De tegemoetkoming verhoging jeugdloon (jeugd-LIV)
Achtergrond jeugd-LIV
Per 1 juli 2017 zijn de regels omtrent het wettelijk minimumloon voor jeugdigen ingrijpend veranderd. Kern van de wijziging is dat werknemers op jongere leeftijd recht hebben op het “volwaardige” minimumloon. Het CPB becijferde voorafgaand aan deze wijziging dat deze wijziging een werkgelegenheidsverlies onder jongeren met zich kon brengen. De wetgever heeft daarom, in aanvulling op het lage-inkomensvoordeel (LIV), per 2018 het jeugd-LIV in de wet opgenomen. Dit is een tegemoetkoming voor werkgevers die worden geconfronteerd met de verhoging van het minimumjeugdloon. Dit moet indirect leiden tot het verminderen van de negatieve effecten op de werkgelegenheid onder jongeren.
Hoe werkt het jeugd-LIV?
Het systeem van het jeugd-LIV sluit grotendeels aan bij het reguliere LIV. Dit betekent dat de tegemoetkoming is vormgegeven als een tegemoetkoming per verloond uur. De uurloongrenzen voor 2020 bedragen:
Leeftijd |
Ondergrens |
Bovengrens |
18 |
€ 5,19 |
€ 6,93 |
19 |
€ 6,23 |
€ 9,24 |
20 |
€ 8,30 |
€ 10,29 |
De uurloongrenzen gelden per volledig kalenderjaar. Dat betekent dat na
afloop van het kalenderjaar wordt berekend of het gemiddelde uurloon van
de werknemer hierbinnen valt. Dat gebeurt door het jaarloon te delen door
het aantal verloonde uren. Dit kan als gevolg hebben dat een werknemer
die op het minimumloon zit en bijvoorbeeld in juni uit dienst gaat, onder
de norm uitkomt. Dit zou dan het gevolg zijn van het feit dat de norm in
juli wordt bepaald, rekening houdend met het dan ingaande wettelijk minimumloon.
Een spiegelbeeld situatie kan zich voordoen bij een dertiende maand. Voorkom
dus dat u uzelf in de vingers snijdt met deze kleine lettertjes.
Wat zijn de voorwaarden bij het jeugd-LIV?
Hiervoor haalde ik reeds de uurloongrenzen aan. Dit is uiteraard een belangrijk aspect, maar ook de leeftijd van de werknemer is van belang. Bepalend is de leeftijd op 31 december van het voorgaande kalenderjaar. De werknemer moet dan de leeftijd van 18 reeds hebben bereikt, doch nog niet 21 zijn.
Tot en met 2019 bestond ook voor werknemers van 21 jaar recht op jeugd-LIV. Aangezien zij per 1 juli 2019 echter ook aanspraak hebben op het “volwaardige” minimumloon, is deze groep per 1 januari 2020 uitgezonderd van het jeugd-LIV. Let er goed op dat deze groep wel binnen de LIV-grenzen kan vallen.
In tegenstelling tot bij het reguliere LIV, geldt hier geen arbeidsomvangcriterium.
Hoe hoog is het jeugd-LIV?
De hoogte van het jeugd-LIV is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en voor 2020 gelden de volgende bedragen:
Leeftijd |
Bedrag per verloond uur |
Maximale bedrag |
18 |
€ 0,07 |
€ 132,50 |
19 |
€ 0,08 |
€ 166,40 |
20 |
€ 0,30 |
€ 613,60 |
In een afzonderlijk artikel gaan wij nader in op de procedure bij het krijgen
van het jeugd-LIV, de terugvorderingsmogelijkheden en eventueel bezwaar
en beroep.
Noot
Per 2024 zal het jeugd-LIV naar het schijnt vervallen. Dit onder meer ter financiering van het afremmen van de verhoging van de AOW-leeftijd.