Geruisloze inbreng met holdingstructuur
Steeds vaker worden eenmanszaken, VOF of maatschappen omgezet in een BV. Dit kan zonder belastingheffing plaatsvinden via de zogenaamde geruisloze inbreng, dit is geregeld in artikel 3.65 Wet IB (en in de standaardvoorwaarden). Een geruisloze inbreng moet in overleg met de Belastingdienst plaatsvinden. Bij een inbreng in de BV wordt vaak gekozen voor een zogenaamde holdingstructuur. Hiertoe wordt de onderneming ingebracht in een Holding BV en vervolgens wordt een deel van de onderneming uitgezakt in een werkmaatschappij. Bij een dergelijke holdingstructuur gaat er vaak iets mis. De belastingdienst heeft hierom een notitie bekend gemaakt (op het deskundigen forum, inlog is vereist), op deze notitie gaan wij in dit artikel nader in.
Kern discussies bij inbreng in de BV
- Hoe omgaan met vastgoed en een inbreng in de BV
- Vraag tijdig een fiscale eenheid aan bij een dubbel doorzak van de onderneming
- Uitzakken met een faciliteit kan alleen als er sprake is van een zelfstandige (of materiele) onderneming (die achterblijft in de BV)
- Regelmatig gaat het mis bij het tijdig aanvragen van faciliteiten (zoals de fiscale eenheid voor de VPB)
Fouten bij geruisloze inbreng met dubbele bedrijfsfusie
Het komt vaak voor dat een eenmanszaak of vennootschap onder firma wordt ingebracht in een besloten vennootschap (bv). Dit kan op 2 manieren: met belastingafrekening (ruisend) of zonder belastingafrekening (geruisloos). In dit artikel leest u meer informatie over de voorwaarden bij geruisloze inbreng van een onderneming in de bv, met name als daarna een holding-tussenholding-werkmaatschappij gewenst is. De geruisloze inbreng van een onderneming in een bv is mogelijk volgens artikel 3.65 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 (IB). Het is belangrijk om te weten dat de inbreng in de bv niet gericht mag zijn op de overdracht of liquidatie van de onderneming. Dit betekent dat er op het moment van inbreng geen verkoopvoornemen mag zijn.
Holdingstructuur bij geruisloze inbreng
Veel ondernemers willen graag een holdingstructuur creëren, bestaande uit een holding en een werkmaatschappij. Dit is in feite ook een verkoop van de ingebrachte onderneming. Om belastingafrekening te voorkomen is in onderdeel 4.2.2. van het Besluit geruisloze omzetting hiervoor een goedkeuring opgenomen. Als de onderneming direct na inbreng in de holdingvennootschap uitzakt naar een werkmaatschappij, mag dit onder bepaalde voorwaarden. Ondernemers kunnen hiervoor gebruikmaken van de bedrijfsfusiefaciliteit van artikel 14 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Vpb) of de fiscale eenheid van artikel 15 Vpb. Er moet uiteraard wel worden voldaan aan de voorwaarden van deze artikelen. Als een ondernemer gebruik wil maken van de fiscale eenheidfaciliteit van artikel 15 Vpb, moet deze de fiscale eenheid uiterlijk 3 maanden na de oprichting van de bv’s aanvragen, met als ingangsdatum de oprichtingsdatums van de bv’s.
Dubbele doorzak bij geruisloze inbreng (met vastgoed)
Soms bestaat de wens om de onderneming daarna nog een keer uit te laten zakken, zodat een structuur van holding- tussenholding- werkmaatschappij ontstaat. Dit kan ook met behulp van de bedrijfsfusiefaciliteit of de fiscale eenheid, maar hier zijn wel aanvullende voorwaarden aan verbonden. Als de ondernemer die laatste uitzakking ook middels een bedrijfsfusie wil uitvoeren, dan kan dat niet als in de tussenholding vermogensbestanddelen achterblijven waarin stille reserves schuilen, terwijl het daar achterblijvende deel niet kwalificeert als onderneming of zelfstandig onderdeel van een onderneming. Zie voor de volledige tekst onderdeel 3.1.1. van het Besluit bedrijfsfusie van 12 augustus 2022, nr. 2022-188681, dat gepubliceerd is in de Staatscourant 2022, 22281.
De Belastingdienst constateert dat dit regelmatig misgaat, omdat bijvoorbeeld 1 of meerdere onroerende zaken met stille reserves in de tussenholding achterblijven. In dat geval kan de ondernemer voor de uitzakking wel gebruik maken van de fiscale eenheid. De ondernemer moet dan bij de Belastingdienst een aanvraag indienen voor een fiscale eenheid tussen de tussenholding en de werkmaatschappij. Dit moet gebeuren binnen 3 maanden na oprichting van deze bv’s en met als ingangsdatum de oprichtingsdatums van deze bv’s.
Fiscale noot inzake geruisloze inbreng
In de praktijk wordt, als onroerende zaken in de tussenholding achterblijven, nog wel eens vergeten de fiscale eenheid (op tijd) aan te vragen. Dit leidt onherroepelijk tot het vervallen van de geruisloze inbrengfaciliteit van artikel 3.65 Wet IB. Dit betekent dat de gehele onderneming alsnog met afrekening van belasting (ruisend) is ingebracht. Er zal dan moeten worden afgerekend over alle meerwaarden in de onderneming (goodwill en stille reserves) in de inkomstenbelasting. Vraag dus op tijd een fiscale eenheid aan.
Bij de aanvraag van een geruisloze inbreng moeten verplicht een aantal stukken worden verstrekt aan de belastingdienst, de belangrijkste stukken zijn:
- Tijdig geregistreerde intentieovereenkomst voor de inbreng in de BV
- Fiscale eindbalans van de (IB) onderneming
- Winst en verliesrekening van het laatste jaar van de IB onderneming
- Fiscale openingsbalans van de BV
- Berekening aandelenkapitaal
- Berekening verkrijgingsprijs voor het aanmerkelijk belang
Heeft u hulp nodig bij een inbreng in de BV en/of wilt u een berekening van het voordeel of nadeel laten opstellen? Vraag gerust een vrijblijvende offerte aan.
Offerte of berekening voor omzetting eenmanszaak of VOF naar BV?
Meer weten van geruisloze inbreng met holdingstructuur
- Geruisloze terugkeer uit de BV
- Terugwerkende kracht geruisloze inbreng
- Geruisloze omzetting naar bv
- Geruisloze inbreng in BV
- Geruisloze inbreng bij samenwerking
- Geruisloze terugkeer uit de B.V.
- Ruisende of geruisloze inbreng
- Geruisloze inbreng geweigerd
- Geruisloze doorschuiving herroepen
- Holding via bedrijfsfusie
- Holding via aandelenfusie
- Voordelen en advies inbreng in de BV