Bezwaar tegen inlenersaansprakelijkheid
Als een werknemer ter beschikking is gesteld aan een derde (bijvoorbeeld bij uitzendwerk) om onder toezicht van die derde werkzaamheden te verrichten, dan is de inlener hoofdelijk aansprakelijk voor de loonheffingen die de uitlener verschuldigd is (in verband met deze werknemer). Het gaat dan om de loonheffingen, niet om de belastingrente en / of boete (artikel 34 lid 1 Invorderingswet). We zien de de laatste tijd steeds vaker dat de Belastingdienst bedrijven aansprakelijk stelt via deze route.
Bezwaar maken tegen de inlenersaansprakelijkheid
Een inlener kan aansprakelijk worden gesteld voor loon- en omzetbelastingschulden van de werkgever (de uitlener van de werknemer, vaak een uitzendbureau). Bij inlenen van mensen moet u dus oppassen. U kunt ook aansprakelijk worden gesteld als u werknemers van een werkgever heeft doorgeleend aan een derde. Als u aansprakelijk wordt gesteld door de Belastingdienst kunt u het beste een ervaren fiscaal jurist inschakelen. In dit artikel enkele aandachtspunten voor de aansprakelijkheidsstelling.
Stap 1 - Is er sprake van inlening?
U bent alleen aansprakelijk als er ook sprake is van (fiscale) inlening. De werknemers van de uitlenener (formele werkgever) moeten de werkzaamheden in opdracht van u of uw bedrijf hebben verricht. Hierbij moet u (of uw bedrijf) toezicht en leiding hebben uitgeoefend over de ingeleende werknemer. Als hiervan geen sprake is, voldoet u niet aan de vereisten voor de inlenersaansprakelijkheid. Over dit onderdeel is vaak de meeste discussie met de Belastingdienst. Laat u vanaf dag één adviseren zodat u geen verkeerde antwoorden of brieven richting de Belastingdienst stuurt.
Stap 2 - De formele regels
De Belastingdienst moet ook uw belangen zorgvuldig wegen en mag niet afwijken van wettelijke bepalingen of beleidsregels. De uitlener (werkgever) moet eerst in gebreke worden gesteld voordat de Belastingdienst u aansprakelijk kan stellen. Ook moet u in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord. De aanslagen op grond waarvan u aansprakelijk wordt gesteld moeten juist en volledig zijn. U moet de berekening derhalve controleren en u moet alle informatie ter hand worden gesteld.
Als u aansprakelijk wordt gesteld, dan moet de Belastingdienst u hierover ook inhoudelijk informeren. U kunt een verzoek indienen om alle fiscaal relevante informatie aan u te verstrekken. Uw rechten zijn opgenomen in de algemene wet bestuursrecht, de algemene wet inzake rijksbelastingen en de invorderingswet (en leidraad invordering).
U moet wel tijdig bezwaar maken (binnen 6 weken na dagtekening van de aansprakelijkheidsstelling). Vergeet ook niet de feitelijke werkgever (civielrechtelijk) aansprakelijk te stellen voor uw schade.
Stap 3 - Wie is aansprakelijk gesteld?
De Belastingdienst mag niet willekeurig partijen aansprakelijk stellen, dit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Als er meerdere inleners zijn, dan moeten deze ook aansprakelijk worden gesteld.
Noot fiscaal jurist inzake inlenersaansprakelijkheid
Als inlener kunt u voor veel zaken aansprakelijk worden gesteld, u heeft ook een eigen onderzoeksplicht. Hierbij moet u denken aan:
- Aansprakelijkheid voor betalen minimumloon en vakantietoeslag door de uitlener (werkgever);
- Is de werknemer in het bezit van een geldige werkvergunning / verblijfsvergunning (kopie bewaren in uw administratie);
- Identiteit van de werknemer vaststellen (kopie bezwaren in uw administratie);
- Is er een BSN-nummer beschikbaar van de werknemer?;
- Is de uitlener / het uitzendbureau geregistreerd (bijv. via aantekening in handelsregister)?
