De oplossing voor box 3
Box 3 moet worden afgeschaft
Zoals bekend heeft de Hoge Raad¹ met Kerst 2021 de heffing in box 3 afgeschoten. Sindsdien buitelt het hele land over de staatssecretaris heen met de vraag hoe hij dit gaat oplossen.
Vooruitlopend op het debat met de Tweede Kamer op 2 februari en zijn aangekondigde brief op 4 februari met daarin de ‘contouren van de hersteloperatie’ hierbij een praktische, werkbare en eerlijke oplossing.
Tarieven Box 3
Soort belegging | 2022 | 2023 | 2024 |
Banktegoeden | 0,00% | 0,36% | 1,03% |
Beleggingen | 5,53% | 6,17% | 6,04% |
Schulden | 2,28% | 2,57% | 2,47% |
Box 3 wijziging 2023 en 2024
Het tarief in box 3 wordt verhoogd van 32% naar 36% in 2024. Het tarief blijft dan in 2025 ook 36%. Het heffingsvrije vermogen van € 57.000 per belastingplichtige blijft in 2023 en 2024 gelijk. Het nieuwe box 3 stelsel is uitgesteld tot 2027. Tevens zijn er nog een paar kleinere wijzigingen per 2023 / 2024, de belangrijkste:
- Vermogen binnen een VvE (vereniging van eigenaren) wordt gezien als spaarsaldo (en niet als overige bezitting). Bezittingen in box 3 worden gezien als banktegoeden (fictief rendement 0,36%) of overige bezittingen (fictief rendement 6,17% in 2023). Dit geldt per 2023.
- Vermogen op de derdenrekening bij de notaris wordt gezien als spaarsaldo (per 2023)
- Onderlingen vorderingen en schulden tussen ouders en kinderen kunnen een probleem opleveren. Het forfaitaire rendement op vorderingen bedraagt 6,17% en voor schulden 2,46% (cijfers 2023). Bij onderlinge vorderingen en schulden (ouders / kinderen en fiscale partners) zou dit oneerlijk zijn. De vorderingen en schulden worden per 2023 gedefiscaliseerd. Dit kan ook plaatsvinden door verrekenbeding bij huwelijkse voorwaarden.
- Tip: als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitarie rendement maak dan bezwaar tegen uw aanslag inkomstenbelasting.
Oplossing voor box 3 stelsel in Nederland
De Hoge Raad heeft in zijn arrest de oplossing gevonden in het in aanmerking nemen van het werkelijke rendement. Dat zou voor iedereen het eerlijkste zijn. Dat werkelijke rendement is echter van verreweg de meeste belastingplichtigen niet bij de Belastingdienst bekend en bovendien lastig te achterhalen (vanaf 2017!). Dat zou teveel vergen van de Belastingdienst en de belastingplichtige zelf.
In de praktijk zit de pijn vooral in de lage rentevergoedingen op bankrekeningen. De banksaldi zijn wel bekend bij de Belastingdienst (ze staan zelfs in de vooringevulde aangifte).
De oplossing is nu die banksaldi alsnog buiten de heffing in box 3 te laten. Qua automatisering moet het te doen zijn de saldi op nul te stellen en dan de belasting in box 3 opnieuw te berekenen en het verschil automatisch terug te betalen.
Voordelen en nadelen nieuwe box 3 regeling
Nadeel voor de staat is dat over de rentevergoeding die wel genoten is, geen belasting wordt betaald. Dat nadeel zal door de lage rente beperkt zijn en waarschijnlijk opwegen tegen de veel hogere kosten van het achterhalen van het werkelijke rendement.
Nadeel voor de belastingplichtigen is, dat het alleen gaat om banksaldi en niet over andere beleggingen en investeringen. Als die bezittingen ook onder- renderen, kan gedacht worden aan de mogelijkheid tot het bewijzen van het werkelijke rendement.
De staatssecretaris heeft ook aangegeven serieus te kijken naar de mogelijkheid om rechtsherstel te bieden voor iedereen, ook voor diegenen die niet meeliften op het massaal bezwaar of zelf geen bezwaar hebben gemaakt (voor alle jaren).
Bezwaarprocedure of advies inzake box 3?
Een eenvoudig in te voeren generieke maatregel die weinig problemen hoeft op te leveren en voor het leeuwendeel van de belastingplichtigen de ergste pijn wegneemt. Van degenen die ander vermogen hebben dan spaarsaldi mag dan worden verwacht dat ze het werkelijke rendement zelf achterhalen.
Bovendien houdt het de druk op de ketel om haast te maken met de herziening van box 3 (naar een belasting over een werkelijk rendement). Immers, tot die tijd is er een belastingderving (geen heffing over spaarsaldi).