Getuigenverhoor in fiscale procedure
Horen van (belastende) getuigen
Belastingrechters mogen getuigen horen, maar hebben hier niet altijd zin in. Is het wel noodzakelijk? Is voldoende gemotiveerd waarom dit moet gebeuren? Etc. Gelukkig wordt het steeds gebruikelijker om getuigen bij een procedure te betrekken.
Bij strafzaken gaat het nog verder, het weigeren van het horen van (belastende) getuigen is - na een EU-procedure - eigenlijk niet meer mogelijk. Het was in Nederland altijd "niet horen, tenzij", dit wordt langzaam "horen, tenzij". Procedures gaan langer duren, maar de uitslag komt wel zorgvuldiger tot stand. De FIOD mag iedereen horen en soms gaat dit om tientallen getuigen. Als deze getuigen verklaringen ten nadele van de verdachte afleggen (à charge), kan de verdachte hier flink "last" van hebben. Sinds 2021 wordt het een stuk eenvoudiger om deze (belastende) getuigen ook eens zelf aan de spreekwoordelijke tand te voelen en mogelijke rammelende verklaringen nader te bekijken.
Bewijs leveren in fiscale procedures
In fiscale procedures is niet altijd even helder wie waarvan en hoe bewijs moet leveren. Tijdens een zitting is meestal ook niet duidelijk wat de mening van de rechter is (dus wat is aannemelijk en helder en wat niet?). Het aanbieden van bewijs is meestal niet verstandig. Veel fiscalisten stellen in procedures: "ik neem aan dat belastingplichtige "dit en dat" niet hoeft te bewijzen" of: " ik neem aandat "dit en dat" aannemelijk is en niet meer bewezen hoeft te worden" ... en als ik mij vergis, dan wordt belastingplichtige graag in de gelegenheid gesteld om dit alsnog te bewijzen. Dit bewijsaanbod wordt vaak gepasseerd, dan ben je dus te laat en kun je zomaar een relatief sterke zaak verliezen. Soms is het verstandig om getuigen naar een zitting mee te nemen, zodat bewijs alsnog kan worden geleverd.
Getuigen in belastingzaken
Het oproepen en horen van getuigen in fiscale of bestuursrechtzaken is niet zo eenvoudig als het lijkt. In 2019 heeft de Hoge Raad hierover gelukkig een helder arrest geschreven. In het kort komt het op het volgende neer:
- De rechter, de inspecteur of de belastingplichtige mogen getuigen oproepen als zij dit zinvol achten (artikel 8:60 lid 1 AWB).
- Roept de rechter een getuige op, dan moet deze komen opdraven.
- Uiterlijk 10 dagen voor de zitting mededeling doen aan rechter en inspecteur (en / of overige partijen).
- Getuigen kunt u oproepen (deurwaardersexploot) of meenemen naar de zitting.
- De getuige wordt door de rechter gehoord (in beginsel), tenzij de rechter van mening is dat het horen redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak (artikel 8:63 lid 2AWB) , het zogenaamde redelijkheidscriterium. Dit criterium gaat een stuk minder ver dan het "zinvol-criterium". Wordt afgezien van het horen van getuigen, dan moet de rechter dit (in de uitspraak / beslissing) motiveren.
Anonieme getuigen in belastingzaken
Soms willen getuigen enkel anoniem worden gehoord (bijvoorbeeld bang voor gezeur met de Belastingdienst). Dit is al een keer bij de rechter in behandeling geweest. Zowel het Gerechtshof als de Hoge Raad zijn van mening dat anoniem getuigen niet kan. De wetgever zou hier iets over moeten gaan vinden, bijvoorbeeld dat een anonieme getuige door de rechter in het geheim kan worden gehoord, dit voorstel doet de Hoge Raad zelf in 2017. En is er iets veranderd? Nee ...
Belastinginspecteur of FIOD-medewerker horen
Soms heb je als belastingplichtige het gevoel dat de Belastingdienst over meer informatie beschikt dan deze prijsgeeft. Daarbij zou ook wel eens informatie kunnen zitten die voor u als belastingplichtige nuttig is. Dan zou je graag voor de rechter de inspecteur onder ede willen horen. Sinds het zogenoemde Tipgeversarrest weten we dat, als de inspecteur de informatie niet wil geven, deze ook niet kan worden afgedwongen door zijn collega van de FIOD daarover te verhoren. De Hoge Raad zegt: “De in artikel 8:29 Awb opgenomen regeling zou van deze werking worden ontdaan indien zou worden aanvaard dat ambtenaren die tot dezelfde dienst behoren als de inspecteur, zoals de FIOD-ambtenaren, als getuigen ter zitting verschenen, kunnen worden gedwongen de gegevens prijs te geven die de inspecteur in diezelfde procedure niet wil verstrekken. Tot het verstrekken van die informatie kunnen deze getuigen dan ook niet worden gedwongen.”
