Aandelenopties werknemers en belastingen
Werkgevers kunnen hun werknemers aandelenopties toekennen als beloning. Onder de huidige wetgeving (artikel 10a lid 1 Wet loonbelasting) vindt het heffingsmoment over deze werknemersparticipatie (werknemersoptie) niet plaats op het moment van toekenning, maar op het moment van uitoefening. Het verschil tussen de uitoefenprijs van de optie en de waarde van het verkregen aandeel is belast. Meestal houden de werknemers de aandelen en / of kunnen of mogen ze het aandeel niet verkopen. De werknemer beschikt dan niet over geld (liquide middelen) om de belasting te betalen. De regeling voor aandelenopties zou dus aangepast moeten worden. Dit is in 2021 al eens aan de orde gesteld, maar hier is nog niets mee gebeurd. Vanaf 2023 mag de belastingheffing worden betaald als de aandelen worden verzilverd.
Is het wetsvoorstel voordelig? Eigenlijk niet. Bij een dalende koers had de werknemer de aandelen beter niet kunnen kopen, dus de werknemer gaat altijd uit van een stijgende aandelenkoers. Bij een stijgende aandelenkoers is het voorstel ongunstig. Conclusie: 'flauwekul voorstel waar bedrijfsleven niet veel mee opschiet.'
Update fiscale behandeling aandelenoptierechten in grensoverschrijdende situaties
Op 7 december 2024 is een besluit gepubliceerd over de fiscale behandeling van aandelenoptierechten in grensoverschrijdende situaties is gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit bevat beleid over de heffing van loon- en inkomstenbelasting op voordelen uit aandelenoptierechten die aan werknemers worden toegekend en vervangt het eerdere besluit van 2002.
Belangrijkste wijzigingen:
- Aanpassing door nieuwe wetgeving: Het besluit is geactualiseerd vanwege de invoering van de Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten per 1 januari 2023.
- Heffingsmoment verschoven: Het moment van heffing is niet langer het uitoefenen van de aandelenoptierechten, maar het moment waarop de aandelen verhandelbaar worden.
-
Twee perioden onderscheiden:
- Periode 1: Voorafgaand aan uitoefening, voordelen worden toegerekend aan werkzaamheden.
- Periode 2: Tussen uitoefening en verhandelbaarheid, voordelen worden toegerekend aan het aandeelhouderschap (bijv. dividend).
- Loonbelasting en internationale situaties: Voor niet-inwoners kan in bepaalde situaties heffing van loonbelasting achterwege blijven, onder voorwaarden.
Goedkeuring staatssecretaris:
De staatssecretaris keurt goed dat geen loonbelasting wordt geheven over voordelen uit periode 2, mits deze niet worden aangemerkt als inkomen uit werk en woning. Dit besluit heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2023.
Aandelenoptie rechten: aanpassing heffingsmoment
Staatssecretaris van Financiën Van Rij heeft het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenopties opnieuw naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit voorstel was reeds aangekondigd in het Belastingplan 2022, maar is aangehouden voor het nieuwe kabinet, omdat er destijds twijfels bestonden over onder andere de uitvoeringslasten en om eventuele aanpassingen te verkennen. Staatssecretaris van Financiën Van Rij geeft aan dat aanpassingen van het wetsvoorstel de regeling juist lastiger maken en heeft om die reden het wetsvoorstel ongewijzigd naar de Tweede Kamer gestuurd.
Inhoud wetsvoorstel aandelenopties werknemers
Wanneer werknemers als beloning van hun werkgever aandelenopties ontvangen
als arbeidsbeloning, betalen zij daar inkomstenbelasting over in box 1
tegen het progressieve tarief. Het heffingsmoment is het moment wanneer
de aandelenopties worden verzilverd.
In de praktijk komt het vaak voor, zeker bij start-ups, dat de medewerker
die de aandelenopties verzilvert een vervreemdingsverbod heeft op deze
aandelen voor een bepaalde periode. Dit zorgt in de praktijk voor een liquiditeitsprobleem
bij de medewerker, omdat hij deze aandelenopties nog niet kan verkopen
maar al wel de verschuldigde belasting moet betalen.
Het wetsvoorstel geeft de medewerker die de aandelenoptie verzilvert de mogelijkheid om, met ingang van 1 januari 2023, zelf het moment te bepalen wanneer hij de verschuldigde belasting betaalt. Dit kan zijn op het moment zoals het was, namelijk wanneer de aandelenopties worden verzilverd, óf het moment dat de aandelen verhandelbaar zijn geworden. Het doel van het wetsvoorstel is om bedrijven de mogelijkheid te bieden om werknemers te belonen en daarmee langer aan zich te kunnen binden, zonder dat een belastingmaatregel ervaren wordt als uitvoeringsprobleem.
