Loon of immateriele schadevergoeding
Loon is al hetgeen uit dienstbetrekking wordt genoten, daaronder mede begrepen hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking (artikel 10 LB). Vergoedingen en verstrekkingen tot vergoeding van door de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking geleden schade aan of verlies van persoonlijke zaken, behoren niet tot het loon (artikel 11, lid 1, onderdeel k, LB). Maar waar ligt de grens ? Wat te doen met een vergoeding voor ziektekosten? Welke vergoeding vinden hun grond in de dienstbetrekking en welke niet? In dit artikel uit 2016 wordt ingegaan op de fiscale behandeling van letselschade bij een ongeval.
Moet er belasting worden betaald over smartegeld?
Van smartengeld wordt meestal gesproken als er een vergoeding wordt verstrekt voor immateriële schade die ook aan de persoon betaald zou moeten worden indien deze niet in dienstbetrekking bij de werkgever zou zijn. In de basis behoren dergelijke vergoedingen niet tot het loon.
Moet er belasting worden betaald over vergoeding voor aantasting goede naam?
Een werkgever heeft Henk via een ontslagaanvraag bij het UWV ontslagen, dit vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. De kantonrechter is van mening dat het reintegratie proces niet goed is verlopen en dat de werkgever een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De kantonrechter kent aan Henk een schadevergoeding toe van €25.000 (in verband met inkomensverlies) en tevens een vergoeding voor immateriele schade ad € 25.000. De vraag is of € 50.000 als loon uit dienstbetrekking moet worden gezien, aldus de inspecteur. De rechterbank Den Haag (d.d. 4 juni 2024 ECLI:NL:RBDHA:2024:8791) is het hier niet mee eens. Rechtbank Den Haag oordeelt dat slechts het deel van de billijke vergoeding dat ziet op inkomensverlies belastbaar loon vormt. Het deel dat ziet op vergoeding van immateriële schade is geen loon, omdat deze vergoeding niet zozeer haar grond in de dienstbetrekking vindt dat zij als daaruit genoten loon dient te worden aangemerkt. Beroep van Henk is gegrond.
Smartengeld voor psychisch leed dat de werknemer in zijn dienstbetrekking wordt vaker als loon uit dienstbetrekking gezien. Dit kan bijvoorbeeld gaan om psychisch leed bij ontslag of psychisch leed als iemand publiekelijk aan de schandpaal wordt genageld. We zien echter steeds vaker dat rechters de "redelijkheidsbril" opzetten en een deel van de vergoeding belastingvrij laten uitbetalen. In de zaak van Rechtbank Haarlem d.d. 10 november 2009 was er commotie over de hoogte van het salaris van de directeur van de Nederlandse hartstichting. Er wordt een schadevergoeding van ruim 200.000 toegekend waarvan 50.000 als immateriële schade kwalificeerde. De reden is dat de door de directeur ontvangen schadevergoeding zijn grond niet vindt in de arbeidsovereenkomst en strekt ter verbetering van eer en goede naam van de directeur. Schadevergoeding vormt derhalve geen loon uit dienstbetrekking, aldus de rechtbank.
Ook in een andere procedure wordt een deel van de vergoeding belastingvrij uitbetaald aan een directeur die is aangetast in zijn goede naam. Het Gerechtshof in 's Hertogenbosch is mede daarom van mening dat de ontvangen ontslagvergoeding deels belastingvrij is. De uitspraak van het Gerechtshof is gelijk aan de uitspraak van de Rechtbank.
Het is echter wel zo dat psychisch leed en ellende ook bij ontslag hoort. In een niet gepubliceerde uitspraak van de Hoge Raad d.d. 14 april 1993 is vastgesteld dat door de wijze waarop de werknemer in casu werd ontslagen, hem psychisch leed is aangedaan waarvoor hem een immateriële schadevergoeding werd toegekend. De Hoge Raad oordeelde hieromtrent dat psychisch leed inherent is aan de afwikkeling van een dienstbetrekking door onvrijwillig ontslag zodat de vergoeding ter zake ontvangen als loon uit dienstbetrekking is aan te merken. Soms is de grens dus onduidelijk en voor meerdere uitleg vatbaar.