Als u werkt met ingeleende mensen, moet u het volgende overwegen om uw aansprakelijkheid te beperken:
- Stort een deel van de factuur op een zogenaamde G-rekening (20% bij BTW verlegd). Direct storten bij de Belastingdienst is sinds 2016 niet meer mogelijk.
- Voor de risicobeperking is het nodig dat u de personen heeft geïdentificeerd (en de uren heeft geadministreerd).
- Vraag een verklaring van de Belastingdienst (en accountant).
- Aansprakelijkheid kunt u ook beperken door te werken met een uitzendbureau dat is aangesloten bij een stichting (zoals de ABU / NBBU / SNA).
Bij een mogelijke aansprakelijkheid is het verstandig een deskundige in te schakelen. Het nalopen van alle feiten en omstandigheden en het beoordelen van de materiële en formele mogelijkheden zijn hierbij van essentieel belang.
Formele zaken bij inlenersaansprakelijkheid
- Als bijvoorbeeld de inlener en uitlener geen verwijt kan worden gemaakt (zogenaamde disculpatie), dan kan er van inlenersaansprakelijkheid geen sprake zijn. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij een faillissement van de uitlener door een calamiteit (zie hiertoe een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam uit 2007).
- Ook al is het gelijkheidsbeginsel in het geding en waarbij er begunstigend beleid wordt gevoerd, kan de beschikking soms in de prullenbak. Dit gebeurde in een procedure waarbij enkel grotere inleners aansprakelijk werden gesteld (vordering boven € 5.000). Vorenstaande is volgens de rechter niet toegestaan, lees hiertoe de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem -Leeuwarden uit 2015
- De Belastingdienst moet ook altijd de belangen afwegen. Doet de Belastingdienst dit niet of onvoldoende, dan komt de aansprakelijkheidsstelling te vervallen. Dit gebeurde onder meer in een procedure bij de Rechtbank Den Haag in 2007.
- De wetenschap bij de werkgever voor een aansprakelijkheid is ook van belang. In een situatie waarbij de werknemers door de inlener deels zwart werden betaald en de uitlener (een payrollbedrijf) hiervan niet op de hoogte was, kan de uitlener niet aansprakelijk worden gesteld. Dit is ook bevestigd door het Gerechtshof Den Haag in 2013.
- Als de Belastingdienst niet ingrijpt bij een slecht betalende uitlener, dan kan de schade niet worden verhaal op de inlener. De rechter is van mening dat de aansprakelijkheid moet worden verminderd (Rechtbank Gelderland 2019).
Materiële zaken bij inlenersaansprakelijkheid
Wat ook van essentieel belang is, is dat de inlener zelf leiding geeft aan de mensen. Als hiervan geen sprake is, dan kan de inlener ook niet aansprakelijk worden gesteld. Dit zijn meestal zeer feitelijke procedures. In een aantal procedures ging de Belastingdienst te kort door de bocht en was er geen sprake van feitelijk leiding geven door de inlener. Een voorbeeldprocedure ging over het hotelwezen. Nachtportiers kregen geen leiding van de inlener, maar er was sprake van ingekochte diensten (Rechtbank Zeeland - West Brabant uit 2015).
Bron inlenersaansprakelijkheid
Gerechtshof Amsterdam 19 maart 2007, ECLI:NL:GHAMS:2007:BA1925
Gerechtshof Den Haag d.d. 7 augustus 2013 ECLI:NL:GHDHA:2013:3121
Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden d.d. 7 mei 2015 (ECLI:NL:GHARL:2015:3263)
Rechtbank Gelderland 7 februari 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:474
Meer weten van bezwaar tegen inlenersaansprakelijkheid
- Schijnconstructies en FIOD
- Schijnconstructies documenten Belastingdienst
- Contracting of schijnconstructie?
- Inlenersaansprakelijkheid
- Inlenersaansprakelijkheid Belastingdienst
- Inlenersaansprakelijkheid beperken
- Huisvesting uitzendkrachten en BTW
- Hoorgesprek in bezwaarfase
- Handhaving schijnzelfstandigheid probleem bedrijven