Uitbreiding verlofsparen 2021
Werknemers kunnen hun verlofrechten opsparen. Voor de loonheffingen kent de Wet op de Loonbelasting 1964 een vrijstelling indien het verlof ten hoogste 50 weken (bij een voltijd dienstverband) bedraagt. Deze vrijstelling kan worden gebruikt om (bijvoorbeeld) eerder (deels) te stoppen met werken. Met het oog op de problematiek die bepaalde groepen werknemers ervaren om gezond de verhoogde pensioenleeftijd te bereiken, wordt deze vrijstelling per 1 januari 2021 uitgebreid. Wij gaan in deze bijdrage in op het huidige recht, het nieuwe recht en de voor- en nadelen van verlofsparen.
Verlofsparen onder het huidige recht
De Wet op de Loonbelasting 1964 kent als hoofdregel dat alles wat de werknemer ontvangt uit de dienstbetrekking, loon vormt. Deze regel is hard geformuleerd en leidt daarom tot ongewenste effecten. Dit heeft de wetgever voorzien. Daarom bevat de wet op diverse punten uitzonderingen op deze hoofdregel. Het gaat dan om zaken die strikt genomen worden ontvangen / genoten uit de dienstbetrekking, maar toch zijn vrijgesteld van heffing op grond van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Zonder nadere regels dient de aanspraak op verlof belast te worden. Dat betekent dat aan het eind van het kalenderjaar het openstaande verlofsaldo in de belastingheffing wordt betrokken. De latere uitbetaling bij het genieten van het verlof is dan onbelast. Dit acht de wetgever onredelijk. Daarom is voor de verlofaanspraak een uitzondering opgenomen in de vorm van een beperkte vrijstelling. Directe belastingheffing vindt niet plaats indien de verlofaanspraak niet meer bedraagt dan 50 keer de werkelijke arbeidsduur. Bij een voltijd dienstverband hebben we het dan over een verlofaanspraak van 50 weken. De wetgever gaf in 2000 aan dat hiermee slechts is beoogd de excessieve vormen van individueel tijdsparen aan banden te leggen. De werknemer met een verlofspaarregeling die maximaal spaart kan derhalve – in theorie – 50 weken voor zijn pensioengerechtigde leeftijd stoppen met werken.
Verlof dat kwalificeert als compensatieverlof is eveneens vrijgesteld onder deze regeling. Dat is verlof dat wordt opgebouwd door meer te werken dan op basis van het dienstverband is overeengekomen. In 1999 gaf de wetgever aan dat daaronder niet alleen ADV / ATV-verlof valt, maar ook extra verlof door het (bijvoorbeeld) op onregelmatige tijden werken. Hier geldt een samentelregel. Indien regulier verlof en compensatieverlof tezamen de 50 wekenregel overstijgen, is sprake van een situatie waarin een deel niet langer is vrijgesteld en afdracht loonheffingen dient plaats te vinden.
Geclausuleerd verlof is onbeperkt vrijgesteld. Dat is verlof dat voor bepaalde doeleinden wordt toegekend. Het gaat dan bijvoorbeeld om zwangerschapsverlof, kraamverlof, calamiteitenverlof, politiek verlof etcetera.
Samengevat kunnen werknemers maximaal 50 weken fiscaal vriendelijk verlofsparen onder de huidige wet- en regelgeving. Daarmee kunnen zij net geen jaar eerder stoppen met werken.
Uitbreiding verlofsparen 2021
Het kabinet heeft met de sociale partners nieuwe afspraken gemaakt over fiscaal gefaciliteerd verlofsparen. De grootste wijziging is het aantal weken dat mag worden opgespaard. Deze grens gaat per 1 januari 2021 naar 100 weken, in tegenstelling tot de huidige 50 weken.
Het opgebouwde verlof mag op alle momenten tijdens de loopbaan worden opgenomen. Het idee hierachter is dat werknemers dan zelf kunnen voorzien in hun duurzame inzetbaarheid, bijvoorbeeld door in de jaren voor hun pensionering minder te gaan werken, of om een meer intensief omscholingstraject te volgen. De meest vergaande optie is uiteraard het eerder stoppen met werken, met behoud van loon.
Werkgever en werknemer kunnen samen afspraken maken over het gebruik van deze verruimingen. De afspraken kunnen ook op sectoraal niveau worden gemaakt. Denk aan een cao-afspraak dat compensatie van overwerk plaatsvindt via verlofsparen. Uiteraard is het van belang om over het volledige spectrum afspraken te maken. Immers, er is nog altijd sprake van verlofrechten. Indien deze door bepalingen in de arbeidsovereenkomst bijvoorbeeld na vijf jaar vervallen / verjaren, kan het verlofsparen niet ten volle benut worden. Wij adviseren daarom om op ondernemingsniveau een volwaardige verlofspaarregeling op te zetten, waarbij aan alle relevante aspecten wordt gedacht.
