Getuigen bij de belastingrechter: overschat?
Het belastingrecht kent (in de meeste gevallen) de zogenoemde vrije bewijsleer. Dat betekent dat eenieder zijn stellingen en standpunten kan onderbouwen met de bewijsmiddelen die hij wenst. Doorgaans zullen dat schriftelijke stukken zijn. Doch de verklaring van een getuige is ook zo’n middel. Het is aan de rechter de waarde van een bewijsmiddel te wegen. In het overleg met de Belastingdienst en in de bezwaarprocedure kunnen getuigenverklaringen nuttig zijn om de inspecteur (alsnog) te overtuigen van uw standpunt.
Getuigen bij de rechter
In de beroepsprocedure bij de Rechtbank (en hoger beroep bij het Gerechtshof) kent de wet ook de mogelijkheid getuigen ter zitting te horen. Dat kan door getuigen zelf op te roepen of ter zitting mee te nemen (en dat vooraf aan de Rechtbank mede te delen). Ook kan aan de Rechtbank worden verzocht de getuige op te roepen.
Medewerking Rechtbank
Als u zelf getuigen meebrengt of oproept, zal de Rechtbank doorgaans meewerken aan het horen van de getuige, tenzij de rechter van mening is dat het te leveren getuigenbewijs niet relevant is voor de beslissing of dient ten bewijze van een feit dat door de Belastingdienst niet wordt bestreden. Dan is getuigenbewijs ook zinloos.
Bij die beoordeling mag de rechter echter niet vooruitlopen op de af te leggen getuigenverklaring ("wat hij ook zegt: ik geloof hem toch niet").
Van de mogelijkheid te verzoeken dat de Rechtbank een getuige oproept, komt in de praktijk weinig terecht. Dat komt omdat de rechter daartoe doorgaans niet verplicht is. Volgens de Hoge Raad staat het de rechter vrij alleen dan (zelf) een getuige op te roepen, indien hem dit in het kader van de op hem rustende taak zinvol voorkomt. Daarbij mag de rechter laten meewegen dat de desbetreffende partij zelf geen pogingen heeft ondernomen om ervoor te zorgen dat de getuige ter zitting aanwezig is. In het concrete geval viste de belastingplichtige achter het net omdat hij bij de Rechtbank wel de nodige (vruchteloze) pogingen had ondernomen een getuige op te roepen, maar dat in hoger beroep had nagelaten en het Gerechtshof (voorwaardelijk en ongemotiveerd) had verzocht de getuige op te roepen.
Het devies is dus: zelf getuigen oproepen / meenemen en, als dat niet lukt, gemotiveerd aangeven waarom het niet lukt, wat de getuige zou kunnen verklaren en wat de noodzaak voor de procedure is.
Overigens kan een partij zelf niet als getuige (onder ede) worden gehoord. De adviseur kan daarentegen wel worden gehoord!
Getuige gehoord, succes verzekerd?
Als het dan eenmaal is gelukt om de getuige te verhoren, is dat een grote kans op succes. Afgezien dat het, zoals hiervoor is opgemerkt, aan de rechter is het (getuigen-)bewijs te waarderen, is daarmee succes nog niet verzekerd. Een kort jurisprudentieonderzoek leert dat slechts in een klein aantal zaken de procedure wordt gewonnen op basis van getuigenverklaringen. Het komt vaker voor dat wordt gewonnen op basis van schriftelijke stukken aangevuld met getuigenbewijs.
Noot fiscaal jurist
Indien u in een conflict raakt of dreigt te raken met de Belastingdienst en u meent dat daarbij een belangrijke rol kan zijn weggelegd voor getuigen, zorg er dan voor dat diens verklaring zosnel mogelijk wordt vastgelegd. Enerzijds kan die verklaring dan al in de discussie met de inspecteur (of in bezwaar) worden ingebracht, waardoor het geschil snel kan worden opgelost. Anderzijds ligt dan de verklaring vast en wordt voorkomen dat herinneringen en geheugen vervagen. Het kan immers wel jaren duren voordat een getuige op zitting wordt gehoord.
Als u het in (hoger) beroep nog moet hebben van getuigenverklaringen, is de kans op succes gering en niet ondenkbeeldig dat in de voorfase zaken onderbelicht zijn gebleven.
Neem dus contact op met uw adviseur als u verwacht dat bepaalde feiten die (alleen) door getuigen kunnen worden bevestigd, van belang kunnen zijn bij een (toekomstig) geschil met de Belastingdienst. Beter vooraf begrepen dan achteraf vergeten.