print sitemap zoeken disclaimer contact

Bezwaar maken tegen excessief lenen?

Per 1 januari 2023 is de Wet excessief lenen in werking getreden. Indien een aanmerkelijkbelang houder samen met zijn of haar fiscaal partner (en/of een verbonden persoon) meer dan € 700.000 (let op! Vanaf 2024 meer dan € 500.000) heeft geleend van zijn of haar B.V. wordt het meerdere aangemerkt als een fictief regulier voordeel uit aanmerkelijk belang. Het eerste peilmoment was 31 december 2023. Inmiddels is het jaar 2024 ver gevorderd en dat betekent dat de eerste aanslagen inkomstenbelasting 2023 met een eventueel fictief regulier voordeel als gevolg van bovenmatig lenen worden opgelegd. Een aanslag gebaseerd op een fictie, is dit in strijd met artikel 1 EP/EVRM? In dit artikel staat de mogelijke strijdigheid en bezwaargronden centraal.

Wanneer is er sprake van excessief lenen

In onze eerdere artikelen hebben wij uitgebreid stilgestaan bij de werking van de Wet excessief lenen. In dit artikel een toelichting op de wet excessief lenen, in dit artikel worden diverse vragen over excessief lenen beantwoord en in dit artikel kijken we naar de gevolgen bij een emigratie.

Strijdigheid draagkrachtbeginsel

Zoals reeds opgemerkt is een bovenmatige schuld voor de Wet excessief lenen louter een heffing op grond van een fictie. Civielrechtelijk gezien blijft de schuld aan de B.V. ‘gewoon’ op nominale waarde staan en wordt de verschuldigde rente berekend over de nominale waarde van de schuld. Voorts wordt in de aangifte inkomstenbelasting de nominale waarde van de schuld in mindering gebracht op het box 3 vermogen van belastingplichtige.

Met andere woorden: De belastingplichtige wordt geconfronteerd met een belastingclaim gebaseerd op een fictief inkomen, terwijl er geen sprake is van een daadwerkelijke vermogensverschuiving. De belastingplichtige dient immers het ter leen ontvangen bedrag terug te betalen aan de vennootschap. Dit leidt tot mogelijke strijdigheid op basis van het draagkrachtbeginsel wat nou net de basis is voor de inkomstenbelasting. Een heffing dat niet is gebaseerd op het draagkrachtbeginsel is in strijd met artikel 1 EP/EVRM.

Het ontbreken van overgangsrecht

De Wet excessief lenen kent geen enkele vorm van overgangsrecht. Schulden die al jarenlang vóór de invoering van deze wet bestonden worden derhalve ook getroffen. In het slechtste scenario wordt een belastingplichtige geconfronteerd met een heffing per 31-12-2023, omdat de schuld meer bedraagt dan € 700.000 en vervolgens per 31-12-2024 wederom, omdat de schuld drempel inmiddels verder is verlaagd tot maximaal € 500.000.

Is het mogelijk om dergelijke wetgeving in te voeren met de fiscale impact die het teweegbrengt zonder overgangsrecht?

Het Europese Hof van de Rechten van de Mens heeft in de “M.A. Zaak” geoordeeld dat het ontbreken van overgangsrecht in strijd is met artikel 1 EP/EVRM indien er sprake is van: “an unreasonable interference with expectations protected by Article 1 of Protocol No. 1”.

Het invoeren van de Wet excessief lenen zorgt voor een fictieve heffing wat een aanzienlijke ingreep heeft op een jarenlange geaccepteerde praktijk. Dit betekent dat de invoering van de wet, zonder het opnemen van een overgangsrecht, een “unreasonable interference with expectations protected by Article 1 of Protocol No. 1” kan zijn en er sprake is van inbreuk op grond van artikel 1 EP/EVRM.

Tot slot zou gesteld kunnen worden dat de heffing is gestoeld op ongewenst gedrag (bovenmatig lenen) en niet als belastingheffing. Indien er sprake is van een heffing op basis van ongewenst gedrag geldt er een verbod van terugwerkende kracht. Dit betekent dat leningen van vóór 1 januari 2023 niet in de heffing van de Wet excessief lenen mogen worden betrokken.

Bezwaar maken?

Heeft u een aanslag over 2023 ontvangen gebaseerd op de Wet excessief lenen en wenst u bezwaar te maken tegen de aanslag dan kunt u contact opnemen met één van de onderstaande adviseurs. De kans van slagen dat de aanslag met betrekking tot het fictief regulier voordeel, na het indienen van bezwaar, wordt verminderd is onduidelijk. Dat gold destijds ook voor het bezwaar tegen de fictieve rendementen in box 3 en we weten inmiddels allemaal hoe dat is afgelopen. Maak derhalve voor uzelf de afweging of u bezwaar wenst te maken. Uiteraard kunt u voorafgaand aan uw besluit ook eens vrijblijvend contact met ons opnemen om dit onderwerp te bespreken.

Bron bezwaar excessief lenen

Scriptie de wet excessief lenen Universiteit Tilburg

Vragen over excessief lenen en/of bezwaarprocedure? Vraag vrijblijvende offerte

Bedrijfsnaam

*

Naam

*

Aantal medewerkers

Bent u tevreden over uw belastingadviseur :

Wilt u een vrijblijvende offerte / advies ontvangen?

Opmerkingen/vragen

Ja, ik ga akkoord met de verwerking van mijn gegevens. Jongbloed Fiscaal Juristen NV mag mij per e-mail info sturen en mijn persoonlijke gegevens gebruiken om mijn interessegebieden vast te stellen zoals hier beschreven, en ik ben me ervan bewust dat ik op elk moment mijn toestemming kan intrekken.

Deel deze pagina

Laatste update op 30-08-2024
Artikel gemaakt op 30-08-2024
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Inkomstenbelasting Box 2 Excessief lenen bij de eigen vennootschap Bezwaar tegen excessief lenen

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap