Eigenwoningregeling bij gezamenlijk eigendom
Mag ik gebruik maken van de eigenwoningregeling als ik een woning bezit met een ander, waarbij de woning niet kadastraal is gesplitst?
Het komt vaker voor dan je denkt. Het ene gezin woont in het ene gedeelte van een woning, het andere gezin woont in het andere gedeelte. Tezamen één woning, waarin ieder gezin een bepaald percentage bezit heeft. Deze situatie deed zich voor bij twee huishoudens.
X is samen met zijn echtgenote, zwager en schoonzus eigenaar van een woning die zij gezamenlijk bewonen. X en zijn echtgenote bezitten 35% van deze woning, zwager en schoonzus bezitten de resterende 65% van de woning.
Gezamenlijk gebruik
De woning ziet er als volgt uit. Deze bestaat uit twee bouwkundig gesplitste delen. X en echtgenote bewonen het ene gedeelte, terwijl zwager en schoonzus het andere gedeelte bewonen. De woning is niet kadastraal gesplitst en er is geen sprake van een gezamenlijke huishouding.
De aangifte IB / PVV
In de aangifte IB / PVV van X heeft hij zijn gedeelte van de woning - 35% - aangemerkt als eigen woning in box 1. De inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag de aangegeven inkomsten uit eigen woning gecorrigeerd en het aandeel in de woning toegerekend aan de rendementsgrondslag van box 3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde in deze zaak dat de inspecteur het woningaandeel van X terecht had toegerekend aan box 3. De rechtbank baseerde haar uitspraak op het volgende.
In de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) is geregeld dat de belastbare inkomsten uit eigen woning de voordelen uit eigen woning zijn verminderd met de op die voordelen drukkende aftrekbare kosten. De ‘eigen woning’ wordt gedefinieerd in artikel 3.111 Wet IB 2001.
Waar het in deze zaak om ging is, dat de waardeontwikkeling van de desbetreffende woning de belastingplichtige grotendeels moet aangaan. ‘Grotendeels’ moet worden uitgelegd als 50% of meer. Het feit is dat X en zijn echtgenote voor minder dan 50% eigenaar zijn van de woning.
Oordeel van het Hof
Het Hof is van mening dat de waardeontwikkeling van het aandeel in de woning X en zijn echtgenote wel volledig aangaat. Het aandeel in de woning kwalificeert daarmee voor X en zijn echtgenote als eigen woning en mag worden aangegeven in box 1. Dat de woning niet kadastraal is gesplitst, doet hieraan niets af.
Hoe nu verder?
In deze zaak wordt voor eind juni een conclusie van de Advocaat – Generaal verwacht. Hierna volgt een richtdatum voor de uitspraak in cassatie. Het is nog even afwachten wat de rechtsregel wordt in een situatie zoals deze.
Mocht deze situatie op u van toepassing zijn, of heeft u ineens twijfels omtrent uw aangifte IB / PVV? Neem dan gerust contact op met één van onze fiscaal specialisten.