Laadpaal thuis en belastingen
Steeds meer werkgevers besluiten om een laadpaal voor een elektrische auto bij kantoor of de werknemer thuis te (laten) installeren. De belastingdienst heeft ondanks aangegeven hoe hier fiscaal mee moet worden omgegaan. Hoe werkt dit fiscaal voor uw werknemers? Het standpunt van de belastingdienst is op 7 maart 2023 gepubliceerd. Zie hiertoe mede dit besluit uit 2015.
De werkgever mag de noodzakelijke voorzieningen voor een elektrische laadpaal voor de auto van de zaak belastingvrij vergoeden. Een aparte meter is verstandig om zuiver te kunnen bepalen wat de kosten (elektragebruik) zijn. De kosten kunnen ten laste van de winst van de onderneming of bv worden gebracht. Vorenstaande geldt voor ondernemers, DGA's en werknemers.
Standpunt kennisgroep belastingdienst inzake vergoeding laadkosten auto van de zaak
Op 4 november 2024 heeft de kennisgroep van de Belastingdienst een standpunt ingenomen over de vergoeding van laadkosten bij een auto van de zaak. De maximale vergoeding van de werkgever voor dergelijke kosten is gelijk aan de werkelijk door de werknemer gedane uitgaven voor de elektriciteit voor de auto van de zaak, hierbij gaat het om de integrale kosten per kWh, dit mag niet de gemiddelde elektriciteitsprijs zijn.
Laadpaal van de werkgever bij de werknemer thuis
Een laadpaal die bij uw werknemer thuis wordt geinstalleerd is onbelast als de laadpaal zou dienen om de auto van de zaak op te laden. Het is hierbij niet van belang of er een bijtelling wordt toegepast of niet. Vervolgens zal de werknemer elektra moeten gebruiken. De kosten van het daadwerkelijke elektra gebruik bij de werknemer thuis, mag de werkgever belastingvrij vergoeden. Het gaat hierbij om integrale kosten per kWh (dus variabele en vaste kosten mogen per kWh worden meegenomen). De kosten voor de tussenmeter mag de werkgever ook belastingvrij vergoeden. Een vaste vergoeding is niet verstandig en dan ook af te raden.
Eigen laadpaal thuis en belastingen (privé auto)
Kosten mogen niet worden vergoed, maximale vergoeding is € 0,19 per kilometer. Deze vergoeding wordt geacht om alle kosten te dekken.
Fiscale mogelijkheden elektrische laadpaal
De aanschaf van een elektrische laadpaal bij een werknemer thuis (voor de auto van de zaak) kent ook nog een paar extra fiscale voordelen.
Investeringsaftrek over elektrische laadpaal
De aanschaf komt in aanmerking voor de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), dit mits de investeringen binnen de onderneming (op jaarbasis) tenminste € 2.400 bedragen. De KIA wordt berekend over de investering exclusief btw (tenzij de onderneming de btw niet kan verrekenen).
Milieu-investeringsaftrek elektrische laadpaal
Een laadpaal bij uw bedrijf kan ook nog in aanmerking komen voor Milieu-investeringsaftrek (MIA). DE kosten moeten dan wel minimaal € 2.500 bedragen. De MIA bedraagt maximaal 36% van de investering. Als een ZZP'er of DGA vanuit huis werkt (en geen kantoor heeft), dan mag de MIA ook worden toegepast.
Personeelslening voor thuisaccu of laadbox
Een werkgever verstrekt aan een werknemer met een elektrische auto een personeelslening voor de aanschaf van een thuisaccu en/of een laadpaal. De werknemer betaalt minder rente aan de werkgever voor deze lening dan bij een kredietverlener. Een thuisaccu is een batterij waarin elektriciteit kan worden opgeslagen. Deze wordt bevestigd aan een muur aan de binnenkant van een woning of in een garage. Meestal wordt de thuisaccu gecombineerd met zonnepanelen om de zelf opgewekte energie te bewaren en niet terug te sturen naar het elektriciteitsnet. De thuisaccu is verbonden met het elektriciteitsnetwerk.
In dit onderdeel het standpunt van de belastingdienst (kennisgroep)
Bij een laadpaal zijn er twee varianten:
- een staande, veelal in beton gegoten paal (paalmodel), en
- een aan de muur bevestigd laadpunt (wandmodel, ook wel laadbox genoemd).
