Kamervragen inzake schijnzelfstandigheid
Het opheffen van het zogenoemde handhavingsmoratorium met ingang van 1 januari 2025 en de al lopende DBA-controles houden de gemoederen bij opdrachtgevers, opdrachtnemers en ook in de politiek behoorlijk bezig.
Op 13 januari 2025 heeft Staatssecretaris Palmen van Financiën antwoord gegeven op een aantal Kamervragen. De antwoorden zijn deels onthutsend. De Staatssecretaris geeft aan het te betreuren dat het noodzakelijk is om bij de hersteloperatie kinderopvangtoeslag ook na 1 januari 2025 nog te werken met (potentieel) schijnzelfstandigen. Hij sluit niet uit dat ook in 2026 nog potentieel schijnzelfstandigen worden ingezet voor de hersteloperatie.
Er kan uiteraard weinig worden afgedaan aan de noodzaak tot een snelle afwikkeling van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag. In feite duurt dat al veel te lang. Dat is echter anders als het gaat om de inzet van potentieel schijnzelfstandigen.
- De aard en de duur van de werkzaamheden;
- De manier waarop de werkzaamheden en werktijden zijn bepaald;
- De mate waarin de werkzaamheden en opdrachtnemer onderdeel zijn van de organisatie van de opdrachtgever;
- Is er wel of geen verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren?
- Op welke manier zijn de afspraken tussen partijen tot stand gekomen?
- Hoe is de hoogte van de beloning bepaald en hoe wordt deze uitbetaald;
- De hoogte van de beloning;
- De mate waarin de opdrachtnemer bij de opdracht commercieel risico loopt;
- De mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt (waaronder het aantal opdrachtgevers).
Laten we hier het kader van de Belastingdienst eens tegen aan houden.
Aard en duur van de werkzaamheden
Langdurige en inspanningsgerichte taken kunnen een indicatie zijn voor
een arbeidsovereenkomst. Een inspanningsverplichting wijst op een arbeidsovereenkomst,
een resultaatsverplichting wijst op een overeenkomst van opdracht.
Als een opdracht meer dan 3 maanden duurt en 20 uur per week beslaat,
kan dit een indicatie zijn van een arbeidsovereenkomst.
Bepalen werkwijze en werktijden
Van belang is in hoeverre de opdrachtnemer ook zelf de werkwijze en de locatie van de werkzaamheden kan bepalen.
Inbedding in de organisatie
Als sprake is van een kernactiviteit is dit een indicatie voor een arbeidsovereenkomst.
Andere elementen
Over de voorwaarde over het bestaan van de verplichting om het werk persoonlijk te verrichten en de vraag wie de overeenkomst heeft opgesteld en of hierover is onderhandeld, kan -zonder nadere informatie- uiteraard slechts worden gespeculeerd.De omstandigheid dat ook de Staatssecretaris aangeeft dat nog wordt gewerkt met schijnzelfstandigen maakt dat het er op zijn minst op lijkt dat aan al deze indicaties voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst lijkt te zijn voldaan. Loonbelasting en premies inhouden ligt dan ook voor de hand.
Noot fiscaal jurist inzake kamervragen
De Staatssecretaris trekt nog wel het boetekleed aan: “ Het kabinet vindt het niet van voorbeeld gedrag getuigen dat overheidsinstanties in strijd met de wet handelen.” Dit komt voor als een understatement. Daarenboven, wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien. Met andere woorden, dit kabinet trekt wel een heel grote broek aan door bedrijven correctieverplichtingen op te leggen of een aanwijzing te geven.
Het antwoord op Kamervraag 5 is ronduit beschamend. De vraag luidt:
- “Beseft het kabinet dat de overheid onbeperkt haar door haarzelf opgelegde boetes en naheffingen kan blijven betalen met belastinggeld maar dat andere organisaties, bedrijven en ondernemers failliet gaan wanneer zij boetes krijgen en tegelijkertijd door blijven gaan met zich niet aan de wet houden? (…)”
Het antwoord van de staatssecretaris:
- “Het handhaven van het uitgangspunt dat per 1 januari 2025 geen enkele potentieel schijnzelfstandige bij de hersteloperatie kinderopvangtoeslag werkzaam zou mogen zijn, gaat ten koste van het bereiken van de kabinets- doelstellingen én ten koste van het feitelijk helpen van gedupeerde ouders. In die afweging is Dienst Toeslagen gekomen tot het genoemde aanbod aan brokers die potentieel schijnzelfstandigen leveren voor de hersteloperatie kinderopvangtoeslag om de boetes en naheffingen premies werknemers- verzekeringen te betalen. Deze afspraak behelst dat indien handhaving door de Belastingdienst bij deze brokers leidt tot boetes en naheffingen werk- nemersverzekeringen als gevolg van aantoonbare schijnzelfstandigheid bij dergelijke zzp’ers, dat Dienst Toeslagen bereid is deze kosten te vergoeden. Desondanks is voor 2025 geen raming in de begroting opgenomen voor het betalen van boetes en naheffingen. (…)”
Kortom, bij de overheid breekt nood wetten, hoeft men zich niet te conformeren aan wet- en regelgeving en betaalt men de fiscale correcties bij contractpartners uit de algemene middelen die wij allen bij elkaar brengen. Ongehoord!
Hoewel de Staatssecretaris aangeeft dat er mogelijk ook handhavende acties plaatsvinden bij het ministerie van Financien zelf, lijkt er sprake te zijn van kennelijk begunstigend beleid. Immers een eventuel aanwijzing wordt al gewoon niet opgevolgd.
Verder dringt zich de vraag op of bij het Ministerie van Financiën nu geen sprake is van kwaadwillendheid. Immers het ministerie persisteert erin in strijd met wet- en regelgeving te handelen. Maar ja, ook deze boete betaalt het Nederlandse volk dan.
Bronnen
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2024Z20573&did=2025D00703