Lening werknemer aan failliete werkgever
Een lening aan uw werkgever tegen bijvoorbeeld 6% kan belastingvrij. De werkgever moet dan wel financieel gezond zijn. De werknemer krijgt hierdoor meer rente dan op een eenvoudige bankrekening. Het is belangrijk om de lening wel schriftelijk vast te leggen en eventueel af te spreken dat de aflossing bij ontslag direct zal plaatsvinden. Wat nu als de werkgever failliet gaat?
Failliete werkgever en negatief loon
De heer X leent € 35.000 aan zijn werkgever. De werkgever voldoet met dit geld een betalingsachterstand bij de Belastingdienst. Drie jaar later gaat de werkgever alsnog failliet. De heer X heeft op dat moment nog ruim € 30.000 van zijn werkgever tegoed. X trekt het verlies in zijn aangifte inkomstenbelasting af als negatief loon. De inspecteur en de rechter zijn van mening dat de afboeking niet aftrekbaar kan zijn. De heer X gaat in hoger beroep en deze rechter kijkt er iets scherper naar. Het Gerechtshof in Arnhem stelt dat er sprake is van een onzakelijke (werknemers)lening, dit omdat de werkgever bij het verstrekken van de lening nergens anders een lening kon krijgen, daarnaast heeft de werknemer geen enkele zekerheid ontvangen.
Er stond geen tegenprestatie tegenover de lening, derhalve zijn het geen kosten die zijn gemaakt ter verwerving, inning of behoud van het loon. De werknemer is zijn geld kwijt en is dus armer geworden. Het Gerechtshof is van mening dat de vordering als negatief loon kan worden afgeboekt. De rente mag niet als negatief loon worden aangemerkt (is namelijk inkomen).
Vervolgens ging de Staatssecretaris in cassatie bij de Hoge Raad, toen ging het mis.
De Hoge Raad besliste op 10 januari 2014 anders. Een lening van een werknemer was niet aftrekbaar. Een werknemer leende geld bij een bank om dit vervolgens door te lenen aan zijn werkgever. De werkgever kon namelijk niet zelf geld bij een bank lenen. De werkgever ging vervolgens failliet. De werknemer kon de lening niet als negatief inkomen aftrekken, aldus ons hoogste rechtscollege. De Hoge Raad stelt dat de werknemer het bedrag leende om zijn baan te houden, hiermee zijn het kosten die verband houden met de dienstbetrekking en deze zijn sinds 2001 niet meer aftrekbaar. Er had beter voor een andere reddingsactie kunnen worden besloten (of wellicht een werknemerparticipatie).
Bron
Gerechtshof Arnhem d.d. 28 augustus 2013.
Hoge Raad d.d. 10 januari 2014.