print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Formeel belastingrecht

(Fiscaal) verschoningsrecht, wat is het en hoe werkt het?

Iedere belastingplichtige is gehouden om de Belastingdienst informatie te verstrekken die nodig is voor de heffing. Deze verplichting geldt ook voor derden (administratieplichtigen). Er zijn uitzonderingen gemaakt voor bepaalde derden, zoals advocaten en notarissen. Zij kunnen zich beroepen op een wettelijk verschoningsrecht om informatie van hun cliënten niet te hoeven delen. Dit verschoningsrecht is de afgelopen jaren weer (meer) in opspraak geraakt, onder meer als gevolg van de Panama Papers. Dit heeft geresulteerd in een wetsvoorstel dat wij aan het einde van dit artikel nader bespreken.  

Wat is een verschoningsrecht?

Het verschoningsrecht kan het eenvoudigst worden uitgelegd in samenhang met de vertrouwelijkheid die tussen een advocaat en een cliënt geldt. Het zou voor de rechtsbescherming ongunstig zijn indien rechtzoekenden hun advocaat niet met alle relevante zaken in vertrouwen durven te nemen. Het verschoningsrecht maakt dat de advocaat tegenover iedereen (dus ook een belastinginspecteur en een rechter) kan weigeren informatie te openbaren op grond van een geheimhoudingsplicht.

Het verschoningsrecht vindt, aldus de Hoge Raad, zijn grondslag in het algemene maatschappelijk belang dat eenieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde tot de dienstverlener kan wenden. Dit uitgangspunt zien we onder meer terug in Hoge Raad uitspraak van 27 april 2012.

De vraag is wie bepaalt of informatie wel of niet onder het verschoningsrecht valt. Die keuze is in beginsel voorbehouden aan de beroepsbeoefenaar (de derde). Dit is slechts anders indien redelijkerwijs geen twijfel kan bestaan over de onjuistheid van het aanmerken van informatie als vallend onder het verschoningsrecht.

Het verschoningsrecht in het belastingrecht

In het belastingrecht kennen we een verschoningsrecht dat geldt voor: notarissen, advocaten, procureurs, apothekers, artsen en godsdienstbeoefenaars. Zij kunnen weigeren om informatie af te staan als het gaat om informatie die benodigd is voor de belastingheffing van derden (cliënten) en die zij uit hoofde van hun beroep hebben verkregen. Opvallende afwezige in deze lijst is de fiscaal jurist. Deze beschikt echter wel over een tweetal aanverwante, doch minder vergaande verschoningsrechten: het pseudo-verschoningsrecht en het afgeleid verschoningsrecht.

Het pseudo-verschoningsrecht ziet op informatie die de fiscaal jurist heeft opgesteld om de fiscale positie van de belastingplichtige te belichten dan wel hieromtrent te adviseren. Denk bijvoorbeeld aan een adviesrapport of een DDO-rapport. Dit heeft de Hoge Raad in 2005 beslist. Een belangrijke begrenzing ligt hierin dat dit soort rapporten niet volledig onder de werking van het pseudo-verschoningsrecht vallen. Indien en voor zover het rapport niet ziet op het belichten of adviseren van de belastingpositie van de belastingplichtige, moet de informatie worden verstrekt. In de praktijk betekent dit dat, naast de overheid, tegenwoordig ook de fiscaal jurist rapporten (deels) zwart lakt alvorens tot verstrekking aan de Belastingdienst over te gaan.

Het afgeleid verschoningsrecht speelt voornamelijk in samenwerkingssituaties. Het komt vaak voor dat een advocaat, bijvoorbeeld gespecialiseerd in strafrecht, optrekt met een fiscaal jurist in een fiscaal getint dossier. Het zou hoogst onwenselijk zijn indien de fiscaal jurist tot volledige informatieverstrekking inzake het dossier gehouden is en de advocaat niet. In dat soort situaties kan de fiscaal jurist zich beroepen op het afgeleid verschoningsrecht. Hij ‘leent’ dan als het ware het verschoningsrecht van de advocaat. Dit werkt in de praktijk op bijzondere wijze. Indien het OM zich zou wenden tot de ingeschakelde deskundige, is deze gehouden de informatie af te geven. Alvorens de informatie mag worden ingezien en gebruikt, moet de rechter-commissaris deze onder zich houden. De advocaat (verschoningsgerechtigde) dient zich vervolgens eerst uit te kunnen laten over het wel of niet onder zijn verschoningsrecht vallen van de informatie.

