Inspecteur moet voortvarend zijn
Regelmatig buigen rechters zich over de vraag of een inspecteur voldoende vlot (voortvarend) is geweest bij het opleggen van een zogenaamde navorderingsaanslag bij verzwegen vermogen of zwart geld. Ruwweg kan worden gesteld dat, als een inspecteur 8 maanden niks doet, hij te laat is met het opleggen van een aanslag.
Nieuw feit nodig voor navordering
De Belastingdienst / inspecteur kan een navorderingsaanslag opleggen als hij op een nieuw feit stuit. Dit feit had hem niet bekend hoeven te zijn toen hij de oorspronkelijke aanslag had opgelegd. Dit moet in eerste instantie worden beoordeeld.
Soms heeft een inspecteur geen nieuw feit nodig om een aanslag op te leggen. Dit geldt onder meer als de belastingplichtige te kwader trouw is geweest en bewust inkomsten of vermogen niet heeft gemeld.
Termijn voor opleggen aanslagen
Er gelden gelukkig wel termijnen waarbinnen aanslagen moeten worden opgelegd. De normale termijn is 5 jaar (wordt 12 jaar), dit te rekenen vanaf het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. De periode van mogelijk uitstel wordt hierbij opgeteld.
Bij buitenlands vermogen of geld dat aldaar wordt gehouden of voordelen die in het buitenland zijn behaald heeft de inspecteur meer tijd, namelijk 12 jaar.
Op het moment dat de inspecteur de informatie in zijn bezit heeft, moet hij wel tempo maken. Als hij te lang wacht met het opleggen van een aanslag, dan is hij niet voortvarend geweest, dit heeft de Hoge Raad bepaald. Welke termijn uiteindelijk redelijk is, wordt nu door diverse rechters uitgemaakt.
Procedures voortvarendheid
- Rechtbank Leeuwarden d.d. 28 april 2011: Een belastingplichtige was betrokken bij iets bijzonders in Duitsland. De informatie wordt in 2002 door de Duitse Justitie ontvangen en in 2004 aan de Nederlandse autoriteiten verstrekt. De Belastingdienst legt vervolgens eind 2005 een aanslag op, dit na ruim 14 maanden. De inspecteur kon geen verklaring geven voor dit lange tijdsverloop. Ook het onderzoek van de FIOD was geen reden voor de lange termijn, aldus de rechter. De aanslagen worden vernietigd.
- Rechtbank Den Haag d.d. 13 juli 2011: In deze procedure was een termijn van 8 maanden aan de orde. De aanslag wordt vernietigd.
- Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden 4 juni 2013: In deze procedure begint een strafrechtelijk onderzoek in juli 2006 en dit onderzoek wordt een jaar later in juli 2007 afgesloten. In april 2008 worden de navorderingsaanslagen opgelegd (met toepassing van de verlengde navorderingstermijn). De inspecteur was voor juni 2007 op de hoogte van de feiten. Vanaf dat moment is geen sprake meer van tijdsverloop dat na het opkomen van de bedoelde aanwijzingen noodzakelijkerwijs is gemoeid met het verkrijgen van de inlichtingen die nodig zijn voor het bepalen van de verschuldigde belasting. De inspecteur heeft de navorderingsaanslagen niet met voldoende voortvarendheid vastgesteld. Het incidentele hoger beroep van de inspecteur is ongegrond. Het Gerechtshof volgt hierbij de uitspraak van de Rechtbank.
- Rechtbank Zeeland - West Brabant (juni 2013): Vijf maanden stilzitten door de inspecteur (zonder reden) zorgt ervoor dat aanslagen worden vernietigd. Daarnaast krijgt belastingplichtige een immateriële schadevergoeding van ruim € 9.000 doordat de redelijke termijn is overschreden.
Noot belastingadviseur
Wij voeren regelmatig procedures over dit onderwerp, de termijn waarbinnen een aanslag moet worden opgelegd is hierbij vaak onderwerp van discussie. Wilt u een oriënterend gesprek, bel of mail ons gerust.