Verschoonbare termijnoverschrijdingen in bezwaar en beroep bij fiscale zaken
In de praktijk van het bestuursrecht moeten bezwaren en beroepen tegen besluiten van bestuursorganen binnen strikte termijnen worden ingediend. Het missen van deze termijnen leidt vaak tot niet-ontvankelijkheid van de zaak, tenzij de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Recente jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) wijst op een minder strenge benadering bij de beoordeling van dergelijke overschrijdingen (notitie rechtspraak 30 januari 2024)
Een soepelere benadering van verschoonbare termijnoverschrijding
Volgens bestaande wetgeving is een overschrijding van de termijn voor het indienen van bezwaar of beroep slechts verschoonbaar als niet kan worden gesteld dat de indiener in verzuim is geweest. Dit zou het geval kunnen zijn bij bijzondere omstandigheden die het indienen binnen de gestelde termijn onmogelijk maakten. Volgens de Hoge Raad d.d. 19 april 2024 (ECLI:NL:HR:2024:625) moet er meer maatwerk worden geleverd en geeft de wetgeving hiervoor ook ruimte. Een goed luisterend oor (naar belastingplichtige) is hierbij van belang.
Een belangrijke uitspraak van het CBb (ECLI:NL:CBB:2024:31) stelt dat bestuursorganen en rechters flexibeler moeten omgaan met de beoordeling van wat een 'verschoonbare termijnoverschrijding' is. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de individuele omstandigheden van de zaak.
Bijzondere omstandigheden bij verschoonbare termijnoverschrijding in bezwaar en beroep
- Ernstige persoonlijke of externe situaties, zoals ziekte of een natuurramp, kunnen gronden vormen voor een verschoonbare overschrijding.
- Maatwerk in de beoordeling: Elke zaak verdient een unieke benadering op basis van de specifieke context en omstandigheden.
Het CBb heeft aangegeven dat de huidige wetgeving slechts beperkte ruimte biedt voor een minder strikte beoordeling van termijnoverschrijdingen. Indien een ruimere benadering gewenst is, dan behoort dit door de wetgever te worden vastgesteld.
Belang van Uniformiteit en Rechtsontwikkeling
De beslissing om deze benadering te wijzigen komt van een grote kamer binnen het CBb, samengesteld uit leden van verschillende rechtsprekende instanties. Deze aanpak dient om eenheid in de rechtspraak te bevorderen en recht te doen aan de behoeften van burgers om hun zaak inhoudelijk beoordeeld te zien. Er zijn aanvullende uitspraken gedaan (ECLI:NL:CBB:2024:32, ECLI:NL:CBB:2024:33, ECLI:NL:CBB:2024:34) die deze benadering ondersteunen.
Noot fiscaal jurist inzake verschoonbare termijnoverschrijding
Deze recente ontwikkelingen zijn een welkome verandering voor belastingplichtigen en burgers die door buitengewone omstandigheden mogelijk hun recht op een inhoudelijke beoordeling mislopen. Dit vereist echter een zorgvuldige afweging van de omstandigheden van elke individuele zaak door bestuursorganen en rechters. Volgens de Hoge Raad moet er maatwerk worden geleverd, ondersteuning wordt gevonden in dit arrest van de Hoge Raad op 5 april 2024 (ECLI:NL:HR:2024:515). Kort en goed
- Naheffingsaanslag omzetbelasting; bezwaar ongegrond verklaard; belanghebbende ontvangt uitspraak te laat door verhuizing;
- beroep niet tijdig ingediend; Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk
- Belanghebbende was verhuisd, gaf dit te laat door aan de belastingdienst waardoor hij de uitspraak op bezwaar niet tijdig ontving.
- Belanghebbende stelde dat hij niet op de hoogte was van de afwijzing omdat deze niet op mijnoverheid.nl stond.
- Rechtbank oordeelde aanvankelijk dat belanghebbende zelf verantwoordelijk is voor het tijdig doorgeven van adreswijzigingen en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk.
- Cassatie: Belanghebbende stelt dat hij niet tijdig op de hoogte was van de afwijzing en dat het beroep toch ontvankelijk moet worden verklaard vanwege zijn pogingen om de uitspraken te verkrijgen.
- Juridische kwestie: Is de termijnoverschrijding verschoonbaar gelet op de omstandigheden, waaronder de geringe verwijtbaarheid
- Uitspraak Hoge Raad: Beoordeeld moet worden of het redelijk is om te verwachten dat belanghebbende tijdig beroep kon instellen. Geringe verwijtbaarheid kan een reden zijn om termijnoverschrijding niet aan de indiener toe te rekenen. Hoge Raad verklaart het verzet van belanghebbende gegrond en vernietigt de uitspraak van de Rechtbank; zaak moet opnieuw beoordeeld worden met inachtneming van dit arrest. Geen veroordeling in de proceskosten; griffierecht moet worden vergoed aan belanghebbende.
De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de geringe verwijtbaarheid van de belanghebbende niet zou leiden tot het aanmerken van de termijnoverschrijding als niet-toerekenbaar. Al met al hangt het dus sterk van de feiten af of er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding in bezwaar en beroep. De inspecteur en/of rechter moet hierbij een zorgvuldige belangenafweging maken.