Specifieke zorgkosten in de inkomstenbelasting
In de inkomstenbelasting zijn persoonsgebonden aftrekposten opgenomen. De persoonsgebonden aftrek vermindert op bij wet voorgeschreven wijze het inkomen uit werk en woning (box 1), het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) en / of het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2). Voorbeelden van deze posten zijn betaalde partneralimentatie, giften en uitgaven voor specifieke zorgkosten. Dit artikel behandelt diverse uitgaven die vallen onder de specifieke zorgkosten. Wij behandelen ook de van toepassing zijnde drempelbedragen en mogelijke verhogingen.
Rangorde bij persoonsgebonden aftrekposten in de inkomstenbelasting
De persoonsgebonden aftrek komt in mindering op het inkomen in box 1. Indien de aftrek niet volledig benut kan worden, bijvoorbeeld door een te laag inkomen, vindt verrekening plaats met het voordeel uit sparen en beleggen (box 3). Mocht ook dan nog aftrek resteren, dan komt dit in mindering op de reguliere en vervreemdingsvoordelen in box 2. Lukt het niet om het volledige bedrag te verrekenen met het inkomen, dan mag het restant van de persoonsgebonden aftrek mee worden genomen naar het volgende kalenderjaar.
Zorgkosten in de inkomstenbelasting
Specifieke zorgkosten zijn één van de persoonsgebonden aftrekposten in de inkomstenbelasting. Om uitgaven voor aftrek in aanmerking te nemen als specifieke zorgkosten, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
- De zorgkosten mogen niet onder het eigen risico vallen;
- De kosten moeten in verband staan met ziekte of invaliditeit;
- De kosten mogen slechts worden afgetrokken in het jaar waarin zij zijn gemaakt;
- Er mag geen recht bestaan op een vergoeding voor de gemaakte zorgkosten;
- De kosten zijn gemaakt voor een kwalificerende persoon.
Kwalificerende personen bij zorgkosten in de inkomstenbelasting
Onder specifieke zorgkosten vallen de uitgaven wegens ziekte of invaliditeit. Om dergelijke kosten in aanmerking te mogen nemen, moeten de kosten zijn gemaakt voor een ‘kwalificerende persoon’. Dit houdt in dat specifieke zorgkosten alleen in aanmerking komen indien de kosten zijn gemaakt:
- Voor de belastingplichtige zelf;
- Voor de fiscale partner van belastingplichtige;
- Voor de kinderen van belastingplichtige die jonger zijn dan 27 jaar en die niet in staat zijn om de kosten zelf te betalen;
- Voor ernstig gehandicapte personen van 27 jaar of ouder die tot het huishouden van de belastingplichtige behoren;
- Voor ouders, broers of zussen die bij belastingplichtige in huis wonen en afhankelijk zijn van zijn zorg.
In het kader van bovenstaande opsomming zijn de begrippen ‘ernstig gehandicapt’ en ‘afhankelijk van zorg’ gedefinieerd. Van een ‘ernstig gehandicapt persoon’ is sprake indien de persoon – gelet op de aanwezige beperkingen – aanspraak maakt op opname in een bij de Wet langdurige zorg geregelde, intramurale inrichting. Van zorgafhankelijkheid is voor deze regel sprake indien de persoon, mocht hij niet bij de belastingplichtige wonen, aangewezen zou zijn op beroepsmatige hulp of verzorging en een verzorgingsinrichting of verpleeginrichting. Bij de uitleg van bovenstaande opsomming komt het dus sterk aan op de relevante feiten en omstandigheden.
Drempelbedrag bij zorgkosten in de inkomstenbelasting
De uitgaven mogen in aanmerking worden genomen indien deze een drempelbedrag te boven gaan. De hoogte van de drempel is afhankelijk van het verzamelinkomen van de belastingplichtige. In geval van fiscaal partnerschap geldt het verzamelinkomen zoals dat voor beide partners geldt. Bij partnerschap ligt ook het drempelbedrag hoger. In 2023 bedraagt het drempelbedrag ten minste € 149 en maximaal € 758. De drempel wordt vermeerderd met 5,75% van het verzamelinkomen dat hoger ligt dan € 45.695.
Voorbeeld drempelbedrag specifieke zorgkosten inkomstenbelasting
Het inkomen van belastingplichtige bedraagt in 2023 € 25.000. Belastingplichtige heeft in 2023 € 1.200 aan uitgaven voor specifieke zorgkosten. Er is in 2023 geen sprake van fiscaal partnerschap.