Voordelen van verlofsparen
De voordelen van verlofsparen voor de werknemer laten zich raden. Naast het eerder kunnen stoppen met werken, zorgt gespreide belastingheffing vaak voor een heffing naar een lager tarief. Dit werkt onder meer door in het recht op toeslagen. De werkgever kan indirect meeprofiteren. Immers, de werknemer die door ziekte uitvalt kost meestal meer geld dan de werknemer die weliswaar minder werkt, doch niet arbeidsongeschikt is. Wij lichten de voordelen voor werkgever en werknemer uiteraard graag nader toe.
Nadelen van verlofsparen
Zowel voor de werkgever als voor de werknemer kent verlofsparen nadelen. Het grootste nadeel voor de werknemer is het faillissementsrisico. Verlof wordt gespaard bij de huidige werkgever. Indien de werkgever echter failliet gaat, is de verlofpot van de werknemer meestal weg. Het meenemen van het verlofsaldo naar een andere werkgever is nagenoeg onmogelijk.
Dan het tweede grote nadeel voor de werknemer. Indien niet anders overeengekomen bij de arbeidsovereenkomst of in de cao, is verlofsparen beperkt. Wettelijke verlofrechten vervallen immers zes maanden na het jaar waarover deze zijn opgebouwd. De bovenwettelijke verlofuren verjaren in beginsel vijf jaar na het jaar van opbouw. Ondanks Europeesrechtelijke bezwaren tegen deze termijnen worden zij thans nog altijd aangehouden. Zonder nadere afspraken zal verlofsparen bij deze groep werknemers daarom niet goed van de grond komen. Juiste advisering en vastlegging van de voorwaarden vooraf kan dan latere problemen voorkomen. Wij gaan hier niet nader in op het mogelijk stuiten van de verjaartermijnen door de werknemer bij het verjaren van de bovenwettelijke vakantieaanspraak.
Het voornaamste nadeel voor de werkgever is dat er een grotere verlofpot ontstaat. De meeste werkgevers houden niet van een grote openstaande post met verlofaanspraken, doch deze regeling zal dit wel tot gevolg hebben. Daarmee kan bijvoorbeeld het beëindigen van een dienstbetrekking onder uitkering van verlofrechten een meer kostbare aangelegenheid worden. Voorts zal de werkgever, op het moment dat de werknemers het gespaarde verlof aanwenden, dit moeten kunnen uitbetalen. Daarbij is relevant dat de uitbetaling plaatsvindt tegen de loonwaarde op dat moment. Dat betekent vaak dat het gespaarde verlof op het moment van uitbetaling kostbaarder is dan op het moment van opbouwen. De liquiditeitspositie dient dus voldoende sterk te zijn, ook in de toekomst.
Moderne ontwikkelingen als grootste nadeel bij de uitbreiding van verlofsparen?
Uit veel onderzoek blijkt dat werknemers meer dan ooit flexibel zijn. Een langdurig dienstverband, zo werd bij de totstandkoming van de premiedifferentiatie voor de WW-premie reeds gesteld, is iets van het verleden. Mede daarom is de wetgever van oordeel dat de sectorindeling uiteindelijk kan vervallen. De vraag is of verlofsparen tot 100 weken, hetgeen toch enige tijd in beslag neemt, volledig benut kan worden. Discutabel is derhalve of dit middel voldoende geschikt is in onze sterk geflexibiliseerde arbeidsmarkt.
Alternatieven voor verlofsparen
Binnen fiscale wet- en regelgeving is voldoende ruimte voor alternatieven om duurzaam inzetbaar tot de pensioenleeftijd te werken, zeker met de maatregelen uit het hierna te bespreken samenhangende pakket. Denk bijvoorbeeld aan het (steeds vaker voorkomende) generatiepact, waarbij werknemers de mogelijkheid hebben om bijvoorbeeld 80% te werken tegen 90% loon en met 100% pensioenopbouw.
Maatregelen die samenhangen met verlofsparen
Deze verruiming van verlofsparen is opgenomen in het wetsvoorstel dat tevens ingaat op de regeling ‘bedrag ineens’ en de regeling ‘versoepeling RVU-heffing’. Dit zijn allemaal maatregelen tegen de achtergrond van het stijgen van de pensioenleeftijd. Zo kunnen door verlofsparen werknemers die fysiek moeite hebben, bijvoorbeeld door zwaar werk, om de pensioenleeftijd gezond te halen, tegemoet worden gekomen.
Noot van de adviseur
Fiscaal verlofsparen is een interessante optie, maar is zeker niet vrij van haken en ogen. Het heeft voor de werkgever en de werknemer een groot aantal voordelen, maar de nadelen mogen zeker niet onderschat worden. Het verruimen van de vrijgestelde aanspraak naar 100 weken is een sympathieke regeling, die werknemers wat extra adem kan geven om op vitale wijze de pensioenleeftijd te bereiken. Laat u echter wel vooraf goed adviseren over het instellen van een verlofspaarregeling.