Ook in een uitspraak van de Hoge Raad d.d. 27 januari 1999 (ECLI:NL:HR:1999:AA2652) komt de Hoge Raad niet tot een belastingvrij vergoeding. De overweging die de Hoge Raad gebruikt om te bepalen of al dan niet sprake is van een immateriële schadevergoeding luidt kort gezegd als volgt.
- Het enkele feit dat rekening is gehouden met de mogelijkheid van een aantasting van de eer en goede naam, waardoor een hogere ontbindingsvergoeding zal zijn toegekend, brengt niet mee dat in die ontbindingsvergoeding enig bedrag is begrepen dat geen of onvoldoende verband houdt met de dienstbetrekking.
- Fiscaal dient derhalve duidelijk gemaakt te kunnen worden waaruit de immateriële schadevergoeding bestaat en wat nu daadwerkelijk de immateriële schade is. Het leed dient derhalve niet zijn directe oorzaak te hebben in de relatie met de werkgever, maar bijvoorbeeld door uitingen naar derden of uitingen door derden die het leven van degene die de schadevergoeding ontvangt niet makkelijker maken.
Ontslagvergoeding door ziekte belastingvrij?
In een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem d.d. 31 maart 2009 ging het om een ontslagvergoeding die is toegekend na periode van arbeidsongeschiktheid. De vergoeding is toegekend omdat de werkgever niet als een goed werkgever heeft gehandeld, waaruit blijkt dat zij deze vergoeding moest betalen in haar hoedanigheid van werkgever. De werknemer, op wie de bewijslast rust, heeft niet aannemelijk gemaakt dat de ontslagvergoeding niet of niet tot het volle bedrag zo zeer haar grond vindt in de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten moet worden beschouwd.
Ongeval en belastingvrije vergoeding
In een arrest bij de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:1983:AW9439) d.d. 29 juni 1983 ging het om een werknemer die een vergoeding ontving wegens immateriële schade en verlies aan arbeidskracht als gevolg van een ongeval in diensttijd. Deze vergoeding vond volgens de Hoge Raad niet zozeer haar grond in de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten moest worden aangemerkt. De vergoeding hield onvoldoende verband met de in dienstbetrekking verrichte arbeid zodat deze niet tot het loon werd gerekend.
- In het arrest van 6 september 1978 werd overwogen dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat een vergoeding voor immateriële schade wegens de onrechtmatige aantasting van de persoon van de werknemer en van diens geestelijke gezondheid, indien de oorzaak daarvan is gelegen in het niet naleven door de werkgever van diens op de wet of op de overeenkomst berustende verplichtingen uit hoofde van de dienstbetrekking, tot de inkomsten uit dienstbetrekking moet worden gerekend. Naar belanghebbendes mening heeft de Hoge Raad met deze omschrijving een afbakening willen maken voor vergoedingen die wel en die welke niet belastbaar zijn op grond van de bron dienstbetrekking door als criterium aan te leggen de omstandigheid dat de schade uitsluitend bij de uitoefening van de dienstbetrekking kan ontstaan. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake.
- Ook uit de jurisprudentie van de Hoven blijkt dat een zodanig criterium wordt gehanteerd bij de vraag naar de belastbaarheid van vergoedingen als de onderhavige. Belanghebbende moge verwijzen naar onder meer Hof Amsterdam, 2 december 1971, B.N.B. 1972/236, Hof Arnhem 6 oktober 1978, FED IB '64 art. 22:150 en Hof Leeuwarden 27 oktober 1978 BNB 1979/256.
- Nu in het onderhavige geval niet de dienstbetrekking de conditio sine qua non van de schade was, is er voor de vraag naar de belastbaarheid van de vergoedingen onvoldoende oorzakelijk verband met de dienstbetrekking.'';
- Zie ook een oude notitie van het verbond voor verzekeraars.
Ook in een later arrest over letselschade en een belastingvrije vergoeding komt de Hoge Raad tot een heldere conclusie. Geen loonheffing op letselschadevergoeding bij dienstongeval vrijwillige brandweer. Een vergoeding voor immateriële schade en verlies aan arbeidskracht als gevolg van een dienstongeval in beginsel niet als loon aan te merken, aldus de Hoge Raad op 25 maart 2022 ECLI:NL:HR:2022:444.
