Bezwaar maken tegen excessief lenen?
Er is discussie ontstaan over de fiscaal juridische houdbaarheid van een belastingmaatregel, dit keer de Wet Excessief lenen bij de eigen vennootschap. Deze wetgeving treft DGA's (tenminste 5% aandelenbelang) die bedragen van hun BV hebben geleend die hoger zijn dan € 700.000 (vanaf 2024 € 500.000). Fiscalisten denken dat de regeling in strijd is met het Europees recht (zie artikel FD september 2024). En als u denkt "het gaat om klein geld", dat is niet zo, DGA's staan voor ongeveer € 65 miljard in het krijt bij hun eigen BV.
Nieuws Prinsjesdag 2024 (belastingplan 2025)
Uit het belastingplan 2025 blijkt dat het kabinet een wetsvoorstel heeft opgesteld waarbij de dubbel telling bij excessief lenen bij samenwerkingsverbanden wordt voorkomen. Er worden bepaalde verplichtingen uitgesloten die normaal gesproken wel meetellen voor de bepaling of er sprake is van excessief lenen. Dit is een correctie op de wetgeving omdat deze onvoorziene en onbedoelde gevolgen had bij sommige samenwerkingsverbanden (voorstel heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2023). U kunt het belastinplan 2025 hier raadplegen en de miljoennota 2025 hier. De overige stukken kunt u hier vinden.
Bezwaarschrift wet excessief lenen
Per 1 januari 2023 is de Wet excessief lenen in werking getreden. Indien een aanmerkelijkbelang houder samen met zijn of haar fiscaal partner (en/of een verbonden persoon) meer dan € 700.000 (let op! Vanaf 2024 meer dan € 500.000) heeft geleend van zijn of haar B.V. wordt het meerdere aangemerkt als een fictief regulier voordeel uit aanmerkelijk belang. Het eerste peilmoment was 31 december 2023. Inmiddels is het jaar 2024 ver gevorderd en dat betekent dat de eerste aanslagen inkomstenbelasting 2023 met een eventueel fictief regulier voordeel als gevolg van bovenmatig lenen worden opgelegd. Een aanslag gebaseerd op een fictie, is dit in strijd met artikel 1 EP/EVRM? In dit artikel staat de mogelijke strijdigheid en bezwaargronden centraal.
Wanneer is er sprake van excessief lenen
In onze eerdere artikelen hebben wij uitgebreid stilgestaan bij de werking van de Wet excessief lenen. In dit artikel een toelichting op de wet excessief lenen, in dit artikel worden diverse vragen over excessief lenen beantwoord en in dit artikel kijken we naar de gevolgen bij een emigratie.
Strijdigheid draagkrachtbeginsel
Zoals reeds opgemerkt is een bovenmatige schuld voor de Wet excessief lenen louter een heffing op grond van een fictie. Civielrechtelijk gezien blijft de schuld aan de B.V. ‘gewoon’ op nominale waarde staan en wordt de verschuldigde rente berekend over de nominale waarde van de schuld. Voorts wordt in de aangifte inkomstenbelasting de nominale waarde van de schuld in mindering gebracht op het box 3 vermogen van belastingplichtige.
Met andere woorden: De belastingplichtige wordt geconfronteerd met een belastingclaim gebaseerd op een fictief inkomen, terwijl er geen sprake is van een daadwerkelijke vermogensverschuiving. De belastingplichtige dient immers het ter leen ontvangen bedrag terug te betalen aan de vennootschap. Dit leidt tot mogelijke strijdigheid op basis van het draagkrachtbeginsel wat nou net de basis is voor de inkomstenbelasting. Een heffing dat niet is gebaseerd op het draagkrachtbeginsel is in strijd met artikel 1 EP/EVRM.
Het ontbreken van overgangsrecht
De Wet excessief lenen kent geen enkele vorm van overgangsrecht. Schulden die al jarenlang vóór de invoering van deze wet bestonden worden derhalve ook getroffen. In het slechtste scenario wordt een belastingplichtige geconfronteerd met een heffing per 31-12-2023, omdat de schuld meer bedraagt dan € 700.000 en vervolgens per 31-12-2024 wederom, omdat de schuld drempel inmiddels verder is verlaagd tot maximaal € 500.000.
Is het mogelijk om dergelijke wetgeving in te voeren met de fiscale impact die het teweegbrengt zonder overgangsrecht?
Het Europese Hof van de Rechten van de Mens heeft in de “M.A. Zaak” geoordeeld dat het ontbreken van overgangsrecht in strijd is met artikel 1 EP/EVRM indien er sprake is van: “an unreasonable interference with expectations protected by Article 1 of Protocol No. 1”.
Het invoeren van de Wet excessief lenen zorgt voor een fictieve heffing wat een aanzienlijke ingreep heeft op een jarenlange geaccepteerde praktijk. Dit betekent dat de invoering van de wet, zonder het opnemen van een overgangsrecht, een “unreasonable interference with expectations protected by Article 1 of Protocol No. 1” kan zijn en er sprake is van inbreuk op grond van artikel 1 EP/EVRM.
Tot slot zou gesteld kunnen worden dat de heffing is gestoeld op ongewenst gedrag (bovenmatig lenen) en niet als belastingheffing. Indien er sprake is van een heffing op basis van ongewenst gedrag geldt er een verbod van terugwerkende kracht. Dit betekent dat leningen van vóór 1 januari 2023 niet in de heffing van de Wet excessief lenen mogen worden betrokken.
Bezwaar maken?
Heeft u een aanslag over 2023 ontvangen gebaseerd op de Wet excessief lenen en wenst u bezwaar te maken tegen de aanslag dan kunt u contact opnemen met één van de onderstaande adviseurs. De kans van slagen dat de aanslag met betrekking tot het fictief regulier voordeel, na het indienen van bezwaar, wordt verminderd is onduidelijk. Dat gold destijds ook voor het bezwaar tegen de fictieve rendementen in box 3 en we weten inmiddels allemaal hoe dat is afgelopen. Maak derhalve voor uzelf de afweging of u bezwaar wenst te maken. Uiteraard kunt u voorafgaand aan uw besluit ook eens vrijblijvend contact met ons opnemen om dit onderwerp te bespreken.
Bron bezwaar excessief lenen
Scriptie de wet excessief lenen Universiteit Tilburg
Vragen over excessief lenen en/of bezwaarprocedure? Vraag vrijblijvende offerte
Meer weten van bezwaar tegen excessief lenen
- Excessief lenen DGA
- Oplossingen excessief lenen
- Excessief lenen bij de eigen vennootschap
- Toelichting wet excessief lenen bij eigen vennootschap
- Excessief lenen bij emigratie en immigratie
- Vragen excessief lenen
- Navordering box 2
- Navordering 2021
- Navordering en kwade trouw
- Navordering bij onjuiste aangifte door gemachtigde
- Excessief lenen in strijd met EU recht