Schending verdedigingsbeginsel, vernietiging aanslag
Bij BTW-naheffingsaanslagen kan de aanslag vernietigd worden als geen hoor- en wederhoor heeft plaatsgevonden voordat de aanslag is opgelegd. De omstandigheid dat geen hoor en wederhoor plaatsvindt, is in strijd met het verdedigingsbeginsel. De aanslag moet worden vernietigd indien hoor- en wederhoor tot een andere uitkomst had kunnen leiden. Over deze vraag ging de volgende procedure.
Op grond van het EI verdedigingsbeginsel moet de belastingdienst een belastingplichtige vooraf de gelegenheid geven (of bieden) om te reageren op een voornemen tot het opleggen van een naheffingsaanslag. Als een inspecteur zich niet aan deze spelregel zou houden, terwijl de belastingplichtige wel een (relevante) inbreng had kunnen geven, vernietigd de rechter de desbetreffende aanslag. In de procedure die wij hier behandelen ging de aanslag inderdaad in de spreekwoordelijke prullenbak. In een eerdere kwestie bij de Hoge Raad (in 2022) wordt er enige nuance door de Hoge Raad besproken.
Het verdedigingsbeginsel in de fiscale wereld
Belanghebbende is ondernemer voor de omzetbelasting. Zijn ondernemingsactiviteiten bestaan uit het geven van hockeylessen. Belanghebbende is in het bezit van het diploma trainer en coach niveau 4 van de KNHB.
Belanghebbende sluit met een bedrijf een “Overeenkomst van opdracht Trainer Topsportklas Hockey” voor het verzorgen van hockeytrainingen en theorielessen voor leerlingen van de Topsportklas Hockey van school. De hockeytrainingen worden twee keer per week gegeven. De theorielessen worden een keer per week gegeven op school.
Voor de hockeylessen heeft belanghebbende facturen uitgereikt aan het bedrijf. Belanghebbende heeft op die facturen geen omzetbelasting in rekening gebracht. Belanghebbende heeft in verband met de hockeylessen ook geen omzetbelasting aangegeven en voldaan.
De inspecteur concludeerde na een boekenonderzoek dat de hockeylessen niet waren vrijgesteld van BTW en legde een naheffingsaanslag BTW op.
Schending verdedigingsbeginsel, de procedure
Belanghebbende betoogt dat het verdedigingsbeginsel is geschonden omdat hij niet expliciet is uitgenodigd om te worden gehoord voordat de naheffingsaanslag is opgelegd. Belanghebbende bestrijdt dat hij bij de slotbespreking van het boekenonderzoek aanwezig was. Hij kan zich niet anders herinneren dan dat hij een telefoongesprek met de controlerend ambtenaar en zijn voormalige adviseur heeft gevoerd. Of tijdens dit gesprek alle correcties zijn besproken is volgens belanghebbende dan ook de vraag. De inspecteur brengt daartegen in dat de controleambtenaar op 14 augustus 2019 de correcties met de toenmalige adviseur heeft besproken en naar aanleiding daarvan nog stukken zijn ingediend. Het boekenonderzoek is afgesloten met een slotgesprek op 10 september 2019 met belanghebbende en zijn toenmalige adviseur en tijdens dit gesprek zijn de correcties besproken. Daarmee meent de inspecteur dat hij belanghebbende voldoende gelegenheid heeft geboden om zijn standpunt naar voren te brengen. De rechtbank is het nog met de inspecteur eens, het Gerechtshof gaat er eens goed voor zitten.
Het Gerechtshof maakt uit de gang van zaken rond het afsluiten van het boekenonderzoek bij belanghebbende op dat de correcties zijn besproken met in ieder geval de toenmalige adviseur van belanghebbende en dat een (mogelijk telefonisch) slotgesprek is gevolgd. Het Gerechtshof kan echter niet uit de beschikbare informatie afleiden dat de controleambtenaar belanghebbende of zijn toenmalige adviseur tijdig en expliciet van de voorgenomen naheffingsaanslag op de hoogte heeft gesteld. Ook maakt het Gerechtshof uit het dossier niet op dat de controleambtenaar daarbij voldoende nauwkeurig de elementen die hij aan die naheffingsaanslag ten grondslag wil leggen heeft vermeld. Dit betekent dat de inspecteur het verdedigingsbeginsel heeft geschonden.
