Vergrijpboete bij suppletie omzetbelasting
Boete terecht maar toch vernietigd
Ondernemers moeten de btw die ze aan hun klanten in rekening brengen aangeven en voldoen aan de Belastingdienst. De btw die ze zelf hebben betaald kunnen ze daarbij in aftrek brengen. Daar komt geen belastinginspecteur aan te pas. Dat doen van aangifte gaat niet altijd goed. Dat is niet erg en kan worden hersteld (door een suppletieaangifte).
Daarbij geldt wel de eis dat de ondernemer, zodra hij constateert dat de aangifte onjuist of onvolledig is, verplicht is alsnog bij wijze van suppletie de juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen te verstrekken. Als hij dat niet, niet tijdig of niet juist doet, kan een boete worden opgelegd (ex artikel 10a AWR). Een suppletieaangifte moet via een aparte brief worden ingediend. Het enkel opnemen van de btw-schuld in de aangifte vennootschapsbelasting is niet voldoende.
Doet u opzettelijk geen aangifte of een onjuiste of onvolledige aangifte, dan krijgt u van de Belastingdienst een vergrijpboete opgelegd, tenminste dit kan de Belastingdienst doen. Er kan ook een vergrijpboete worden opgelegd bij een navorderingsaanslag. De Belastingdienst mag alleen ene vergirjpboete opleggen als aantoonbaar sprake is van opzet (willens en wetens handelen) of grove schuld (voorwaardelijke opzet, willen staat centraal, lichtvaardig of slordig handelen). Bij bepaalde boetes is zelfs grove schuld niet voldoende, opzet lijkt de ondergrens (bij een vergrijpboete). Boete is bij grove schuld meestal lager dan bij voorwaardelijke opzet.
De belastingdienst moet dus overtuigend aantonen (doen blijken) dat sprake is van grove schuld of opzet omdat de waarborgen van het EVRM (Europees verdrag voor de rechten van de mens) ook meespelen. De belastingplichtige moet dus weten dat hij iets fout deed (en bewust).
Belastingdienst moet vergrijpboete overtuigend aantonen
Sinds de uitspraak van de Hoge Raad van 8 april 2022 (ECLI:NL:HR:2022:526) geldt dat de inspecteur een fiscale overtreding overtuigend moet aantonen bij het opleggen van een boete; aannemelijkheid is onvoldoende. Deze zwaardere bewijsmaatstaf heeft geleid tot toenemende aandacht voor de wijze waarop bewijs in fiscale boetezaken wordt beoordeeld. Omdat fiscale boetes een punitief karakter hebben (boete is bedoeld om te straffen), ligt aansluiting bij strafrechtelijke waarborgen voor de hand, waaronder het hanteren van bewijsminima. In het strafrecht gelden immers bewijsminima om lichtvaardige veroordelingen te voorkomen; dat zou ook in het fiscale boeterecht wenselijk zijn. De huidige vrije bewijsleer in het fiscale recht kan leiden tot subjectieve beoordelingen en ongelijke uitkomsten, zoals bleek bij de Luxemburgse bankrekeningzaken. Bewijsminima zouden bijdragen aan rechtszekerheid, bescherming tegen willekeur en betere aansluiting bij artikel 6 EVRM, dat strikte eisen stelt aan bewijs in punitieve procedures. Hoewel tegenstanders wijzen op het belang van flexibiliteit, sluiten bewijsminima een zorgvuldige en flexibele beoordeling van complex bewijs niet uit. De auteur pleit daarom voor invoering van bewijsminima in het fiscale boeterecht, in lijn met de oproep van A-G Koopman op 5 juli 2024 (ECLI:NL:PHR:2024:774) , ter versterking van de rechtspositie van de belastingplichtige.
Krijgt u een boete? Schakel een specialist in die u bijstaat in uw communicatie met de Belastingdienst.