Het inkomen ligt tussen de € 8.603 en € 45.695. Dit betekent dat de drempel 1,65% bedraagt van het inkomen. Het drempelbedrag bedraagt 1,65% van € 25.000 is € 412,50. Het drempelbedrag wordt in mindering gebracht op de uitgaven voor specifieke zorgkosten. Het bedrag dat belastingplichtige in zijn aangifte inkomstenbelasting mag aanmerken als specifieke zorgkosten, bedraagt € 787,50 (€ 1.200 - € 412,50).
Verhoging uitgaven zorgkosten inkomstenbelasting
Wanneer uitgaven worden gedaan in verband met specifieke zorgkosten en het verzamelinkomen niet meer bedraagt dan een bij wet bepaald bedrag, bestaat er recht op een verhoging van de specifieke zorgkosten. Dit houdt in dat er meer in aftrek mag worden gebracht dan er daadwerkelijk betaald is. De verhoging hangt af van de hoogte van het verzamelinkomen en de leeftijd van desbetreffende belastingplichtige op 1 januari. In geval van fiscaal partnerschap, wordt uitgegaan van het verzamelinkomen zoals dat voor beide partners geldt.
Uitgaven die kwalificeren als specifieke zorgkosten
In de wet staat welke uitgaven behoren tot de specifieke zorgkosten. Van belang is dat het moet gaan om uitgaven die gedaan zijn wegens ziekte en invaliditeit. De volgende uitgaven kunnen kwalificeren als specifieke zorgkosten.
- Uitgaven voor genees- en heelkundige hulp;
- Uitgaven voor vervoer;
- Uitgaven voor farmaceutische hulpmiddelen, verstrekt op voorschrift van een arts;
- Uitgaven voor andere hulpmiddelen, voor zover deze hoofdzakelijk door een zieke of invalide persoon worden gebruikt;
- Uitgaven voor een op medisch voorschrift gehouden dieet;
- Uitgaven voor extra kleding en beddengoed;
- Uitgaven voor reiskosten ziekenbezoek;
- Uitgaven voor extra gezinshulp.
Uitgaven voor genees- en heelkundige hulp inkomstenbelasting
Uitgaven voor genees- en heelkundige hulp worden onder voorwaarden voor aftrek in aanmerking genomen. Er moet een direct verband bestaat tussen de uitgaven voor de specifieke zorgkosten en de ziekte of invaliditeit van belastingplichtige. Er moet dus een medische reden ten grondslag liggen aan de uitgaven. Illustratief zijn:
- Behandeling zonder verwijzing door onder andere een erkend fysiotherapeut, diëtist en mondhygiënist;
- Behandeling op voorschrift en onder begeleiding van een arts door een paramedicus.
Uitgaven voor vervoer bij zorgkosten in de inkomstenbelasting
De vervoerskosten worden opgesplitst in twee onderdelen. Het gaat om de werkelijke uitgaven voor vervoer naar een arts of ziekenhuis, en de extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit.
Bij het berekenen van de werkelijke uitgaven mogen onder andere taxikosten, autokosten en kosten voor het openbaar vervoer worden meegeteld. Tevens mogen de parkeergelden voor het bezoek aan een arts of ziekenhuis worden meegenomen bij de berekening.
Extra vervoerskosten mogen in aftrek worden gebracht als deze kosten hoger zijn in vergelijking met personen die niet ziek of invalide zijn. Het gaat dan om personen die zich in een gelijke financiële en maatschappelijke positie bevinden. In dit geval moet u aannemelijk kunnen maken dat u door ziekte of invaliditeit hogere vervoerskosten hebt gemaakt.
Uitgaven voor farmaceutische hulpmiddelen inkomstenbelasting
De uitgaven voor farmaceutische hulpmiddelen behoren tot de aftrekbare specifieke zorgkosten. Hieronder vallen medicijnen en hulpmiddelen ter toediening van deze medicijnen. De voorwaarde is dat de aftrek alleen geldt voor hulpmiddelen die zijn verstrekt op voorschrift van een arts. Ook homeopathische middelen kunnen, indien voorgeschreven door een arts, aftrekbaar zijn.
Uitgaven voor andere hulpmiddelen voor zorg in de inkomstenbelasting
Hulpmiddelen zijn voorzieningen of apparaten die hoofdzakelijk door een zieke of invalide persoon worden gebruikt. Onder kosten vallen de uitgaven die gedaan zijn voor de aankoop, onderhoud, reparatie en verzekering van de hulpmiddelen. Voorbeelden zijn:
- Steunzolen;
- Aanpassingen aan een auto, fiets en dergelijke;
- Gehoorapparaat onder voorwaarden.
