Box 1
In box 1 komt u de volgende inkomsten tegen:
- winst uit onderneming;
- auto van de zaak;
- inkomsten uit dienstbetrekking en periodieke uitkeringen;
- inkomen uit eigen woning.
Winst uit onderneming
Een ondernemer is iemand voor wiens rekening een bedrijf wordt gedreven (eenmanszaak, maatschap, VOF, etc.). Een echte ondernemer (meer dan 1.225 uur per jaar aan onderneming besteden en meer dan 50% van de reguliere werktijd) heeft ook nog recht op:
- zelfstandigenaftrek;
- startersaftrek;
- toevoeging oudedagsreserve;
- meewerkaftrek;
- MKB-winstvrijstelling;
- investeringsaftrek.
Het urencriterium geldt vanaf 2010 niet meer, de onder ad 1 tot en met 4 genoemde faciliteiten gelden echter enkel als voor "echte ondernemers".
Auto van de zaak
Als de onderneming of uw werkgever u een auto ter beschikking stelt waar u ook privé mee mag rijden, wordt een deel van de cataloguswaarde (inclusief BPM en BTW) van de auto als inkomen gezien. Het percentage is afhankelijk van de milieubelasting van de auto. De bijtelling is 0%, 14%, 22% of 25%. Voor echte bedrijfsauto's geldt geen bijtelling. Als u aantoonbaar niet privé met de auto heeft gereden, heeft u ook geen bijtelling. Voor auto's ouder dan 15 jaar geldt de werkelijke waarde als grondslag en dus niet de oorspronkelijke cataloguswaarde.
Inkomsten uit dienstbetrekking en periodieke uitkering
Op uw salaris wordt loonheffing ingehouden. Kosten die met uw werk samenhangen zijn niet aftrekbaar, deze kunnen wel onbelast worden vergoed. De kosten van vervoer naar uw werk (per openbaar vervoer) zijn volgens een tabel aftrekbaar.
Inkomsten uit eigen woning
Deze regeling geldt alleen voor de eerste woning (uw hoofdverblijf). Een vakantiehuis valt hier dus niet onder, deze valt in box 3. U moet belasting betalen over de WOZ-waarde, dit tegen een wettelijk vastgesteld percentage. Vanaf 2009 is de regeling voor duurdere woningen aangepast. Voor de eerste woning zijn bepaalde kosten (zoals hypotheekrente, erfpacht, etc.) aftrekbaar. De rente is aftrekbaar voor zover de hypotheek is aangegaan voor de aankoop, verbetering of verbouwing van de eigen woning. De hypotheekrente is over een periode van 30 jaar aftrekbaar, daarna niet meer.
Heffingskortingen
In box 1 zit het inkomen uit arbeid en wonen. Als u inkomsten heeft waarover loonbelasting wordt ingehouden, bijvoorbeeld loon, een uitkering of pensioen, dan kan uw werkgever, uitkeringsinstantie of pensioenfonds rekening houden met de volgende heffingskortingen:
- algemene heffingskorting;
- arbeidskorting;
- ouderenkorting;
- jonggehandicaptenkorting;
- levensloopverlofkorting;
- doorwerkbonus.
Samen worden deze kortingen de loonheffingskorting genoemd.
Bepaalde kortingen zijn afhankelijk van de specifieke situatie bij u als belastingplichtige. U heeft kinderen, woont alleen of heeft specifieke beleggingen gedaan. De volgende kortingen moet u aanvragen bij de Belastingdienst:
- kinderkorting;
- combinatiekorting;
- aanvullende combinatiekorting;
- alleenstaande-ouderkorting;
- aanvullende alleenstaande-ouderkorting;
- korting voor maatschappelijke beleggingen;
- korting voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen;
- toetrederskorting.
Dit kan op 2 manieren:
- U kunt een voorlopige teruggaaf aanvragen en elke maand een deel van de korting krijgen.
- U kunt de Belastingdienst na afloop van het jaar via uw aangifte inkomstenbelasting met de kortingen rekening laten houden.