Knevelarij en zwarte lijst
Als iemand op de FSV lijst staat mag de inspecteur gewoon een onderzoek instellen, dit is in meerdere uitspraken duidelijk geworden. Lees hier bijvoorbeeld een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam uit 2023. Aandachtspunt om te onderzoeken is dan wel dat de melding op de FSV lijst niet de aanleiding is geweest om een onderzoek in te stellen. Hiertoe kan een dossierinzage curciaal zijn. Als hieruit volgt dat er sprake is van een risicoselectie, een verwerking van persoonsgegevens in een databank of een gebruik van een databank waarin persoonsgegevens zijn opgeslagen, kunnen de kaarten anders liggen en kan sprake zin van schending van grondrechten.
Vertrouwen Belastingdienst op dieptepunt
Opname zwarte lijst zorgt voor vermindering aanslagen
Het Gerechtshof in Arnhem heeft een vernietigende uitspraak gepubliceerd over de handelswijze van een inspecteur bij de Belastingdienst. In deze zaak staat centraal: “kunnen we de Belastingdienst nog wel vertrouwen?” De Belastingdienst heeft een ondernemer bestookt met ruim 400 brieven, dit bleek achteraf onterecht en de ondernemer wordt op alle onderdelen - die hier ter discussie stonden - in het gelijk gesteld. Tijdens de zitting trekt de inspecteur alle naheffingsaanslagen in. Tevens geeft de inspecteur aan de zaak ook intern te willen oplossen. De ondernemer krijgt € 25.000 aan vergoeding voor gemaakte kosten.
Zwarte lijst en procedures tegen de belastingdienst
Uit gestelde kamervragen volgt dat er naast privé personen (ongeveer 240.000) ook rechtspersonen (ongeveer 85.000) op de zwarte lijst stonden. Verzoeken inzake rechtspersonen op deze lijst worden afgewezen (hiervoor geldt de AVG niet, deze ziet op persoonsgegevens, aldus onze minister) maar ook verzoeken door privé personen worden steeds vaker negatief beantwoord resp. er wordt geen informatie verstrekt.
Vertrouwen in Belastingdienst op dieptepunt
Na vele incidenten, zoals de toeslagenaffaire en de zwarte lijst, is het vertrouwen van de maatschappij richting de Belastingdienst gedaald tot een dieptepunt. De burgers vertrouwen de Belastingdienst steeds minder, maar het blijkt nu dat dit wantrouwen ook bij rechters gaat spelen.
De rechters in Arnhem vragen zich openlijk af of we de Belastingdienst nog wel kunnen “vertrouwen”. Deze stevige uitspraak is de eerste uitspraak die dit onderdeel klip en klaar aan de orde stelt. De felle bewoordingen van het Gerechtshof hebben wij nog nooit voorbij zien komen. Deze ondernemer stond op de zwarte lijst (Fraude Signalering Voorziening), kennelijk staan dus niet alleen personen, maar ook bedrijven op deze lijst. De ondernemer in deze casus wordt continue bestookt met brieven (400 in getal) en is vermoedelijk administratief ondergedoopt in de beantwoording van al deze brieven en de hiermee samenhangende procedures. Na passende en scherpe vragen van de rechter worden de naheffingen door de Belastingdienst ingetrokken.
Rechter en wantrouwen Belastingdienst, de zaak
De bv’s behoren in eigendom toe aan een echtpaar. Een werknemer binnen het concern wordt uitgebreid gecontroleerd in verband met mogelijke toeslagenfraude. In 2016 wordt hierdoor ook de werkgever (het concern) bij een controle betrokken. Volgens de ondernemer werd er door de Belastingdienst verondersteld dat sprake is van (vermeende) fraude bij het indienen van belastingaangiftes, zonder hiervoor ook maar enig bewijs te hebben. De ondernemer heeft honderden bezwaar- en beroepszaken moeten voeren, dit met de nodige financiële en psychische stress tot gevolg.
Toen het voor de ondernemer helder is geworden dat hij op de zwarte lijst stond, gingen de alarmbellen aan. De ondernemer kreeg echter geen informatie uit het zogenaamde FSV-dossier. Deze stukken worden ook niet aan de rechter ter beschikking gesteld.
De inspecteur erkende tijdens de zitting dat er onzorgvuldig is gehandeld door de Belastingdienst. Tijdens de zitting geeft de inspecteur – na indringende vragen van de rechter – toe dat diverse aanslagen in de prullenbak kunnen en overige zaken in overleg moeten worden opgelost. De rechter is woest en spreekt nogmaals zijn wantrouwen richting de Belastingdienst uit.
De zwarte lijst (FSV), wat wil dit zeggen?