Bij een doordachte proceshouding van de Belastingdienst en de FIOD is het dus lastig om informatie uit ze te persen. Dat neemt niet weg dat verhoren van ambtenaren zeer nuttig kan zijn. In het Tipgeversarrest kwam de naam van de tipgever niet boven water, maar gingen wel alle belastingaanslagen van tafel. In de cassatiezaak ging het alsnog mis voor belastingplichtige.
In het belastingrecht lukt het dus niet eenvoudig om informatie van de Belastingdienst af te dwingen. In het burgerlijk recht is er een mogelijkheid om feiten boven water te krijgen: het voorlopig getuigenverhoor. Een belangrijke beperking is dat een voorlopig getuigenverhoor niet kan worden gebruikt tot het boven water krijgen van feiten en informatie ten behoeve van een procedure bij een andere (dan de burgerlijke) rechter. Dit middel kan dus niet worden gebruikt enkel en alleen ten behoeve van de belastingprocedure. Dat die feiten ook van belang zijn voor de belastingprocedure is geen bezwaar, ze mogen die procedure echter niet ‘verstoren', aldus de Hoge Raad in 2018. Met een beetje puzzelen (en tegen hogere kosten door meerdere procedures) kom je soms bij het uiteindelijke eindpunt.
Getuigen in FIOD-zaak / strafzaak (Keskin zaak)
Op 19 januari 2021 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een belangrijke (men roept soms zelfs "baanbrekende") uitspraak gedaan in een zaak die in Nederland speelde. Het Gerechtshof en de Hoge Raad hadden in een strafzaak bepaald dat het horen van belastende getuigen moet worden gemotiveerd. Dit soort beperkingen of voorwaarden mogen niet worden gesteld en levert een schending van artikel 6 EVRM op, omdat de verdachte nimmer de (belastende) getuigen in zijn zaak heeft kunnen ondervragen.
In april 2021 heeft de Hoge Raad de uitspraak van het EHRM bevestigd. De Hoge Raad heeft hierin beslist dat ze terugkomt op haar eigen arresten uit 2014 en 2017. De in deze arresten opgenomen motiveringsplicht is na de uitspraak van het EHRM minder (of niet) meer relevant. De uitspraak het van EHRM in de zaak Keskin heeft tot gevolg dat in bepaalde gevallen het belang bij het oproepen en horen van getuigen moet worden voorondersteld, zodat van de verdediging geen nadere onderbouwing van dit belang mag worden verlangd.
Dit is aan de orde als het verzoek betrekking heeft op een getuige ten aanzien van wie de verdediging het ondervragingsrecht nog niet heeft kunnen uitoefenen, terwijl deze getuige al - in het vooronderzoek of anderszins - een verklaring heeft afgelegd met een belastende strekking. De verdediging heeft voldoende tijd om deze getuigen te horen, het signaal hiertoe kan in de voorfase worden gedaan (via de OvJ / rechter commissaris) maar ook tijdens een zitting in eerste aanleg of in hoger beroep. Eventueel kunnen getuigen dan ook nogmaals worden gehoord.
Noot fiscaal jurist inzake getuigen
Het is in fiscale procedures niet altijd duidelijk wat een rechter vindt van het dossier. Het kan dus soms pas tijdens de zitting duidelijk worden dat een rechter bewijs mist. Het aanbieden van bewijs - "roep maar als ik iets moet bewijzen" - is niet verstandig, hieraan mag de rechter voorbij gaan. Soms kan het dus van belang zijn dat een getuige (deskundigen) iets gaan zeggen tijdens een zitting (onder ede).
In de Nederlandse belastingkamers bij de rechter worden nauwelijks getuigen gehoord. Het is in de meeste procedures verstandig om in de schriftelijke ronde al aan te geven hoe volgens belastingplichtige de bewijslast moet worden verdeeld. Tevens geef je aan bij welk deel van het bewijs van de inspecteur vraagtekens kunnen worden gezet en welk bewijs de belastingplichtige hierover heeft geleverd. Ook in de schriftelijke fase al getuigenbewijs aanbieden is verstandig. Als fiscalist moet je dus actief optreden met het verstrekken van bewijs en de hierbij onderliggende stukken (of personen die dit kunnen leveren).
Rechtspraak van het EHRM is niet rechtstreeks van toepassing op fiscale zaken, tenzij er boetes in het spel zijn. Onze ervaring leert dat rechters in fiscale zaken geen zin hebben om getuigen te horen, teveel gezeur, tijdsverlies en gedoe. Door de uitspraak van het EHRM liggen er nu wel mogelijkheden
Procederen is een vak, wilt u eens met ons gesprek over uw kansen bij een fiscale procedure? Bel of mail gerust met één van onze specialisten
Bron getuigenverhoor FIOD en Belastingdienst
Hoge Raad d.d. 15 november 2019 ECLI:NL:HR:2019:506
Hoge Raad d.d. 20 april 2021 ECLI:NLHR:2021:576