Het Gerechtshof moet vervolgens beoordelen of het besluitvormingsproces van de inspecteur zonder die schending een andere afloop zou kunnen hebben gehad. Belanghebbende, op wie de bewijslast rust, betoogt dat de feiten met betrekking tot de toepassing van de onderwijsvrijstelling niet duidelijk waren tijdens het boekenonderzoek en dat belanghebbende in de bezwaarfase daarover desgevraagd nog feitelijke informatie heeft verzameld en verstrekt, waaronder de overeenkomst op grond waarvan hij de hockeylessen gaf.
Naar het oordeel van het Gerechtshof heeft belanghebbende aannemelijk gemaakt dat hij een inbreng had kunnen leveren die voor het opleggen van de naheffingsaanslag van belang was en waarvan op voorhand niet valt uit te sluiten dat deze inbreng tot een ander besluitvormingsproces zou hebben geleid. Dit betekent dat de inspecteur het verdedigingsbeginsel heeft geschonden en dat de naheffingsaanslag niet in stand kan blijven voor zover die ziet op de correctie met betrekking tot de facturen die zien op de hockeylessen.
Noot fiscaal Jurist inzake verdedigingsbeginsel en formeel belastingrecht
Hoor- en wederhoor is bij het opleggen van aanslagen een belangrijk punt. Op grond van het Europees verdedigingsbeginsel moet de Belastingdienst een belastingplichtige vooraf de gelegenheid bieden te reageren op een voornemen tot het opleggen van een naheffingsaanslag. Soms hoeft een belastingplichtige niet te worden gehoord (Hoge Raad 10 juli 2015)
Als de inspecteur dit recht schendt, terwijl de belastingplichtige een relevante inbreng had kunnen geven, leidt dit doorgaans tot het vernietigen van de desbetreffende aanslag doorgaans (Hoge Raad 30 oktober 2015).
Van belang is vast te stellen dat het een Europees beginsel is en dus met name de omzetbelasting (beheerst door de EU-richtlijn) zal regarderen. Los daarvan is van belang dat wordt voldaan aan het andere afloop-criterium; hoor en wederhoor had moeten kunnen leiden tot een andere afloop. Zo dit niet het geval is, leidt de schending van het verdedigingsbeginsel niet tot vernietiging van de aanslag.
Aandachtspunten bij het verdedigingsbeginsel zijn
- Is de belastingplichtige zelf gehoord of anderen (zoals zijn adviseur)
- Had de belastingplichtige relevante info kunnen toevoegen en/of een inbreng kunnen hebben wat tot gevolg zou hebben dat de conclusie anders zou zijn?
- Is per tijdvak / aanslag sprake geweest van horen van de belastingplichtige?
- Is de belastingplichtige tijdig op de hoogte gebracht van de voorgenomen maatregelen van de belastingdienst?
- Heeft de inspecteur expliciet gecommuniceerd over alle relevante elementen van de naheffingsaanslag?
- Heeft de belastingplichtige voldoende tijd gehad om te reageren en/of bewijs te verzamelen?
Het niet naleven van de richtlijnen kan tot gevolg hebben dat de aanslag wordt vernietigd.
Bronnen verdedigingsbeginsel
Gerechtshof Den Bosch 3 juli 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2150
Hoge Raad d.d. 24 juni 2022 ECLI:NL:HR:2022:934
Hoge Raad d.d. 30 oktober 2015 ECLI:NL:HR:2015:3174
Scriptie inzake fiscale verdedigingsbeginsel
Boek inzake verdedigingsbeginsel
Fiscale procedure in bezwaar of beroep? Bakje koffie om er eens over te praten?
Meer weten van schending verdedigingsbeginsel
- Fiscale voorziening procedures
- Fiscale procedures
- Immateriele schadevergoeding fiscale procedures
- Fiscale procedure tegen belastingdienst
- Onrechtmatig bewijs in fiscale procedures
- Getuigen in fiscale procedures
- Griffierecht in fiscale procedures
- Bewijsstukken in fiscale procedures
- Immateriele schadevergoeding fiscale procedure
- Schadevergoeding fiscale procedure
- Immateriele schadevergoeding bij fiscale procedures