De Belastingdienst heeft in 20 jaar tijd een lijst met ruim 250.000 burgers opgebouwd. In deze lijst stonden gegevens van burgers die om verschillende redenen op deze lijst zijn opgenomen. Naar nu blijkt stonden op deze lijst ook bedrijven en ondernemers. Kerndiscussie is dat burgers op deze lijst worden opgenomen zonder dat er echt bewijs is van fraude, een vermoeden of boze buurman kan al genoeg zijn. Een wettelijke grondslag voor deze lijst was er dan ook niet. Uit berichtgeving volgt zelfs dat er voor het frauderisico ook etnisch wordt gekeken naar de burger die wordt opgenomen, denk hierbij een uiterlijke kenmerken en nationaliteit.
Noot fiscaal jurist inzake vertrouwen Belastingdienst
Een uiterst verontrustende uitspraak van het Gerechtshof. Mede door opname op de zwarte lijst wordt een ondernemer bestookt met 400 brieven en honderden bezwaar- en beroepszaken. Dat dit stress zal hebben opgeleverd is wel duidelijk. Tijdens de zitting (pas in hoger beroep) trekt de Belastingdienst alles in.
Tegen de uitspraak is geen beroep in cassatie ingesteld. In deze casus is de informatie uit de zwarte lijst niet aan belastingplichtige ter beschikking gesteld, blijkbaar komt dit vaker voor (artikel trouw 2 maart 2022). Volgens kamer vragen over dit onderwerp had de inspecteur de informatie uit de zwarte lijst hoog waarschijnlijk gewoon aan de rechter moeten verstrekken (op grond van artikel 8:42 AWB / 8;29 AWB), dit is niet gebeurd. In het besluit beroep in belastingzaken staan de formele regels voor een beroepsprocedure, deze lijken niet zorgvuldig in acht te zijn genomen.
Wat ook tot "fronsende wenkbrauwen" mag leiden is dat een inspecteur tijdens de bezwaar procedure altijd de volledig zaak in eerste aanleg (de aanslag) moet voorleggen aan een collega (iemand anders dan degene die bij de aanslag betrokken was). In deze casus had dit zeker moeten plaatsvinden omdat de controle is uitgevoerd door een inspecteur die bekend stond om zijn strenge aanpak. De controleur werkt ook niet meer bij de Belastingdienst (zie RO 2.8 van uitspraak) . Op dergelijke momenten zouden alle alarmbellen aan moeten gaan. Niks is echter minder waar, de formele trein rammelt gewoon door.
Tijdens de beroepsprocedure moet er op grond van het besluit beroep in belastingzaken ook nog collegiale toetsing plaatsvinden van bijvoorbeeld het verweerschrift. Bij de beslissing om een procedure te beginnen moet er ook nog toestemming komen van een vakman, de zogenaamde vaktechnische coördinator bij de Belastingdienst. Hoe kan een vakman besluiten tot een dergelijke procedure waarbij de inspecteur tijdens de zitting met zijn spreekwoordelijke mond vol tanden staat?
De zaak wordt dus door meerdere medewerkers binnen de Belastingdienst beoordeeld. Ondanks deze formele regels gaat er nog van alles mis en wordt de belastingplichtige met de rug tegen de muur gezet.
Wat zorgwekkend is, is het volgende:
- Een ondernemer krijgt een onderzoek en er volgt diverse correspondentie met de medewerker van de Belastingdienst.
- Er worden honderden aanslagen opgelegd en de DGA (Directeur-Grootaandeelhouder) klimt in de pen.
- Diverse informatie wordt "over en weer gestuurd", edoch zonder een succesvolle afloop.
- Vervolgens vindt er bij een andere inspecteur een bezwaarprocedure plaats, dit met een volledig onafhankelijke beoordeling. Tijdens deze bezwaarprocedure blijft alles gewoon bij wat het was.
- Er volgt een beroepsprocedure (veelal ook bij een andere inspecteur), dit ook zonder succes.
- Er hebben dus zeker 3 inspecteurs naar de zaak gekeken.
- Er volgt een Hoger Beroep bij het Gerechtshof, in deze zaak stelt de inspecteur: "alles ging fout en we moeten de zaak breder trekken om het op te lossen."
Hoe is dit mogelijk? Waarom trekt er in deze fase, die jaren heeft geduurd, niemand aan de bel? Het vertrouwen in de Belastingdienst staat op dit moment op het laagste niveau sinds 2015. Er worden sinds 2022 binnen de gehele organisatie van de Belastingdienst programma's ontwikkeld om de kwaliteit en vakkennis te vergroten en hierbij ook de menselijke maat in acht te nemen, zie hiertoe het jaarplan 2022 van de Belastingdienst . Het woord "menselijke maat" komt sinds het eerst 4x voor in dit jaarplan.
Als fiscalist spreek je bijna van knevelarij of onrechtmatige overheidsdaad.
Knevelarij is in het Nederlandse rechtssysteem het innen, ontvangen of terughouden van geld door iemand die daartoe misbruik maakt van zijn positie als ambtenaar, terwijl hij weet (of kon weten) dat dit geld niet is verschuldigd. Deze strafrechtelijke weg loopt via het OM. In de toeslagenaffaire is dit vaak aan de orde geweest en recentelijk hebben gedupeerden uit deze affaire ook aangifte gedaan jegens ambtenaren van de Belastingdienst. Ook het ministerie heeft in het verleden al eens aangifte gedaan van twee mogelijke misdrijven.