Beide zijn verbonden met het elektriciteitsnetwerk.
Vraag inzake rentevoordeel lening werknemer inzake accu of laadbox
Kan de werkgever het rentevoordeel dat de werknemer geniet als eindheffingsbestanddeel in de zin van artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB 1964) aanwijzen als de werknemer de lening aanwendt voor een thuisaccu of een laadpaal?
Antwoord inzake rentevoordeel lening werknemer inzake accu of laadbox
De werkgever kan het rentevoordeel in beginsel aanwijzen als eindheffingsloon voor zover de werknemer de lening aanwendt voor een thuisaccu en/of een laadbox (wandmodel). Dit is niet mogelijk als (en voor zover) de werknemer de lening aanwendt voor een paalmodel, omdat dan het rentevoordeel als aftrekbare kosten in de zin van artikel 3.120 tot en met artikel 3.123 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) in aanmerking kan worden genomen.
Eindheffingsloon rentevoordeel lening werkgever aan werknemer
Een werkgever kan onder voorwaarden vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen op grond van artikel 31, eerste lid, onderdeel f, Wet LB 1964 aanwijzen als eindheffingsloon. Dit geldt op grond van artikel 31, vierde lid, onderdeel h, Wet LB 1964 niet voor een belast rentevoordeel als dit als aftrekbare kosten in de zin van artikel 3.120 tot en met artikel 3.123 Wet IB 2001 in aanmerking kan worden genomen. Voorwaarde hierbij is dat de schuld is aangegaan in verband met een eigen woning.
Maken de thuisaccu en de laadpaal deel uit van de eigen woning?
Onder een eigen woning wordt verstaan het (gedeelte van het) gebouw met de daartoe behorende aanhorigheden[voetnoot 3], dat de belastingplichtige anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van onder andere (economische) eigendom (artikel 3.111 Wet IB 2001).
Voor de beoordeling van de vraag of sprake is van een aanhorigheid is van belang of het betreffende object naar objectieve maatstaven behoort bij de woning, daarbij in gebruik is en dienstbaar is aan de woning. Voorbeelden zijn de garage en de tuin bij de woning.
De vraag is of een thuisaccu en een laadpaal deel uitmaken van een onroerende zaak (en vervolgens of deze deel uitmaken van de eigen woning in fiscale zin).
Het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is bepalend voor de vraag of de thuisaccu en de laadpaal als onroerend moeten worden aangemerkt. De kennisgroep neemt in afstemming met de Kennisgroep invordering en civiel recht de volgende standpunten in:
- Een laadpaal is ná installatie een onroerende zaak door natrekking door de grond.
- Een laadbox is ná installatie aan de wand een roerende zaak, omdat het geen bestanddeel van de woning wordt.
- Een thuisaccu is ná installatie in beginsel een roerende zaak. Als sprake is van een thuisaccu geïnstalleerd in een off-grid of zelfvoorzienende woning kan de thuisaccu een onroerende zaak zijn door bestanddeelvorming.
Wettelijk kader inzake onderdeel eigen woning of niet
Een roerende zaak kan ná installatie onroerend worden door:
- natrekking door de grond op basis van artikel 3:3, eerste lid, BW in samenhang met artikel 5:20, eerste lid, onderdeel e, BW:
- bestanddeelvorming met een onroerende (hoofd)zaak op basis van artikel 3:4 BW in samenhang met artikel 5:3 BW.
- Volgens artikel 3:3, eerste lid, BW zijn - kort gezegd - gebouwen of
werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, onroerende zaken. De vraag
of sprake is van ‘duurzame vereniging’ wordt sinds het wijzen van het Amercentrale-arrest,
Hoge
Raad 13 juni 1975, ECLI:NL:HR:1975:AC3080, bepaald door de vraag of
het gebouw of werk naar zijn aard en inrichting bestemd is om duurzaam
ter plaatse te blijven. In latere jurisprudentie is hier nader invulling
aan gegeven: Bij twijfel over de bestemming moet op de bedoeling van de
bouwer/opdrachtgever worden gelet, voor zover die naar buiten kenbaar is
(af te leiden uit de objectieve uiterlijke kenbare feiten). Verkeersopvattingen
vormen geen zelfstandig criterium, maar kunnen in aanmerking worden genomen
in gevallen waarin onzekerheid blijkt te bestaan of een object kan worden
beschouwd als duurzaam met de grond verenigd (zie onder andere Hoge
Raad 31 oktober 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2478).