Optieregeling voor start ups
Er is op dit moment (juni 2022) een wetsvoorstel in behandeling voor een fiscaal gunstige optie regeling bij start ups. Binnen dit voorstel is het mogelijk dat er geen belasting wordt betaald bij toekennen maar pas bij verhandelbaarheid. Edoch dan over de waarde op dat moment. Waar het voordeel in zit is ons onduidelijk.
Noot fiscaal jurist inzake werknemersparticipaties en aandelenopties
Het wetsvoorstel geeft
een werknemer in eerste aanleg meer mogelijkheden met betrekking tot eventuele
liquiditeitsproblemen wanneer aandelen niet verhandelbaar zijn. Echter
het uitstellen van de belastingheffing tot het moment dat de aandelen verhandelbaar
zijn zal in de praktijk vaak zorgen voor een hogere belastingheffing. De
grondslag voor de belastingheffing is namelijk de waarde van de aandelen
minus de uitoefenprijs van de aandelenopties. Wanneer de aandelen in waarde
stijgen in de periode dat de aandelen worden verzilverd en deze verhandelbaar
zijn geworden, neemt de grondslag voor de belastingheffing ook toe. Onderstaand
wordt e.e.a. geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld (klik voor vergroting).
Bron aandelenopties LinkedIn Staatssecretaris van Financiën Van Rijn
Wanneer het heffingsmoment werd gekozen op het moment dat de aandelenopties
worden uitgeoefend, was de grondslag van de belastingheffing in bovenstaand
voorbeeld € 30.000 -/- € 10.000 uitoefenprijs = € 20.000. Bij een belastingtarief
van 49,5% (toptarief box 1) bedraagt de verschuldigde belasting € 9.900
ten opzichte van een belastingdruk van € 19.800 wanneer de aandelenopties
verhandelbaar zijn geworden in bovenstaande illustratie. Naar verwachting
zal de voorgenomen wetswijziging in het Belastingplan 2023 worden gepresenteerd.
Bent u van plan medewerkers te laten participeren binnen uw onderneming
of krijgt u mogelijk wellicht zelf de mogelijkheid aandelenopties aan te
kopen van uw werkgever, dan is het goed u tijdig te laten informeren over
de belastinggevolgen voor u of uw werknemers. Neem om die reden gerust
eens vrijblijvend contact op met één van onderstaande adviseurs.
Bestaande optieregelingen goed vastleggen
Aandachtspunt is dat het wetsvoorstel geen overgangsregeling kent voor bestaande aandelenopties. Het belastbare moment voor de houders van aandelenopties die voor 1 januari 2023 zijn uitgegeven verschuift hierdoor naar het moment van verhandelbaarheid, tenzij de werknemer expliciet (schriftelijk) kiest voor de keuzeregeling. Bestaande aandelenoptieregelingen moeten dus opnieuw worden beoordeeld.
Het is jammer dat het kabinet niet met een betere regeling komt. Uit een landenonderzoek volgt dat de regeling die wij vanaf 2023 gaan gebruiken al in meerdere landen op dezelfde manier werkt. Dit is voor het kabinet ook de reden om het wetsvoorstel door te voeren. Een speciale regeling (niet gehele waarde wordt belast) voor innovatieve bedrijven of start-ups is komen te vervallen, dat is een gemiste kans.
Het is eerder te overwegen dat de werkgever - tegen een lage rente - een lening verstrekt aan de werknemer zodat hij / zij de belastingen kan betalen. Leg de regeling en het heffingsmoment goed vast in een schriftelijke overeenkomst, deze moet de werkgever bewaren bij zijn loonadministratie.
Vaak wordt in de praktijk gekozen voor een echte werknemersparticipatie (aandelen met STAK) of een zogenaamd Stock Appreciation Right (SAR). Een SAR geeft werknemers recht op een betaling van geld indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan (bijvoorbeeld bij een bepaalde winst of bij verkoop). Een SAR wordt gezien als regulier loon en is aftrekbaar voor de Vennootschapsbelasting. Via een SAR wordt wel minder gebondenheid gecreëerd dan via een aandeel of een optie.
Zowel de Nederlandse optieregeling als de SAR bieden geen goed alternatief voor het belonen van werknemers. Nederland blijft hierdoor achterlopen binnen internationaal verband, dit is slecht voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Wilt u een advies inzake een werknemersparticipatie, neem dan gerust contact op met onderstaande adviseurs.
Bron aandelenopties en werknemers
Tweede kamer stukken werknemersopties
JWW