Soorten vergrijpboete
Er zijn meerdere soorten vergrijpboetes, de belangrijkste:
- Belasting is opzettelijk (of grove schuld) niet betaald (of niet volledig betaald), artikel 67f ZWR
- Opzettelijk niet of onjuist aangifte doen (voor aanslagbelasting), artikel 67d AWR
- Bij navordering mits sprake van opzet (of grove schuld) en er te weinig belasting is betaald, artikel 67e AWR
- Informatieverplichting niet nakomen (uit eigen beweging), artikel 10a AWR
- Opzettelijk onjuiste informatie of inlichtingen verstrekken bij verzoek
voorlopige aanslag, artikel 67cc AWR
Wijziging suppletie BTW per 2025
Vanaf 1 januari 2025 geldt een nieuwe verplichting voor ondernemers die btw moeten corrigeren (zie artikel). Wanneer u constateert dat er te weinig btw is aangegeven en afgedragen, moet dit binnen acht weken worden gecorrigeerd door een btw-suppletie in te dienen bij de Belastingdienst. Bij niet-naleving van deze termijn kan een vergrijpboete (voor de liefhebber artikel 10a lid 3 AWR, er geldt een uitzondering voor correcties van € 1.000 of minder) van 100% van het te suppleren bedrag worden opgelegd. In deze blog bespreken we wat deze aanscherping betekent en geven we praktische tips om problemen te voorkomen. De oude regels voor een suppletie waren:
- zo spoedig mogelijk indienen; en
- indienen voordat de belastingplichtige weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de inspecteur met de onjuistheid bekend is of zal worden. Uit een hierna te noemen uitspraak van de rechtbank volgt dat deze laatste regel maatgevend was.
Opmaken jaarrekening en suppletie omzetbelasting
Als bij het opstellen van de jaarrekening blijkt dat er te weinig omzetbelasting is aangegeven en voldaan, wordt dit bedrag als schuld op de balans opgenomen. Het opnemen in de jaarrekening en / of de aangifte vennootschapsbelasting wordt niet als vrijwillige verbetering en / of suppletieaangifte gezien. Op het moment dat de ondernemer (of bestuurder) ziet dat er te weinig omzetbelasting is voldaan, dan moet er separaat een suppletieaangifte omzetbelasting worden ingediend. Als de suppletie beperkt is, wordt er geen boete opgelegd. De suppletie moet dan aan het volgende voldoen:
- Bedrag moet lager zijn dan €20.000;
- Het belastingbedrag bedraagt minder dan 10% van het belastingbedrag dat eerder is betaald over de tijdvakken waarop de verbetering betrekking heeft.
Als u niet aan bovenstaande voldoet, dan volgt een verzuimboete van 5% (maximaal € 5.500). Als u geen suppletie zou indienen, kan een vergrijpboete worden opgelegd, deze bedraagt veelal 25% of 50% (maximaal 100%) van het belastingbedrag. De boete moet worden opgelegd binnen 5 jaar na afloop van het jaar waarin de belastingschuld is ontstaan. Door een arrest van de Hoge Raad uit 2021 is het voor de Belastingdienst wel lastiger om een boete op te leggen. De Belastingdienst mag de informatie uit de suppletie niet gebruiken als bewijs voor het opleggen van een boete. Er zijn zelfs rechters die vinden dat er zowel aan de DGA als aan de bv vergrijpboetes kunnen worden opgelegd, dit lijkt een onjuiste uitspraak. Lang verhaal kort, dien zo spoedig mogelijk de suppletieaangifte in, maar in ieder geval vóór het indienen van de aangifte vennootschapsbelasting en / of inkomstenbelasting. Bij het nadien indienen van de suppletieaangifte is geen sprake meer van een vrijwillige verbetering en kan de Belastingdienst een vergrijpboete opleggen (die kan oplopen tot 100% van het btw-bedrag).
Hoe moet u een suppletieaangifte omzetbelasting indienen
U kunt via 'Inloggen voor ondernemers' op de site van de Belastingdienst een formulier 'Suppletie omzetbelasting' downloaden. U kunt deze vervolgens digitaal versturen. U kunt ook een papieren formulier downloaden op de site van de Belastingdienst.
Suppletieaangifte omzetbelasting indienen
Een suppletieaangifte moet worden ingediend via een aparte brief of formulier (artikel 15 uitvoeringsbesluit omzetbelasting). Het opnemen van de btw-schuld in de aangifte vennootschapsbelasting is niet voldoende. Het Gerechtshof heeft dit niet goed beoordeeld.
In een procedure bij de Hoge Raad in maart 2023 was het volgende aan de hand.
- Over 2014 en 2015 had de ondernemer de aangiften btw niet helemaal juist gedaan.
- Dat bleek uit de jaarrekeningen 2014 en 2015, waarin was opgenomen dat er nog een btw-schuld openstond, in totaal ruim € 330.000. Die jaarrekeningen zaten bij de aangiften vennootschapsbelasting voor die jaren.
- Op 5 april 2018 wordt een boekenonderzoek door de Belastingdienst ingesteld.
- De suppletieaangiften worden op 13 en 16 april 2018 ingediend, dus veel te laat en nadat de Belastingdienst zich heeft gemeld voor een onderzoek.
