Box 3 heffing ontwijken of onterecht
De belastingheffing in box 3 vindt plaats over een wettelijk vastgesteld rendement. Dat rendement kan in de praktijk niet (vrijwel risicoloos) worden behaald. De veelgestelde vraag is of de belastingheffing in strijd is met Europees recht. Daarnaast wordt ons vaak de vraag gesteld hoe de heffing kan worden voorkomen, daarom dit artikel.
Tarieven Box 3
Soort belegging | 2022 | 2023 | 2024 |
Banktegoeden | 0,00% | 0,36% | 1,03% |
Beleggingen | 5,53% | 6,17% | 6,04% |
Schulden | 2,28% | 2,57% | 2,47% |
De vrijstelling bedraagt in 2023 en 2024 € 57.000 per persoon. Tevens zijn er de volgende vrijstellingen in box 3:
- Contant geld met fiscale partner € 1.306 (zonder fiscale partner € 653) (2023: € 596)
- Bestaande kapitaalverzekeringen met fiscale partner € 246.856 (zonder fiscale partner € 123.428)
- Uitvaarverzekering € 8.665 (2023: € 7.913)
- Vrijstelling groene beleggingen € 71.251 met fiscale partner € 142.502
Box 3 wijziging 2023 en 2024
Het tarief in box 3 wordt verhoogd van 32% naar 36% in 2024. Het tarief blijft dan in 2025 ook 36%. Het heffingsvrije vermogen van € 57.000 per belastingplichtige blijft in 2023 en 2024 gelijk. Het nieuwe box 3 stelsel is uitgesteld tot 2027. Tevens zijn er nog een paar kleinere wijzigingen per 2023 / 2024, de belangrijkste:
- Vermogen binnen een VvE (vereniging van eigenaren) wordt gezien als spaarsaldo (en niet als overige bezitting). Bezittingen in box 3 worden gezien als banktegoeden (fictief rendement 0,36%) of overige bezittingen (fictief rendement 6,17% in 2023). Dit geldt per 2023.
- Vermogen op de derdenrekening bij de notaris wordt gezien als spaarsaldo (per 2023)
- Onderlingen vorderingen en schulden tussen ouders en kinderen kunnen een probleem opleveren. Het forfaitaire rendement op vorderingen bedraagt 6,17% en voor schulden 2,46% (cijfers 2023). Bij onderlinge vorderingen en schulden (ouders / kinderen en fiscale partners) zou dit oneerlijk zijn. De vorderingen en schulden worden per 2023 gedefiscaliseerd. Dit kan ook plaatsvinden door verrekenbeding bij huwelijkse voorwaarden.
- Tip: als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitarie rendement maak dan bezwaar tegen uw aanslag inkomstenbelasting.
Box 3 heffing in strijd met Europees recht
De Hoge Raad heeft in april 2018 in een concreet geval beslist dat inderdaad sprake is van een buitensporige last. Daarop heeft hij de belastingaanslag verminderd. Wat was er aan de hand?
- De belastingplichtige had zijn vermogen van zo’n 3 ton belegd in effecten.
- Op het hoogtepunt van de bankencrisis (31 januari 2013) heeft hij zijn gehele vermogen belegd in aandelen SNS, in het kennelijke vertrouwen dat de overheid de banken zou redden. Dat pakte anders uit: een dag later werden de aandelen SNS onteigend en de belastingplichtige bleef met niets achter.
- Bij de fiscus kon de belastingplichtige op weinig medeleven rekenen. Die stelde het vermogen op 1 januari gewoon vast op 3 ton en hief belasting alsof het wettelijke rendement heel 2013 was behaald.
- Bezwaar en beroep bij de Rechtbank mochten niet baten.
Het Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden ging er in hoger beroep eens goed voor zitten en stelt het volgende vast:
- Het belastbaar inkomen uit werk en woning is € 13.220 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (zonder de SNS-aandelen) is nihil.
- Voor huurtoeslag komt belanghebbende in 2013 als gevolg van het forfaitair bepaalde inkomen uit box 3 niet in aanmerking.
- Bij belanghebbende worden belastbare inkomsten in aanmerking genomen, hoewel het door de Staat onteigende vermogen hem vanaf 1 februari 2013 geen inkomsten meer kan opleveren.
- Het inkomensniveau van belanghebbende ligt, als gevolg van de heffing over het belastbaar inkomen uit box 3, onder de wettelijk omschreven armoedegrens.
Hoewel het Gerechtshof de regeling in het algemeen op zichzelf niet in strijd acht met Europees recht, komt hij op het individuele geval van onze belastingplichtige wel tot het oordeel dat sprake is van individuele en buitensporige last die in strijd is met het EVRM. Het Gerechtshof lost dit op door de heffing te beperken tot 1 maand, de periode dat het vermogen nog aanwezig was (en dus kon renderen). De Hoge Raad is het volledig met het Gerechtshof eens en laat het oordeel in stand.
Noot fiscaal jurist over box 3
Is de box 3 heffing nu dood en begraven?
Nee, want:
- De Hoge Raad zegt niets over de box 3 heffing in het algemeen;
- Dit betreft een bijzondere zaak omdat:
a. het hele vermogen is verdampt;
b. belanghebbende onder de armoedegrens zakt;
c. er ook andere nadelige gevolgen zijn (geen huurtoeslag);
d. de staat een hand heeft gehad in het vermogensverlies.
Toch moet wel gezegd worden dat de fiscus slecht heeft geprocedeerd. Pas bij de Hoge Raad – als het niet meer kan- komt de fiscus met de stellingen:
- dat het ‘eigen schuld’ is van belanghebbende om in SNS te investeren;
- dat de bank voor de risico’s heeft gewaarschuwd; en
- kwijtschelding van belasting kan worden verleend.
De uitspraak biedt wel perspectieven voor andere belastingplichtigen die grote waardedalingen in hun vermogen zien. In hoeverre de armoedegrens en het ingrijpen van de overheid (onteigening) daarbij van doorslaggevend belang zijn, zal toekomstige jurisprudentie moeten uitwijzen.
Omzetten box 3 in box 2
Een veelgekozen oplossing om geen box 3 heffing meer te betalen is het omzetten van box 3 vermogen in zogenaamd box 2 vermogen. In dit artikel lees u hier meer over.
Bron heffing box 3 in strijd met EU-recht
Rechtbank Gelderland d.d. 31 december 2015 (ECLI:NL:RBGEL:2015:8177).
Gerechtshof Arnhem Leeuwarden d.d. 28 februari 2017 (ECLI:NL:GHARL:2017:1614).