Het Fiscale Bodemrecht
Het fiscale bodemrecht geeft de Belastingdienst de mogelijkheid om zich te verhalen op bepaalde roerende zaken die bij de belastingschuldige in gebruik zijn en zich op diens bodem bevinden, zelfs als deze zaken toebehoren aan een derde partij. In dit artikel zullen de kernvragen rondom dit thema worden beantwoord:
- Wat wil het fiscale bodemrecht precies zeggen?
- Wat is een bodemzaak en wat is "de fiscale bodem"?
- Waarop kan het fiscale bodemrecht worden toegepast?
- Worden uw rechten of de rechten van derden nog beschermd bij het fiscale bodemrecht?
- Jurisprudentie over het fiscale bodemrecht.
Wat wil het fiscale bodemrecht precies zeggen?
Op grond van het fiscale bodemrecht kan de Belastingdienst zich bij vorderingen op de belastingplichtige verhalen op roerende zaken die bij de belastingplichtige in gebruik zijn (ook als die roerende zaken van iemand anders (een derde) zijn. De roerende zaken moeten zich dan wel op de bodem van de belastingplichtige bevinden. Dit recht heeft de belastingdienst op grond van artikel 22 van de invorderingswet. Bodembeslag kan voor en na het faillissement worden gelegd en geeft de Belastingdienst een bijzondere voorkeurspositie. Na het faillissement gaat het bodembeslag van de Belastingdienst op in het algemene faillissementsbeslag. Bodembeslag op goederen van derden vallen niet onder het faillissementsbeslag en hierop blijft dus (eventueel) het bodembeslag rusten.
Wat is een bodemzaak en wat is "de fiscale bodem"?
Onder de bodem wordt het terrein (perceel) van de belastingplichtige verstaan (of het deel dat de belastingplichtige huurt of in gebruik heeft). Dit kan ook spelen als meerdere personen of bedrijven over hetzelfde perceel kunnen beschikken. Wie eigenaar is maakt niet veel uit, het gaat om de grond/ het terrein dat de belastingplichtige (of belastingschuldige) in gebruik heeft en waarop de roerende zaken staan.
- Bodemzaken zijn inventaris (zoals lampen, bureau's, computers, kassa's, etc.)
- Geen bodemzaken: niet alle roerende zaken die zich op de bodem van de belastingschuldige bevinden, kwalificeren als bodemzaak'. Voorraad, showmodellen, grondstoffen, halffabricaten, en voertuigen bestemd worden niet als bodemzaken aangemerkt.
- Reëel eigendom: de reële eigendom van een ander - waarbij deze roerende zaak zowel juridisch als economisch aan een derde toebehoort - zoals bij huurkoop of financial lease - wordt ontzien door de Belastingdienst. Dit moet wel juist en tijdig worden aangetoond.
Waarop kan het fiscale bodemrecht worden toegepast?
De ontvanger van de Belastingdienst kan het bodemrecht toepassen bij beslaglegging voor naheffingsaanslagen in specifieke belastingscategorieën, waaronder: loonbelasting, omzetbelasting, premies werknemersverzekeringen, accijns, verbruiksbelastingen, dividendbelasting en assurantiebelasting. Het bodemrecht geldt niet voor de boetes, aldus de Hoge Raad in 2003. Ook is het bodemrecht (nog) niet in strijd met het EU recht (Gasus Zaak)
Het bodemrecht kan niet worden toegepast voor belastingschulden die betrekking hebben op, vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting.
Worden uw rechten of de rechten van derden nog beschermd bij het fiscale bodemrecht?
De ontvanger komt langs bij belastingplichtige zal vervolgens op vrijwel alles (wat kan binnen de wet) beslag leggen. Wat van belastingplichtige is en wat van een derde is op dat moment niet relevant. Binnen enkele dagen (formeel 8 dagen) na de beslaglegging moet de belastingdeurwaarder de zaak dan betekenen aan de derde (als die bekend is). De derde kan vervolgens binnen 7 dagen beroep instellen (bij de belastingdienst) tegen de beslaglegging. De executie wordt hiermee uitgesteld. Als de derde het niet eens is met de uitspraak kan er een civiele procedure worden gestart.
Jurisprudentie over bodembeslag
- Gerechtshof Amsterdam d.d. 8 oktober 2013 ECLI:NL:GHAMS:2013:3258: verzet bij horecazaak tegen beslag op inventaris (en met succes).
- Hoge Raad 14 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3171: De Hoge Raad oordeelde over de reikwijdte van het bodemrecht, met name in situaties waarin derden eigenaar zijn van de bodemzaken.
- Hoge Raad 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3674: Deze uitspraak verduidelijkt de positie van de Belastingdienst ten opzichte van pandhouders bij de toepassing van het bodemrecht.
- Hoge Raad 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1866: De Hoge Raad ging in op de vraag of bepaalde leaseconstructies onder het bodemrecht vallen.
- Gerechtshof Den Haag d.d. 29 juni 2022 ECLI:GHDHA:2022:1167: bodemrecht bij financial lease en andere leaseregelingen.
- Gerechtshof Amsterdam 8 oktober 2024 ECLI:NLGHAMS:2024:2812: terughoudendheid van de ontvanger t.a.v. reele eigendom van een derde.
Noot fiscaal jurist inzake bodembeslag
De Belastingdienst heeft in de basis het voorrecht op alle goederen van de belastingplichtige of belastingschuldige (artikel 21 invorderingswet). Dit geldt echter niet voor alle goederen en voor alle belastingvorderingen. Derden hebben soms nog enige rechten maar zeker niet altijd. Derden kunnen zich niet verzetten tegen beslaglegging op zaken (roerende) die voor de inrichting van het pand zijn gebruikt (artikel 22 lid 2 invorderingswet). Tot 2013 konden partijen (een derde en belastingschuldige) eenvoudig het bodemrecht omzeilen. Als nu een zekerheidsgerechtigde handelingen zou verrichten die ervoor zorgen dat bodembeslag niet meer mogelijk is, moet dit worden gemeld bij de bij de Belastingdienst (bijvoorbeeld via bodemverhuur of ophalen van goederen) (formulier), mits waarde boven de 10.000 euro. Het pandrecht van de belastingdienst (mits juist is gelegd) gaat boven andere pandrechten. Een uitleg over het bodemrecht staat in de invorderingswet.
Reële eigendom van een derde wordt gerespecteerd. Indien de goederen of roerende zaken in eigendom toebehoren aan een derde maar de belastingplichtige had een zogenaamde afnameverplichting gaat het voor de derde alsnog mis. Het eigendom wordt dan niet gerespecteerd. Bij bedrijfsinmenging geldt hetzelfde. Vragen over bodembeslag? Stuur ons gerust een e-mail