Echter, er zijn ook meerdere hulpmiddelen waarvan de kosten niet aftrekbaar zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om kosten voor een rolstoel of scootmobiel, aanpassingen aan een woning en hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen.
Uitgaven voor een dieet aftrekken in de inkomstenbelasting
De uitgaven voor een dieet zijn aftrekbaar indien het gaat om een op medisch voorschrift gehouden dieet. Slechts de uitgaven voor aangewezen diëten zijn aftrekbaar. De volledige dieetlijst is terug te vinden via Dieetlijst 2023 (belastingdienst.nl). Een overzicht van kwalificerende dieetkosten is opgenomen in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001. Aangezien dit zeer precies komt en sterk detaillistisch is opgeschreven, is het raadzaam deze lijst er steeds bij te nemen of deskundig advies in te winnen.
Uitgaven voor extra kleding en beddengoed in de inkomstenbelasting
De extra uitgaven voor kleding en beddengoed in verband met invaliditeit, zijn aftrekbaar tot een bedrag van € 310. Indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de uitgaven uit zijn gekomen boven de € 620, dan mag een bedrag van maximaal € 775 worden aangemerkt als aftrekbare kosten. Om voor aftrek in aanmerking te komen, moet er sprake zijn van ziekte of invaliditeit die minstens een jaar heeft geduurd of vermoedelijk een jaar gaat duren. Daarbij loopt een jaar niet van 1 januari tot 1 januari, maar gaat het steeds om een periode van twaalf maanden in het algemeen. Voorbeelden van kosten die onder deze post vallen zijn:
- Extra bewassingskosten;
- Aanpassingskosten van een bed;
- Extra kosten in verband met het herstellen van kleding en beddengoed.
Het is aan te raden om de aankoopbonnen en facturen te bewaren. De bewijslast dat sprake is geweest van extra uitgaven voor kleding en beddengoed rust namelijk op de belastingplichtige. Door middel van het overleggen van bonnen en facturen kan aannemelijk worden gemaakt dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.
Uitgaven voor reiskosten ziekenbezoek aftrekbaar inkomstenbelasting
Uitgaven voor reizen in verband met ziekenbezoek zijn onder de volgende voorwaarden aftrekbaar:
- Bij het begin van de ziekte vormde u samen met de zieke een gezamenlijke huishouding;
- Het ziekenbezoek vindt regelmatig plaats;
- De zieke wordt langer dan een maand verpleegd, of de verwachting is dat de verpleging minimaal een maand zal duren;
- De reisafstand tussen uw verblijfplaats en de plaats van de verpleging is meer dan 10 kilometer. Daarbij wordt gekeken naar de meest gebruikelijke route. Dat hoeft niet per se de kortste route te zijn.
Voor het reizen met de auto mag u in 2023 € 0,21 per kilometer in aanmerking nemen. In geval van reizen met het openbaar vervoer worden de werkelijk gemaakte reiskosten meegenomen voor het bepalen van de aftrekbare kosten.
Uitgaven voor extra gezinshulp bij ziekte in de inkomstenbelasting
Uitgaven in verband met extra gezinshulp behoren tot de aftrekbare uitgaven voor specifieke zorgkosten. De kosten komen slechts voor aftrek in aanmerking indien er een rechtstreeks verband bestaat met de ziekte of invaliditeit. De uitgaven voor extra gezinshulp moeten blijken uit gedagtekende facturen met daarin vermeld de naam en het adres van de gezinshulp. Voorbeelden van dergelijke kosten zijn de:
- Hulp bij het doen van boodschappen;
- Hulp bij het schoonhouden van de woning;
- Hulp bij het verzorgen van maaltijden.
In de wet is een rekentabel opgenomen om te bepalen voor welk bedrag de extra gezinshulp in aftrek mag worden gebracht.
Advisering en specifieke zorgkosten
Door de persoonsgebonden aftrekposten optimaal te benutten, wordt het inkomen verlaagd en dit kan leiden tot belastingbesparing. Wel is het van belang om aannemelijk te kunnen maken dat er daadwerkelijk recht bestaat op aftrek van de zorgkosten. Aangezien het een aftrekpost betreft, hebt u de bewijslast om aannemelijk te maken dat de kosten die u aangeeft zich ook daadwerkelijk hebben voorgedaan. Voer daarom een goede administratie waarbij u bonnen / facturen bewaart.
Mocht u vragen hebben over de specifieke zorgkosten of over andere persoonsgebonden aftrekposten, neem dan gerust vrijblijvend contact op met één van onderstaande adviseurs.