Gebruikelijk loon voor medici
Voor medisch specialisten is het gebruikelijk loon enkele jaren geleden veranderd (sinds 2015). Elders op onze website leest u meer over de te zetten stappen en de voorwaarden die de Belastingdienst stelt aangaande onder meer het ondernemerschap. Wij krijgen veel vragen over de fiscale gevolgen van van nieuwe structuren, waarin het MSB (medisch specialistisch bedrijf) wordt uitgeoefend. Eén van de aandachtspunten is, afhankelijk van de te kiezen structuur, het gebruikelijk loon.
Het DGA salaris voor 2023 bedraagt € 51.000, voor 2024 is dit vastgesteld op € 56.000
Aandeelhouderschap en gebruikelijk loon
Indien er voor wordt gekozen om een MSB in de vorm van een maatschap uit te oefenen, kan men het ondernemerschap voor de inkomstenbelasting behouden, met de daarbij behorende fiscale faciliteiten. Als er echter sprake is van een B.V.-structuur, kan er sprake zijn van een aanmerkelijk belang, indien er een belang wordt gehouden dat groter is dan 5%. Een structuur waarbij men een belang van minder dan 5% heeft in een B.V. of een coöperatie is erg interessant. Elders leest u hier meer over. Ook bij een structuur met personal holdings valt de medisch specialist onder het aanmerkelijkbelangregime. Daarmee zijn ook de regels van het gebruikelijk loon van toepassing.
De nieuwe gebruikelijkloonregels
Hoofdregel: gebruikelijk loon is ten minste het hoogste van de volgende bedragen:
- 75% (was 70%) van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking (was "soortgelijke dienstbetrekking"), deze doelmatigheidsmarge is in 2023 komen te vervallen.
- het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van het hiervoor bedoelde lichaam of daarmee verbonden lichamen;
- € 45.000 (bedrag 2018).
De doelmatigheidsmarge gaat dus van 30% naar 25%. Bestaande afspraken worden opgezegd, eventueel mag met herrekenen naar 75/70 x het oude gebruikelijkloon.
Vanaf 2015 geldt "'de meest vergelijkbare". Dat was in 2014 nog "soortgelijke" dienstbetrekking.
Dat is een vergelijkbare dienstbetrekking:
- waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt;
- die bekend is bij de inhoudingsplichtige en de inspecteur;
- waarvan het loon bekend is of in redelijkheid geschat kan worden; en
- waarvan het loon niet op een ander bedrag is vastgesteld dan in het economische verkeer gebruikelijk is.
Samenwerkingsverbanden en gebruikelijk loon 1: afroommethode
Destijds is de zogenaamde afroommethode al door de Hoge Raad afgeschoten.
De afroommethode houdt in dat het in aanmerking te nemen salaris van een medisch specialist wordt bepaald door de winst van zijn persoonlijke B.V. aan te houden (dat is dus het aandeel in een maatschap, het MSB), verminderd met de kosten en lasten die aan die opbrengst zijn toe te rekenen. Dat leidt tot een zeer hoog salaris en een B.V. die nagenoeg geen winst maakt. Fiscaal volstrekt niet optimaal dus.
De Hoge Raad heeft inmiddels beslist dat de afroommethode niet werkt in de volgende situatie. Een arts is via zijn persoonlijke B.V. maat in een maatschap van medisch specialisten. Het Gerechtshof Leeuwarden oordeelde destijds dat de opbrengst van de B.V. nagenoeg geheel voortvloeit uit de arbeid die door belanghebbende is verricht. Daarom moest het gebruikelijk loon worden berekend op basis van de afroommethode. De Hoge Raad denkt daar anders over casseert deze uitspraak.
Als de werkzaamheden van deze arts worden verricht in een maatschap en de opbrengst van de persoonlijke B.V. bestaat uit een aandeel in de winst van een maatschap, dan is van een (nagenoeg) geheel voortvloeien uit de door de arts verrichte arbeid geen sprake. Dat is slechts het geval indien de omvang van het aandeel van de B.V. in het resultaat van dat samenwerkingsverband (nagenoeg) uitsluitend wordt bepaald door de arbeid die de betreffende arts zelf in de maatschap verricht. Dat was niet het geval en dus kon de afroommethode niet worden toegepast (HR 9 november 2012 (11/03555, LJN BW 4167).
Samenwerkingsverbanden en gebruikelijk loon 2: verbonden lichamen
Als er sprake is van verbonden lichamen, geldt dat ook bij deze vennootschappen moet worden beoordeeld wat het loon van de best betaalde medewerker is. In de oorspronkelijke voorstellen voor 2015 zou het criterium verbondenheid worden verlaagd van 30% naar 5%, maar dat is niet doorgegaan.
Geldt dat echter ook voor het salaris van medewerkers van een maatschap, waarin een personal holding B.V. deelneemt, zoals de Belastingdienst stelde? De Hoge Raad was van mening dat dit niet het geval is. De Hoge raad oordeelde: “Werknemers die in dienst zijn van een maatschap kunnen voor de toepassing van artikel 12a Wet LB 1964 niet tevens worden aangemerkt als werknemers van één of meer maten van die maatschap.
De conclusie is dus dat de Belastingdienst tweemaal (nota bene bij dezelfde belastingplichtige) bakzeil heeft gehaald.
Noot van de fiscalist
Voor medisch specialisten is het mogelijk om als IB-ondernemer te blijven werken. Daarnaast zijn er onder omstandigheden mogelijkheden om onder de aanmerkelijkbelangsituatie, en daarmee onder de gebruikelijkloonperikelen uit te komen. Als dat niet lukt, is het zaak om goed te kijken naar de omvang van het gebruikelijk loon. De afroommethode zal doorgaans niet hoeven te worden toegepast en ook de inkomens van andere personen bij de maatschap of andere personal holdings blijken nu gelukkig niet meer relevant. Het wachten is nu op de wetgever: toont deze zich wederom een slecht verliezer en wordt de wet aangepast?
Meer weten van gebruikelijk loon voor medici
- Gebruikelijk loon DGA
- Pas op met de gebruikelijk loon regeling
- Tijdsbesteding en gebruikelijk loon DGA
- Medicus ondernemerschap 2015
- Gebruikelijk loon parttime DGA
- Medicus in BV of cooperatie of LLP
- Verlagen loon DGA en corona crisis
- Gebruikelijk loon DGA 2021
- Gebruikelijk loon internationaal
- Memo gebruikelijk loon DGA