Een andere (civiele) route is de schadevergoeding ex artikel 6:162 BW (de onrechtmatige daad). Als een belastingplichtige vindt dat hij / zij schade heeft geleden door handelen, nalaten of een vergissing van een werknemer van de Belastingdienst, dan kan hij / zij de Belastingdienst hiervoor aansprakelijk stellen. Lees hiertoe deze WOB-informatie. In een dergelijke procedure zult u niet de inspecteur (knevelarij), maar de staat dagvaarden.
Er zijn door de heer Omtzigt reeds vragen gesteld aan de nieuwe staatssecretaris van Financiën. Deze zaak zal dus nog wel een staartje krijgen. In deze zaak wordt niet op keurige wijze belasting geïnd, maar worden willens en wetens levens kapotgemaakt. Het is goed dat de rechter de Belastingdienst nu een halt toeroept. Dat de inhoud van de lijst nog steeds niet openbaar wordt gemaakt en bedrijven al helemaal geen inzage krijgen (AVG is voor particulieren), is schrijnend. Nog steeds worden de kaarten onterecht tegen de borst gehouden.
De bikkelharde en genadeloze werkwijze van de inspecteur wordt in deze zaak wel erg helder. Ondernemertje pesten behoort niet tot een taak van wie dan ook. Het is dan ook niet gek dat een rechter openlijk het wantrouwen in de Belastingdienst ter discussie stelt. De Belastingdienst moet de komende jaren echt aan zijn imago gaan werken en stoppen met bedenkelijke spelletjes.
Deze ondernemer kreeg ten onrechte diverse aanslagen vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonheffingen in de brievenbus. In deze procedure ging het enkel om de opgelegde naheffingsaanslagen loonheffingen, namelijk het DGA-loon van de ondernemer.
Hoewel de inspecteur stelt dat opname op de zwarte lijst niet de aanleiding is geweest voor het onderzoek, gaan er bij de rechter wel alarmbellen aan en spreekt de rechter zijn wantrouwen richting de Belastingdienst uit. Hoewel de vermelding op de zwarte lijst wellicht niet de aanleiding is geweest voor het uitgebreide onderzoek, zal de vermelding – aldus de rechter – zeker van grote invloed zijn geweest op het verloop van dit onderzoek en de opstelling van de inspecteur.
Anders dan in het arrest van de Hoge Raad in 2021 ging het in deze zaak om naheffingsaanslagen waarbij de bewijslast bij de inspecteur ligt en niet bij de ondernemer. De inspecteur geeft na een streng verhoor aan dat de naheffingsaanslagen worden vernietigd en dat er naar het gehele dossier zal worden gekeken.
In geschil blijft dan nog de proceskostenvergoeding. De rechter ziet ruimte om niet bij het karige forfait aan te sluiten, maar meer te kijken naar een echte vergoeding van gemaakte kosten. De ondernemer geeft aan dat deze kosten ruim € 40.000 bedragen, de rechter stelt de vergoeding in redelijkheid vast op € 25.000.
Wij vinden het zorgwekkend om de laatste jaren te moeten lezen dat gezinnen en ondernemers bewust door de Belastingdienst kapot worden gemaakt. Deze ondernemer is er psychisch aan onderdoor gegaan en moest honderden bezwaar- en beroepsprocedures voeren. Zowel in de bezwaar- als beroepsfase bleef de inspecteur vasthouden aan zijn gelijk. Pas in hoger beroep is duidelijk geworden dat er feitelijk sprake is van knevelarij, een straffeit dat door het OM zou moeten worden opgepakt. Dat dit in Nederland mogelijk is, roept vele vragen op. Dat de enige sanctie een kostenvergoeding is, maakt verdrietig.
Het lopende onderzoek van PWC zal de komende tijd meer duidelijkheid gaan geven over de zwarte lijst en gevolgen hiervoor voor belastingplichtigen. Eerdere aangiften bij het OM (Openbaar Ministerie) gingen nog de prullenbak in. Hopelijk zullen de lopende onderzoeken meer informatie opleveren, waardoor een inspecteur – in voorkomende gevallen – wel kan worden vervolgd.
Bron zwarte lijst en vertrouwen Belastingdienst
Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden d.d. 25 januari 2022 ECLI:NL:GHARL:2022:488
Gerechthof Den Haag d.d. 13 juli 2022 ECLI:NL:GHDHA:2022:1301
FSV zwarte lijst van de Belastingdienst
Hoge Raad d.d. 10 december 2021 ECLI:NL:HR:2021: 1748
Parlementaire enquête fraudebeleid
Rapport PWC 17 maart 2022 (Effecten FSV MKB)
Rapport PWC 17 maart 2022 (onderzoek aan de Poort)
Kamerbrief d.d. 29 maart 2022 bij PWC rapporten
Bericht OM januari 2021 inzake knevelarij