Overdracht stakingslijfrente aan houdstermaatschappij leidt tot afkoop
Het Hof Den Haag heeft in zijn uitspraak van 28 december 2016 geoordeeld dat met de overdracht van de lijfrenteverplichting aan de houdstermaatschappij en de verkoop van de onderneming aan een derde de band tussen lijfrenteverplichting en onderneming verbroken wordt, waardoor niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de stakingslijfrentevrijstelling is toegepast.
De procedure
Op 27 augustus 1998 heeft belastingplichtige, tezamen met zijn compagnon, het firma-aandeel met terugwerkende kracht tot 1 januari 1998 in een BV-structuur ingebracht. Bij deze inbreng hebben zij een stakingslijfrente bedongen.
In 2010 worden de aandelen – die door een tussenhoudster worden gehouden – verkocht aan een derde. In deze verkoop is inbegrepen dat de lijfrenteverplichtingen – die zich bevinden in de vennootschap waarvan de aandelen worden verkocht – worden overgedragen aan de tussenhoudster. De inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag de gehele lijfrenteverplichting als inkomen uit werk en woning aangemerkt, waarover tevens 20% revisierente is verschuldigd.
Zowel de Rechtbank Den Haag als het Hof Den Haag oordelen dat de lijfrenteverplichting terecht - tegen de commerciële waarde – als inkomen uit werk en woning worden aangemerkt en tegen het progressieve tarief zal worden belast en de revisierente 20% bedraagt.
Bovenstaande resulteert in een zéér vervelende verrassing voor de verkopende ondernemer. Uit de procedure is niet op te maken voor welk bedrag de aandelen zijn verkocht. Vast staat wel dat een groot deel van deze opbrengst op grond van bovenstaande aangewend zal moeten worden voor de betaling van deze aanslag inkomstenbelasting.
Was het te voorkomen?
Ja, deze vrijval was op een tweetal manieren te voorkomen, te weten:
- Juist vormgeven op het moment van de inbreng van de onderneming in de BV-structuur; of
- Afstorten bij een toegelaten verzekeraar.
Tot slot
Bovenstaande procedure bevestigt dat het begeleiden door een fiscaal jurist zeker geen overbodige luxe is. Hoewel een geruisloze of ruisende inbreng wellicht niet als complex wordt ervaren, liggen hier wel degelijk een aantal risico’s verscholen. Laat u goed adviseren!