print sitemap zoeken disclaimer contact

Onbelaste vergoedingen optimaliseren?

Vraag onze fiscaal juristen

Klik hier

WKR Scan binnen uw bedrijf?

Vraag vrijblijvende offerte

Klik hier

Naheffing ontvangen ?

Vraag vrijblijvende offerte

Klik hier

Gebruikelijkheid bij werkkostenregeling

De werkkostenregeling in de Wet op de loonbelasting oogt bijzonder eenvoudig. Zolang per werknemer per jaar minder dan € 2.400 (doelmatigheidsgrens) in de zogenoemde vrije ruimte wordt vergoed of verstrekt, is dat inderdaad het geval. Lastig wordt het als de grens van € 2.400 wordt overschreden en de gebruikelijkheidstoets moet worden toegepast.

Vanaf 2016 geldt een dubbele gebruikelijkheidstoets; niet alleen de omvang van de vergoedingen en verstrekkingen moet gebruikelijk zijn, ook moet de zogenoemde aanwijzing als eindheffingsbestanddeel (onderbrengen in de werkkostenregeling) gebruikelijk zijn.

De wetgever heeft bewust gekozen voor een open norm die middels jurisprudentie moet worden ingevuld. Die zal er de komende tijd zeker meer komen. Een fiets onder de werkkostenregeling brengen zal nog wel gebruikelijk zijn, maar hoe zit dat met meer kostbare e-bikes?

Fiscale APK - een scan van uw loonheffingen en de mogelijkheden !

Werkkostenregeling 2025

Per 1 januari 2025 wordt het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte in de werkkostenregeling verhoogd van 1,92% naar 2%. Daarnaast wordt per 1 januari 2027 het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte verhoogd van 2% naar 2,16%.

Werkkostenregeling 2024

In 2023 bedraagt de vrije ruimte voor de werkkostenregeling 3% van de fiscale loonsom tot € 400.000. Over het meerdere van de fiscale loonsom bedraagt de vrije ruimte 1,18%. In de wet is opgenomen dat het maximumbedrag van de vrije ruimte in de eerste schijf in 2023 € 6.800 bedraagt (in plaats van € 12.000), dit is fout. Dit wordt met terugwerkende kracht naar 1 januari 2023 hersteld, waardoor het maximumbedrag in de eerste schijf gelijk zal zijn aan 3% van € 400.000. Vanaf 2024 wordt het percentage van de vrije ruimte verlaagd van 3% naar 1,92% over een fiscale loonsom tot € 400.000.

Aandelenbonussen en werkkostenregeling

Het Gerechtshof Den Haag heeft, na verwijzing door de Hoge Raad, meer duidelijkheid verschaft over de gebruikelijkheidseis. Deze uitspraak zag nog op de periode vóór 2016, waarbij de (dubbele) gebruikelijkheidstoets nog niet bestond. De gebruikelijkheid van de aanwijzing van de aandelenbonussen als eindheffingsbestanddeel was daarmee (nog) geen punt van discussie.

Gebruikelijkheid en werkkostenregeling

Volgens het Hof is niet aannemelijk gemaakt dat de werkgever binnen de eigen organisatie dezelfde netto bonussen in soort en omvang geeft aan andere werknemers dan de leden van de groepsraad. Daarmee is de gebruikelijkheid beperkt tot de groepsraadleden.

De Belastingdienst heeft extern uitvraag gedaan onder 88 bedrijven naar de behandeling van hun aandelenbonussen.

De uitkomst van de uitvraag laat zien dat meer dan de helft van de aangeschreven bedrijven bonussen verstrekt, maar niet van gelijke omvang. De bonussen werden ook niet als eindheffingsbestanddeel aangemerkt.

Het Hof oordeelt dat het onderbrengen van aandelenbonussen in de werkkostenregeling daarmee niet gebruikelijk is.

Bewijslast bij gebruikelijkheidstoets en WKR

Er ontstaat door het oordeel van het Hof een ongelijk speelveld. Immers, hoe had de werkgever aan de informatie moeten komen, waarover de Belastingdienst door gerichte vragenbrieven aan (andere) bedrijven wel kan komen te beschikken?

Daarbij oordeelt het Hof dat de door de Belastingdienst gedane uitvraag voldoende representatief is. Dat lijkt een boute uitspraak als slechts 88 bedrijven worden aangeschreven.

Daarbij mocht de Belastingdienst van het Hof gebruik maken van de bevoegdheid om bedrijven te verplichten antwoord te geven aan de fiscus. Ook dat is een boute stelling. Immers, zijn vragenbrieven en / of controlebevoegdheden voor dit doel aan de Belastingdienst verstrekt. Dat is een behoorlijke stap die het Hof neemt.

Hoewel de conclusie met betrekking tot de werkkostenregeling te billijken valt, kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de stellingen die het Hof gebruikt om bij haar uitspraak te komen.

Dit muisje zal nog wel een staartje hebben, in dit geval (nogmaals) de Hoge Raad.

Bronnen werkkostenregeling

Hoge Raad 12 juli 2019 ECLI:NL:HR:2019:1050

Deel deze pagina

Laatste update op 15-11-2024
Artikel gemaakt op 28-08-2020
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Loonbelasting Werkkostenregeling (WKR) Gebruikelijkheid werkkostenregeling

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap