Vergrijpboete en margeregeling: uitleg over fiscale boetes
De Belastingdienst heeft de mogelijkheid om boeten op te leggen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als bij een boekenonderzoek blijkt dat de belastingplichtige informatie niet correct verstrekt heeft, onjuiste aangifte(n) heeft gedaan of belasting niet tijdig betaalt. Veel voorkomende boeten zijn de verzuimboete en de vergrijpboete. Wij komen dit in de praktijk ook vaak tegen. Overigens geldt daarbij dat binnen de verzuim- en vergrijpboete ook weer verschillende onderverdelingen te maken zijn; ieder met eigen (rand)voorwaarden.
Over boeten worden veel discussies gevoerd met de Belastingdienst en regelmatig geprocedeerd. Bij boeteoplegging gelden een aantal formele voorschriften en de hoogte van een boete is niet in beton gegoten. Zo kent de regelgeving inzake de fiscale boeteoplegging diverse gronden die een boetematiging kunnen rechtvaardigen. Wij bespreken hierna een recent voorbeeld van een vergrijpboete. Deze uitspraak laat zien hoe belangrijk het is dat u als belastingplichtige energie steekt in het verkrijgen van juiste inlichtingen over de margeregeling.
Vergrijpboete en margeregeling: wat is er aan de hand?
De belastingplichtige in deze zaak heeft een bedrijf dat zich bezighoudt het met overnemen van voorraden en inventarissen van failliete ondernemingen. Deze zaken worden vervolgens weer (door)verkocht. De belastingplichtige past de margeregeling toe en draagt de BTW te laat af. Hij doet zelf de BTW-aangiften. In deze zaak draait het uiteindelijk om het toepassen van de margeregeling. De inspecteur laat het te laat afdragen voorbijgaan zonder boeteoplegging.
De Belastingdienst doet bij deze onderneming een boekenonderzoek. Hieruit komt naar voren dat de margeregeling ten onrechte is toegepast. De belastingplichtige koopt de goederen namelijk niet van particulieren, vrijgestelde ondernemers of van handelaren die de goederen met toepassing van de margeregeling verkopen. Ook heeft de belastingplichtige niet aan de aanvullende administratieve voorwaarden van de margeregeling voldaan. De inspecteur van de Belastingdienst gaat over tot boeteoplegging wegens het ten onrechte toepassen van de margeregeling.
De inspecteur kondigt een vergrijpboete aan van 25%. In deze situatie leidt dat tot een boetebedrag van circa € 169.000 De boete wordt opgelegd, omdat – zoals wij al aangaven – de margeregeling ten onrechte is toegepast. Een vergrijpboete vereist opzet of grove schuld van de belastingplichtige. De inspecteur stelt zich in deze zaak op het standpunt dat sprake is van grove schuld. De belastingplichtige heeft in de ogen van de inspecteur zo onzorgvuldig gehandeld (of nagelaten te handelen), dat hij er schuld aan heeft dat de correcte belasting niet of niet tijdig is betaald.
Nog bij het afhandelen van het boekenonderzoek komt de inspecteur de belastingplichtige tegemoet. Het bedrag van € 169.000 is te veel van het goede. Gezien de wanhouding tussen de ernst van het feit en de op te leggen boete, kiest de inspecteur ervoor om de boete te matigen tot € 100.000. De belastingplichtige gaat in bezwaar en daarna in beroep.
Vergrijpboete en margeregeling: wat zijn de geschilpunten?
De belastingplichtige is het met de vergrijpboete oneens. Hij meent in de eerste plaats dat de boete niet opgelegd had mogen worden. Mocht de rechtbank vinden dat de boete wel opgelegd mag worden, dan is hij van mening dat verdere matiging plaats moet vinden. Deze stellingen behandelen wij hierna.
Vergrijpboete en margereling: is de boete terecht?
De rechtbank geeft eerst aan wat de regel is. De inspecteur wil een vergrijpboete opleggen, dus dan moet de inspecteur hiervoor het bewijs leveren. Duidelijk is dat de inspecteur meent dat door grove schuld te weinig belasting is geheven. Dit baseert de inspecteur op de omstandigheid dat de belastingplichtige de margeregeling onterecht heeft toegepast. Overigens is niet in geschil dat de belastingplichtige de margeregeling niet toe mocht passen. Dat betekent dat de rechtbank direct kan toetsen of de inspecteur de grove schuld bewezen heeft.
De inspecteur vindt dat sprake is van grove schuld, omdat de belastingplichtige niet voldoende heeft gedaan. De belastingplichtige heeft de margeregeling namelijk toegepast, zonder zich voldoende te verdiepen in de regels en voorwaarden van de margeregeling. Dit had de belastingplichtige, zeker gezien de omvang van de omzet die hij onder de margeregeling bracht, wel moeten doen. Althans, zo stelt de inspecteur.
De belastingplichtige ziet dit anders. Hij kocht zaken in en kreeg de mededeling dat het gebruikte goederen betrof. Volgens de mededeling van de curator waarvan hij de zaken kocht, moest hij daarmee rekening houden bij de BTW-aangifte. Hoe hij er rekening mee moest houden, was niet helemaal duidelijk. Vervolgens heeft hij op de website van de Belastingdienst gelezen dat gebruikte goederen die zonder BTW zijn ingekocht onder de margeregeling vallen. De belastingplichtige meende zonder BTW in te kopen. Deze verklaring van de belastingplichtige neemt de rechtbank aan als redelijk. De juistheid van het verhaal van de belastingplichtige is dus niet in geding.
De rechtbank moet dan oordelen of de boete opgelegd kon worden. De eerste conclusie is dat de margeregeling ingewikkeld is. Het gaat echter om een groot bedrag en van de belastingplichtige mocht verwacht worden dat deze meer zorgvuldig onderzoek naar de toepassing van de margeregeling had gedaan. Dat kwalificeert in de ogen van de rechtbank als het in verregaande mate onzorgvuldig handelen. Daarbij telt ook mee dat de website van de Belastingdienst over de margeregeling veel meer informatie bevat dan de belastingplichtige aangeeft. De verregaande mate van onzorgvuldig handelen maakt dat de inspecteur grove schuld mocht stellen.
Het vereiste van grove schuld is volgens de rechtbank voldoende bewezen door de inspecteur en dus is de boete terecht opgelegd. Dan staat het verzoek om verdere matiging nog wel open. Dat behandelen wij hierna.
Vergrijpboete en margeregeling: wordt de boete gematigd?
De belastingplichtige heeft drie redenen om de boete verder te laten matigen: een wanverhouding tussen het feit en de hoogte van de boete, zijn financiële draagkracht en de duur van de procedure. Wij behandelen die redenen hierna afzonderlijk.
Wanverhouding tussen de ernst van het feit en de hoogte van de boete
De rechtbank gaat hier niet in mee. Hij acht het van groot belang dat fiscale verplichtingen juist en tijdig worden nagekomen. Als iedereen zo onzorgvuldig kan handelen, dan zou de maatschappelijke schade enorm zijn. Het is daarom niet redelijk om geen gevolgen aan de gedraging te verbinden. De boete van 25% staat in redelijke verhouding tot de ernst van het feit. Daar komt nog bij dat de boete al is gematigd tot 10% door de inspecteur. De rechtbank acht een matiging tot een boete minder dan 10% niet gepast. Deze reden leidt dus niet tot boetematiging.
De financiële draagkracht
De belastingplichtige geeft aan dat zijn financiële draagkracht beperkt is. Dat komt onder meer omdat er al geruime tijd geen activiteiten worden verricht door de onderneming. De rechtbank kijkt bij dit argument of de hoogte van de boete de bedrijfsvoering in gevaar brengt. Dat is volgens de rechtbank niet het geval. Boetematiging is daarom niet aan de orde op deze grond.
De duur van de procedure
De belastingplichtige meent tot slot dat de redelijke termijn is overschreden. Deze termijn houdt in dat binnen twee jaar nadat de belastingplichtige kenbaar is met de (mogelijke) boeteoplegging, een uitspraak van de rechtbank gegeven moet zijn. Deze termijn is inderdaad overschreden en daarom wordt de boete met 5% gematigd tot circa € 64.000.
Vergrijpboete en margeregeling: conclusies
De rechtbank oordeelt dus dat de inspecteur op alle gronden juist heeft gehandeld. Enkel vanwege de lange doorlooptijd wordt de boete met 5% gematigd. De belastingplichtige heeft zelf dus onvoldoende gedaan om bekend te zijn met geldende wet- en regelgeving. Het tijdig inwinnen van deskundig advies had hier de boete kunnen voorkomen.
Vergrijpboete en margeregeling: onze advisering
Vergrijpboeten komen in de praktijk vaak voor. Afhankelijk van de omstandigheden van uw situatie, kan boeteoplegging geheel onterecht zijn of is boetematiging gepast. Het is verstandig om, zodra u geconfronteerd wordt met een boekenonderzoek, een specialist in te schakelen. Dit kan uiteraard ook in een latere fase, bijvoorbeeld als u bekend bent met de boete die zal worden opgelegd. Vragen over vergrijpboeten? Neem dan gerust eens contact op met één van de auteurs. Het is uiteraard ook verstandig om u met betrekking tot ingewikkelde regelgeving door een specialist te laten adviseren. Een oriënterende kennismaking is bij ons altijd en vrijblijvend mogelijk, ook digitaal.
Hoge Raad inzake vergrijpboete
In 2022 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de term "bewust". Een autohandelaar heeft een naheffingsaanslag BTW met een vergrijpboete ontvangen. De reden is dat de handelaar door de gebrekkige administratie had moeten inzien dat hij geen recht had op de levering van auto's tegen het nultarief. Hij had moeten weten dat hij niet aannemelijk zou kunnen maken dat de auto's naar een andere EU lidstaat zijn vervoerd. Ook had de handelaar zijn adviseur niet zomaar mogen vertrouwen. De Hoge Raad denkt hier anders over. Voorwaardelijke opzet is niet aan de orde. Aan de handelaar kan niet de voor opzet vereiste "bewustheid" met betrekking tot de onjuiste aangifte worden verweten, aldus ons hoogste rechtscollege. Verder kunnen de omstandigheden dat belanghebbende geen openheid van zaken heeft gegeven en dat hij het laakbare van zijn gedragingen niet heeft ingezien, niet bijdragen aan het oordeel dat hij bewust fouten heeft gemaakt. De Hoge Raad vernietigd de vergrijpboete en verwijst de zaak naar een ander Gerechtshof.
Waarmee kunnen wij u helpen?
De kans op een onjuiste aangifte is door de ingewikkeldheid / complexiteit van het belastingrecht snel aanwezig. Dat wil echter nog niet zeggen dat u als belastingplichtige zich er steeds van bewust moet zijn geweest dat uw aangifte onjuist of mogelijk onjuist is. Schakel daarom voor het doen van aangifte een deskundige in. Is eenmaal een boete opgelegd of wordt dat aangekondigd, neem dan direct contact met ons op. Wij beschikken over de deskundigheid om een boete eventueel te voorkomen dan wel te beoordelen of die volgens de regelen der kunst is opgelegd. Mail ons voor een vrijblijvend gesprek.