Weigeren bewijsstukken onderbouwen
Het Gerechtshof mag niet zomaar nieuw bewijs weigeren en moet dit goed onderbouwen. De Hoge Raad eist van het Gerechtshof dat ze de procedure echt in al haar facetten opnieuw moet heroverwegen.
De procedure inzake bewijs
De Hoge Raad is van mening dat een bedrijf (in dit geval een GmbH) altijd bewijsstukken moet kunnen aanleveren als ze hierom vraagt. De GmbH heeft bij de rechtbankprocedure tijd en ruimte gekregen om bewijs aan te leveren en haar standpunt te onderbouwen. Tijdens de zitting stelt de GmbH dat ze bewijs wil leveren. Volgens het Hof is dit niet wenselijk omdat de waarde-ontwikkeling al eerder een discussiepunt in geweest (tijdens de zitting bij de Rechtbank). Volgens het Hof heeft de GmbH alle gelegenheid gehad haar standpunt te onderbouwen en moet ze tijdens de zitting niet meer zeuren. De Hoge Raad denkt hier anders over. Dat de GmbH in de gelegenheid is geweest om tijdens de rechtbankprocedure bewijsstukken te leveren wil nog niet zeggen dat een nieuwe gelegenheid om bewijs te leveren zomaar kan worden geweigerd. Er kan namelijk een reden zijn dat bepaald bewijs tijdens een eerdere zitting niet wordt verstrekt. Dit had het Hof moeten onderzoeken. De zaak wordt verwezen.
Noot fiscaal jurist over hoger beroep en bewijs
Als een belastingplichtige in een beroepsprocedure pas tijdens de zitting bewijsmateriaal verstrekt, is het vaak de vraag of een rechter dit nog wil of kan accepteren. Een goede procesorde zegt namelijk dat laat aangeleverd bewijs niet strookt met de gang van zaken tijdens een procedure. Een rechter moet in Hoger Beroep zelf onderzoek doen en moet deze procedure zien als een echte herkansing voor belastingplichtige. Het leveren van bewijs is geen spel of roulette.Tijdens een Hoger Beroep moet een belastingplichtige de kans krijgen om uit te leggen waarom bepaald bewijs nog niet eerder is verstrekt. Het kan namelijk zijn dat de Rechtbank heeft bepaald dat op onderdelen onvoldoende bewijs is geleverd, dit bewijs moet dan in Hoger Beroep aan de orde kunnen komen, ook al wordt dit pas tijdens de zitting naar voren gebracht.
Bron bewijsvoering in procedure
Hoge Raad d.d. 15 september 2017 (ECLI:NL:HR:2017:2340).
Gerechtshof Den Haag d.d. 25 januari 2017 (ECLI:NL:GHDHA:2017:103).
Rechtbank Den Haag d.d. 7 juli 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:8167).