Op grond van artikel 3:4, eerste of tweede lid, BW is het mogelijk dat zaken onroerend worden doordat zij bestanddeel worden van een onroerende zaak:
- Dit is op grond van het eerste lid het geval als een zaak volgens verkeersopvatting
onderdeel uitmaakt van een onroerende zaak. Er zijn in de rechtspraak enkele
criteria geformuleerd die hier invulling aan geven. Er is naar verkeersopvattingen
sprake van bestanddeelvorming, als een gebouw zonder de betreffende zaak
als onvoltooid of anderszins incompleet moet worden beschouwd;
een gebouw en de zaak qua constructie specifiek op elkaar zijn afgestemd (zie onder andere Hoge Raad 15 november 1991, ECLI:NL:HR:1991:AD1791 en Hoge Raad 7 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2256). Als een zaak ten opzichte van een andere onroerende zaak slechts een tijdelijke hulpfunctie vervult en bestemd is om daarna te worden verwijderd, vormt dat in het algemeen een aanwijzing dat de zaak naar verkeersopvatting niet als onderdeel van de andere zaak heeft te gelden (Hoge Raad 6 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7474). - Op grond van het tweede lid is er sprake van bestanddeelvorming als een zaak zodanig met een hoofdzaak verbonden wordt dat zij daarvan niet kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan een der zaken (‘aard- en nagelvast’). Fysieke verbondenheid is hiervoor vereist (zie onder andere Hoge Raad 13 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1785, r.o. 3.3.1 en 3.3.2).
Laadpaal thuis en lening werkgever aan werknemer
De laadpaal staat in de regel los van het huis en wordt ingegraven, gefixeerd in de grond en verbonden met het elektriciteitsnet. Om te bepalen of de laadpaal door installatie onroerend wordt, moet dus beoordeeld worden of sprake is van natrekking van een werk door de grond op basis van artikel 3:3, eerste lid, BW in samenhang met artikel 5:20, eerste lid, onderdeel e, BW. Van belang daarbij is of de laadpaal naar aard en inrichting bedoeld is om duurzaam ter plaatse te blijven. Daar is, gelet op de fixatie in de grond (vaak in beton gegoten) en de verbinding met het elektriciteitsnet, sprake van. Ook de minister van Economische Zaken noemde laadpalen al eens onroerende zaken (Aanhangsel der Handelingen II 2013/2014, nr. 233).
Een eigenaar zal de paal ook niet snel meeverhuizen naar een nieuwe woning of verwijderen als deze zijn elektrische auto van de hand doet. Het feit dat de laadpaal door gecertificeerde vaklui (met de nodige moeite) kan worden verwijderd, maakt dit niet anders. Als er sprake is van een duurzame bestemming, is namelijk niet van belang dat technisch de mogelijkheid bestaat om een gebouw of werk te verplaatsen. De laadpaal is na installatie dus een onroerende zaak.
Laadbox (wandmodel) en belastingen
De laadbox wordt in de regel gemonteerd aan een muur. Voor de beantwoording van de vraag of na installatie sprake is van een onroerende zaak, gaat de kennisgroep ervan uit dat het de muur van een onroerende zaak betreft, zodat getoetst wordt aan artikel 3:4, eerste en tweede lid, BW.
- Eerste lid: Onroerende zaak incompleet of onvoltooid. Een huis zonder dakpannen (of andere typische dakbedekking) is niet bestand tegen de weersinvloeden en is daarom niet geschikt als woning. Een huis zonder laadbox of laadpaal is echter nog steeds een huis. Zelfs als de bewoner wel een elektrische auto heeft, maar geen laadbox of laadpaal, dan doet dat in principe niet af aan de woning; de onroerende zaak is dan niet incompleet of onvoltooid.
- Eerste lid: Specifieke afstemming. Er kan niet worden gesteld dat de woning en de laadbox specifiek op elkaar zijn afgestemd. Een woning wordt niet specifiek ontworpen voor een laadbox of vice versa.
