzet op de juiste wijze wordt vastgesteld en dat u uw administratie goed blijft voeren. Wij adviseren veel ondernemers over de KOR en omzetbelasting in het algemeen. Neem gerust eens contact met ons op voor een vrijblijvende kennismaking.