Ongevallen uitkering aan politieagent en belastingen
Is een ongevallenuitkering die aan een hoofdagent wordt betaald belastingvrij of niet? In een procedure bij het Gerechtshof Arnhem d.d. 10 juli 2002 kwam dit aan de orde. Belanghebbende was in het kader van de uitoefening van zijn dienstbetrekking ernstig gewond geraakt. Hij ontvangt van zijn werkgever twee uitkeringen, te weten een uitkering van € 39.711 uit een door zijn werkgever afgesloten collectieve dienstongevallenverzekering (Barp) en een uitkering van € 8.848.
- Het hof vond dat de Barp-uitkering rechtstreeks voortvloeit uit de dienstbetrekking en daarom tot het loon dient te worden gerekend. Het maakt hierbij volgens het hof geen verschil of sprake is van een vergoeding wegens immateriële schade dan wel wegens verlies van arbeidskracht, als de vergoeding — zoals hier — voortvloeit uit afspraken in de arbeidsovereenkomst of uit rechtspositionele regelingen, waaraan het recht op een vergoeding wordt ontleend.
- Op de uitkering van € 8.848 bestaat echter geen rechtstreeks uit de dienstbetrekking voortvloeiende aanspraak. De werkgever betaalde dit bedrag aan de werknemer door in verband met een (mogelijke) claim wegens werkgeversaansprakelijkheid. Pas na het oordeel van een verzekeringsdeskundige ging de werkgever akkoord met uitbetaling van dit bedrag. Het hof oordeelde dat deze uitkering daarom helemaal niet belastbaar is.
Vaststellingsovereenkomst en belastingvrije vergoeding
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 20 augustus 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:6653) geoordeeld over een docent die bij een school vertrekt. De arbeidsovereenkomst van een docent wordt door middel van een vaststellingsovereenkomst ontbonden, waarbij een beëindigingsvergoeding wordt toegekend. De voormalig docent wil een gedeelte van deze vergoeding aanmerken als een immateriële schadevergoeding. Het hof oordeelt dat sprake is van loon uit dienstbetrekking ongeacht of sprake is van een (im)materiële schadevergoeding. Dit is alleen anders indien de vergoeding geen of onvoldoende verband houdt met de dienstbetrekking. Een vergoeding die is verstrekt wegens afwikkeling van de dienstbetrekking inherent aan psychisch leed van een belastingplichtige valt niet onder deze uitzondering. De bewijslast dat sprake is van een dergelijke uitzondering rust op de belanghebbende en hij heeft dat niet aannemelijk gemaakt, aldus het hof. De Hoge Raad komt een jaartje later niet tot een andere conclusie (ECLI:NL:HR:2020:53)
Advies fiscaal jurist inzake smartegeld of vergoeding van immateriele schade
Een aantal gevallen van letselschadevergoedingen zijn zonder enige discussie belastingvrij. Als er een uitkering wordt betaald voor psychisch leed en aantasting van de goede naam dan ligt de discussie vaak een stuk complexer. Lees hiertoe ook een eerder artikel van mijn hand. Smartegeld is een vergoeding voor immateriele schade die ontstaat door toedoen van een ander. Als een vergoeding wordt betaald uit een ongevallenverzekering van de werkgever is meestal box 1 heffing van toepassing (niet belastingvrij). Als de vergoeding wordt betaald via een verzekeraar dan is het verstandig om een belastinggarantie in de overeenkomst op te nemen, de mogelijke fiscale claim komt dan voor rekening van de verzekeraar. Schakel naast uw advocaat altijd tijdig een fiscalist is, deze kan de fiscale merites beoordelen, helpen bij de juiste tekst en verdelingen in de overeenkomst en indien nodig tijdig met de belastingdienst in overleg treden. Wilt u een vrijblijvende offerte stuur ons dan gerust een e-mail.
Vragen over belastingvrije schadevergoeding of smartegeld?
Meer weten van loon of immateriele schadevergoeding
- Letselschade smartengeld en belastingen
- Immateriele schadevergoeding of loon
- Immateriele schadevergoeding fiscale procedures
- Immateriele schadevergoeding fiscale procedure
- Schadevergoeding belastingvrij
- Letselschadevergoeding belastingvrij
- Immateriële schadevergoeding
- Loon of schenking aan werknemer
- Schadevergoeding fiscale procedure
- Maximale immateriele schadevergoeding bij fiscale procedures