- Tweede lid: Zodanige verbondenheid. Is er een zodanige verbondenheid met de onroerende zaak dat de laadbox onroerend is op basis van artikel 3:4, tweede lid, BW? Hiervoor kijken we mede naar het arrest Zalco. Voor het afscheiden is geen beschadiging van betekenis vereist aan de woning of de laadbox, omdat deze simpelweg kan worden losgeschroefd van de muur en ontkoppeld van het stroomnet. Ook de kosten van het verwijderen zijn slechts beperkt ten opzichte van de waarde van de twee delen. De laadbox is om die redenen niet een bestanddeel op basis van de fysieke verbondenheid als bedoeld in artikel 3:4, tweede lid, BW.
Op basis van het voorgaande is een laadbox niet onroerend door bestanddeelvorming op grond van artikel 3:4, eerste lid, BW.
Thuisaccu’s en belastingen
Voor de beoordeling van thuisaccu’s geldt hetzelfde als voor de laadboxen, met dien verstande dat een accu andere kenmerken qua installatie en toepassing heeft. Installatie vindt plaats binnen het gelijkstroomsysteem van de zonnepanelen en vereist een speciale omvormer. Accu’s worden op dit moment vrijwel uitsluitend aangeboden in combinatie met zonnepanelen. Om die reden neemt de kennisgroep deze installatie als uitgangspunt bij de beoordeling. De accu is in dat geval in staat om pieken en dalen in opwekking en verbruik op dagelijkse basis op te vangen. Ze hebben niet genoeg capaciteit om in de zomer opgewekte hoeveelheden stroom op te slaan en in de winter af te geven. Wat dat betreft maakt een thuisaccu zonnepanelen slechts iets voordeliger en/of efficiënter.
Op basis van deze voorstelling van zaken is een reguliere woning zonder accu nog steeds bewoonbaar en dus niet incompleet. Daarnaast hoeft een woning niet specifiek ontworpen te zijn voor installatie van een thuisaccu of andersom. Verder is voor het verwijderen geen beschadiging van betekenis vereist aan de woning of de accu. In dergelijke gevallen is een thuisaccu dus niet onroerend door bestanddeelvorming op basis van artikel 3:4, eerste of tweede lid, BW.
Het voorgaande zou anders kunnen zijn in geval van een woning die niet is aangesloten op het elektriciteitsnet en zelf voorziet in haar energiebehoefte (off-grid of zelfvoorzienend). In zo’n geval kan een accu een essentieel onderdeel van de stroomvoorziening zijn. Als een dergelijke woning in Nederland zonder de accu naar moderne maatstaven niet geschikt zou zijn voor bewoning, dan is de accu een bestanddeel op basis van artikel 3:4, eerste lid, BW. De woning is anders incompleet en mogelijk is de woning ook specifiek afgestemd op het hebben van een accu. Of hiervan sprake is moet per individueel geval beoordeeld worden.
Noot fiscaal jurist inzake laadpaal elektrische auto
Zoals vele dingen in onze fiscale wereld zijn de feiten en vragen soms eenvoudig en is het antwoord complex en van vele onderdelen afhankelijk. Als u vragen heeft over beloningen aan werknemers of de werkkostenregeling kunt u contact met ons opnemen of per e-mail een vraag stellen aan de specialist. Bij een laadpaal thuis en de auto van de zaak spelen ook de mogelijkheden voor subsidies, woonwerk, de aftrek van BTW, de elektrische auto en de bijtelling, de mogelijkheden binnen de WKR, etc.
Vragen over bijtelling, laadpaal of WKR?
Meer weten van laadpaal thuis en belastingen
- Laadpaal elektrische auto
- Subsidie elektrische auto
- Vergoeding laadkosten elektrische auto
- Bijtelling elektrische auto Duitsland
- Goedkope elektrische auto van de zaak
- Nihilwaarderingen werkkostenregeling
- Gebruikelijkheidstoets werkkostenregeling
- Gerichte vrijstellingen werkkostenregeling
- Stappenplan werkkostenregeling
- Gebruikelijkheid bij de werkkostenregeling
- Maaltijden en werkkostenregeling