Klein leed - deel 1
Fiscalisten zijn juristen en houden dus van regeltjes. Want zonder regeltjes is het chaos.
Ook geschillen over kleine regeltjes kunnen we uitvechten tot en met de Hoge Raad.
Misschien wel omdat het grote leed van de Brexit op 29 maart niet doorging, heeft de Hoge Raad de kans gegrepen te oordelen over klein leed.
Fiscale procedure inzake parkeerbelasting Delft
In Delft moet je betalen om je auto te parkeren. Dat noemen ze belasting. Ondanks dat er in Delft steen en been wordt geklaagd dat lang niet altijd duidelijk is waar, wanneer en hoeveel belasting moet worden betaald, gaat de belastingrechter er steevast vanuit dat het wel duidelijk is en u anders maar beter had moeten kijken.
’s Avonds na tienen parkeert mevrouw X de auto in Delft en koopt geen kaartje (voldoet geen belasting). Omdat het kenteken op naam van meneer Y staat, die op hetzelfde adres woont, komt de bekeuring (naheffingsaanslag) op zijn naam binnen.
Bezwaar maken tegen aanslag
Een bureau maakt, namens mevrouw X, bezwaar tegen de aanslag. In eerdere jurisprudentie is al uitgemaakt dat degene die feitelijk parkeert ook bezwaar kan maken tegen de aanslag, ook al staat die niet op haar naam.
De ambtenaar die het bezwaar behandelt en ook van regeltjes houdt, ziet dat de aanslag op naam van meneer staat en vraagt om een volmacht van meneer Y (de kentekenhouder). Ook na twee keer vragen komt er geen volmacht. Dus wordt het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Mevrouw X is niet akkoord en stapt naar de rechtbank. De rechtbank meent echter dat de aanslag op naam van meneer Y staat en in bezwaar nergens door mevrouw X wordt opgemerkt dat zij – als feitelijk parkeerder – zelf in bezwaar komt. Ook niet als reactie op het verzoek om een volmacht. Dat had ze wel kunnen en moeten doen. Mevrouw X stapt in hoger beroep naar het Gerechtshof. Dat gaat er met zijn drieën voor zitten, maar is er ook snel klaar mee. In bezwaar bleek niet dat mevrouw voor zichzelf opkwam. Dat zulks in beroep en hoger beroep duidelijk wordt, is te laat.
In cassatie
Dus mevrouw X gaat in cassatie bij de Hoge Raad. Die vindt de zaak kennelijk zo moeilijk of principieel dat er een advocaat-generaal wordt ingeschakeld voor een conclusie (advies). Ook die A-G meent dat mevrouw X ongelijk heeft.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad kijkt er met vijf personen naar. Ook daar vangt mevrouw X bot. Er was voor de ambtenaar geen reden te veronderstellen dat mevrouw X voor zichzelf in bezwaar kwam. Dan hoeft de ambtenaar ook niet te onderzoeken of mevrouw X misschien zelf in bezwaar kwam, dat moet zij zelf maar stellen.
Opmerking fiscaal jurist
Het formele belastingrecht slaat overal toe. In deze parkeerbelastingzaak zijn er tien (!) magistraten aan te pas gekomen om te beoordelen of iemand op de juiste manier in bezwaar is gekomen. Dat heeft niet tot een praktische oplossing geleid.
Het hele probleem was opgelost geweest als mevrouw X in haar bezwaar had gezet: als parkeerder kom ik in bezwaar…… Of als de ambtenaar had gevraagd: bent u de parkeerder?
Moraal van het verhaal: maak duidelijk wat u wilt en waarom. Maar schakel altijd een deskundige in.
Jurisprudentie bij ‘klein leed’:
Arrest Hoge Raad machtiging parkeerbelasting