- De ondernemer krijgt een boekenonderzoek en de Belastingdienst stelt: er is te weinig btw betaald, dat wist u (want het staat in de jaarrekening) en u heeft daarvan geen suppletie gedaan. Dus u krijgt een vergrijpboete van 50%.
- Onze ondernemer is het niet eens met de boete en komt uiteindelijk in 2020 bij het Gerechtshof Den Haag. Dat oordeelt dat wel correct suppletie is gedaan. Want de ondernemer heeft 'precieze cijfermatige informatie verschaft die onmiskenbaar inhoudt dat over de desbetreffende jaren nog omzetbelasting is verschuldigd (opm.: in de jaarrekeningen bij de aangiften), maar de Inspecteur heeft die informatie ook als zodanig opgevat (opm.: zoals blijkt uit het boekenonderzoek).' De boete gaat van tafel.
- De Belastingdienst is het daarmee niet eens en gaat naar de Hoge Raad. De Belastingdienst meent dat op deze wijze (vermelding in een bijlage bij een aangifte van een andere belasting) geen suppletie kan worden gedaan.
- De Hoge Raad oordeelt dat inderdaad niet op deze wijze suppletie kan worden gedaan. In de toelichting bij de bepaling die de suppletie regelt is namelijk het volgende opgenomen: “Het in de winstaangifte opnemen van de aan het eind van een kalender- of boekjaar verschuldigde belasting wordt in elk geval niet aangemerkt als een suppletie.” Nogal klontjes, maar het hof had dat kennelijk gemist.
Houdini: ongelijk en toch de boete van tafel
Intermezzo: de Hoge Raad gaat over de uitleg van het recht, niet over de vaststelling van de feiten. In dit geval gaat het om de rechtsopvatting van het hof dat aan de suppletieverplichtingen kon worden voldaan door het gespecificeerd vermelden van onbetaalde omzetbelastingschulden in (een bijlage bij) de aangifte voor de vennootschapsbelasting. Dat is dus en rechtsvraag, die het hof onjuist heeft beantwoord.
Als een gerechtshof een rechtsvraag onjuist beantwoordt (en die beantwoording is in uw voordeel), is er (bijna per definitie) sprake van een pleitbaar standpunt (immers, als dergelijke topdeskundigen het met mij eens zijn, kan ik dat ten minste ook verdedigen). Bij een pleitbaar standpunt is het vaste jurisprudentie dat dan geen boete kan worden opgelegd als dat standpunt uiteindelijk toch onjuist blijkt.
Noot fiscaal jurist inzake suppletie en boete
Het juist, tijdig en volledig aangifte doen is niet altijd eenvoudig. De les van deze uitspraak is, dat je alert moet blijven en afwijkingen zo spoedig en volledig mogelijk meldt en dan ook nog ‘binnen de lijntjes kleurt’ (lees: het digitale suppletieformulier gebruikt).
De Gordiaanse knoop is doorgehakt (of ontward) en de ondernemer trekt aan het kortste eind, maar krijgt toch geen boete (en het eind blijkt dus lang genoeg …). Onder het motto ‘iedereen wordt geacht de wet te kennen’ (of niemand wordt geacht de wet niet te kennen): vanaf nu is het duidelijk, suppletie doe je niet via een andere aangifte. Dat is niet meer pleitbaar, dus de volgende krijgt wel een boete.
Neemt u bij vragen over boetes, pleitbare standpunten en veel meer contact op met onze deskundigen. Veel ellende is te voorkomen of repareren.
Bron fiscale boete Belastingdienst
Gerechtshof Den Haag d.d. 12 november 2020 ECLI:NL:GHDHA:2020:2803
Parket Hoge Raad d.d. 27 januari 2022 ECLI:NL:PHR:2022:66
Hoge Raad d.d. 31 maart 2023 ECLI:NL:2023:491
Hoge Raad d.d. 24 september 2021 ECLI:NL:HR:2021:1351
Rechtbank Den Haag d.d. 22 augustus 2017 ECLI:NL:RBDHA:2017:10715
Meer weten van vergrijpboete bij suppletie omzetbelasting
- Suppletie omzetbelasting
- Omzetbelasting suppletie
- Vergrijpboete voor accountant
- Geen vergrijpboete door fout belastingadviseur
- Wanneer krijgt u een vergrijpboete
- Vergrijpboete terecht
- Geen vergrijpboete door fout adviseur
- Boete inkeerregeling lager
- Geen verzuimboete bij suppletie BTW
- Contributie en omzetbelasting
- Omzetbelasting en management fee
- Suppletie BTW per 2025