De omgekeerde situatie komen wij in de praktijk ook vaak tegen. De fiscaal jurist betrekt dan een gespecialiseerde advocaat bij het dossier en verstrekt informatie. Hoe hiermee om te gaan? Uitgangspunt is dat dan moet worden beoordeeld of de cliënten zich (rechtstreeks) tot de advocaat hebben gewend en aan de advocaat in die hoedanigheid informatie hebben verstrekt. Aangezien het primaire contact veelal via de fiscaal jurist verloopt, zal dat niet vaak het geval zijn. Getoetst moet dan worden aan het pseudo-verschoningsrecht van de fiscaal jurist op grond waarvan de advocaat eventueel een afgeleid verschoningsrecht kan hebben. Complexe materie.

Wetsvoorstel aanpassing verschoningsrecht

De wetgever lijkt opnieuw de belangenafweging tussen onbegrensde informatievergaring en onderlinge vertrouwelijkheid te willen maken. Daartoe is nu een wetsvoorstel in internetconsultatie gebracht. De belangenafweging lijkt echter anders uit te vallen. In het nu gedane voorstel wordt de regel dat het verschoningsrecht niet kan worden ingeroepen indien het informatie betreft die, indien de belastingplichtige geen verschoningsgerechtigde zou hebben ingeschakeld, ook zou moeten worden verstrekt. Tevens wordt in de wet verduidelijkt dat het verschoningsrecht alleen geldt voor informatie die verband houdt met de juridische dienstverlening. Dit laatste is slechts een vastlegging van wat in de rechtspraak al als regel wordt gehanteerd.

In het wetsvoorstel wordt opgemerkt dat de Inspecteur zich eerst moet wenden tot de belastingplichtige zelf. Slechts als laatste middel (een ‘ultimum remedium’) mag de Inspecteur zich richten tot een verschoningsgerechtigde. Voorafgaand aan een informatieverzoek van de Inspecteur zou deze zich moeten laten machtigen door de Minister.

Een belangrijke vraag is hoe zo'n verzoek van de Inspecteur uitpakt in het kader van het gesloten stelsel van rechtsbescherming dat wij kennen in het fiscaal recht. Immers, indien de belastingplichtige niet voldoet aan de informatieverplichtingen, kan hij worden geconfronteerd met een informatiebeschikking. Hiertegen staat vervolgens bezwaar en beroep open. Een relevante vraag bij dit voorstel is hoe de belastingplichtige en / of verschoningsgerechtigde kan opkomen tegen een gemachtigd verzoek om informatie aan een verschoningsgerechtigde. Immers, indien daartegen, behoudens een civiele kortgedingprocedure, geen bezwaar en beroep openstaat, kan sprake zijn van een situatie waarin de rechtsbescherming ernstig wordt beperkt.

Vanuit het oogpunt van de rechtsbescherming hebben wij bij dit wetsvoorstel dus nog een aantal relevante vragen. Wij houden u hiervan op de hoogte.

Noot

Zit u in een geschil met de Belastingdienst waar u niet uitkomt? Neem dan contact met onze specialisten op. Wij zetten ons volledig in voor uw belangen.

Nuttige links:

Hoge Raad 27 april 2012

Hoge Raad 2005

Internetconsultatie wetsvoorstel

Deel deze pagina

Laatste update op 14-09-2020
Artikel gemaakt op 11-09-2020
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Formeel belastingrecht (Fiscaal) verschoningsrecht

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap