Het lage-inkomensvoordeel (LIV)
LIV-regeling de achtergrond
In 2015 verscheen een onderzoek door het CPB en het SCP waaruit bleek dat werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt in verdrukking dreigen te raken. De kloof tussen hoog- en laagopgeleid neemt almaar toe en steeds meer banen waar traditiegetrouw lager opgeleiden voor in aanmerking komen, worden door middelbaar of hoger opgeleiden ingevuld. Dit leidt, zonder maatregelen, tot werkloosheid onder lager opgeleiden en toenemende loonongelijkheid. De wetgever is toen met het lage-inkomensvoordeel (LIV) op de proppen gekomen. Met dit middel worden de loonkosten verlaagd, zonder dat de werknemer dit merkt in koopkracht. Het LIV is ingevoerd per 2017.
Hoe werkt het LIV?
Het LIV leidt tot verlaging van de loonkosten van de werkgever. Om te zorgen dat de juiste doelgroep profiteert, is het recht op LIV gebonden aan de hoogte van het loon van de werknemer. Een recht op LIV betekent dat het loon van de werknemer ten hoogste 120% van het wettelijk minimumloon bedraagt. In de wet worden deze bedragen uitgedrukt in loonbedragen per uur. Voor 2020 is de ondergrens € 10,29 per uur en de bovengrens € 12,58 per uur. De wet haalt deze bedragen aan als gemiddelde uurlonen in het kalenderjaar. Dit gemiddelde wordt verkregen door het jaarloon te delen door het aantal verloonde uren. Een tussentijdse loonwijziging of mooie bonus kan, maar hoeft dus niet, funest te zijn voor uw aanspraak op LIV. Het LIV is niet leeftijdsgebonden, doch geen recht bestaat als de werknemer reeds de AOW-leeftijd heeft bereikt.
Wat zijn de voorwaarden om recht te hebben op LIV?
Uiteraard moet de werknemer binnen de eerdergenoemde uurloongrenzen vallen. Echter, de wetgever wil alleen die situaties steunen waarin de werknemer voldoende ervaring kan opdoen en een eigen bestaan kan opbouwen. Daarom is er een ondergrens aan het aantal verloonde uren gesteld. De werknemer dient ten minste 1.248 uur (24 uur per week) verloond te zijn in het kalenderjaar. Let er daarbij op dat verloonde uren soms een andere betekenis hebben dan men verwacht. Onderaan dit artikel treft u een link naar een artikel over verloonde uren.
Hoe hoog is het LIV?
Tot en met 2019 werd binnen het LIV een onderverdeling gemaakt in twee categorieën: tot 110% WML en tussen de 110% en 120% WML. Per 1 januari 2020 is daar een einde aan gekomen. De hoogte van het LIV bedraagt in 2020 € 0,51 per verloond uur, met als bovengrens € 1.000 per werknemer per kalenderjaar. Daarmee is de regel ten opzichte van 2019 voor werknemers in de categorie tot 110% van het WML, versobert.
In een afzonderlijk artikel gaan wij nader in op de procedure bij het krijgen van het LIV, de terugvorderingsmogelijkheden en eventueel bezwaar en beroep.