Schadevergoeding bestuurdersaansprakelijkheid en belastingen
Een bestuurder (en soms ook aandeelhouder) van een B.V. heeft een grote verantwoordelijkheid. Als u aansprakelijk wordt gesteld voor schulden van de B.V., dan raakt dit ook direct uw privévermogen. Dat u jaren netjes uw werk heeft gedaan is geen garantie voor een smetteloze procedure. Meestal zijn procedures over bestuurdersaansprakelijkheid nog wel bij te sturen.
Betaling schadevergoeding curator niet aftrekbaar
De Rechtbank doet in 2017 een uitspraak over het volgende:
- Henk is directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een lege B.V.
- Henk is in dienstbetrekking bij 2 andere B.V.'s die tot dezelfde structuur behoren.
- De gehele structuur valt om (faillissement), dit gebeurt in 2002.
- Een B.V. van Henk (zeg A B.V.) wil een doorstart maken en sluit een overeenkomst met de curatoren (voor ruim € 4 miljoen wordt activa gekocht). De koop gaat uiteindelijk niet door (is niet te financieren).
- De activa worden vervolgens voor ruim € 100.000 minder aan een derde verkocht.
- Henk wordt persoonlijk aansprakelijk gesteld (niet nakoming van afspraken door A B.V.).
- Het Gerechtshof is in een civiele procedure van mening dat Henk ruim € 160.000 (claim en rente) moet betalen aan de curatoren.
- Henk wil de € 160.000 aftrekken als negatief resultaat uit overige werkzaamheden of als negatief loon (in zijn aangifte inkomstenbelasting).
Volgens de Rechtbank is er onvoldoende verband tussen de dienstbetrekking van Henk bij A B.V. en de schadevergoeding. Van negatief loon is dan ook geen sprake. Als hiervan al sprake zou zijn geweest, dan had Henk dit in 2006 ten laste van zijn inkomen moeten brengen (het jaar van betaling). Daarnaast is geen sprake van een werkzaamheid van Henk.
Betalingsonmacht belastingschulden bij faillissement
De belastingdienst heeft een sterke positie bij een faillissement en kan vrij eenvoudig de bestuurder aansprakelijk stellen via artikel 36 invorderingswet, de bestuurdersaansprakelijkheid. Op basis van dit artikel is de bestuurder hoofdelijk (in privé) aansprakelijk voor (onder meer) de omzetbelasting en loonbelastingschulden van de rechtspersoon. Als er niet tijdig betalingsonmacht is gemeld bestaat er (op grond van artikel 36 lid 4 invorderingswet). Dus als er niet tijdig en op de juiste wijze is gemeld is de bestuurder in principe in privé aansprakelijk voro diverse belastingschulden van de rechtspersoon, dit is slechts anders als de bestuurder aannemelijk maakt dat het niet of niet juist melden niet aan hem of haar te wijten is. Dit is in de praktijk een redelijk onmogelijke opgave. Dit heeft tot gevolg dat de boef en de bonafide bestuurder beide in prive kunnen worden aangesproken voor (diverse) belastingschulden van de rechtpersoon. Maar er is hoop voor de bonafide bestuurder !
Bonafide bestuurder en bestuurdersaansprakelijkheid
In de basis is de bestuurder niet aansprakelijk voor schulden van de BV (rechtspersoon). Voor de belastingschulden staat er een belangrijke uitzondering in artikel 36 invorderingswet. Al met al, niet melden of niet juist melden en de bestuurder is aansprakelijk in privé. In 2009 heeft de adviseur van de Hoge Raad dat dit (het niet tijdig melden) tot oneerlijke (onevenredige) situaties zou kunnen leiden bij bonafide bestuurders. De Hoge Raad ging hier in 2011 nog aan voorbij (de wet is de wet). De melding betalingsonmacht dient te worden gedaan binnen 2 weken nadat de verschuldigde belasting behoorde te zijn afgedragen of te zijn voldaan. Bij een naheffingsaanslag kan er geen tijdige melding betalingsonmacht meer plaatsvinden. Dit onweerlegbare bewijsvermoeden is in de volksmond oneerlijk, in het recht is sprake van strijdigheid met het communautaire evenredigheidsbeginsel. In het arrest van de Hoge Raad op 6 oktober 2023 komt de Hoge Raad terug op haar eigen arrest uit 2011. In sommige gevallen (bijvoorbeeld een naheffingsaanslag) is het onmogelijk dat de bestuurder het vereiste bewijs zal kunnen leveren dat het niet aan hem of haar te wijten is dat geen of niet op de juiste wijze een melding betalingsonmacht is gedaan. De bestuurderaansprakelijkheid in prive is dan dus niet te voorkomen, zelfs als sprake is van een eerlijke / bonafide bestuurder. Er worden nu door de Hoge Raad (prejudiciële) vragen gesteld of het (unierechtelijke) evenredigheidsbeginsel zich hiertegen verzet. Deze zaak richt zich op de omzetbelasting, de toekomstige vervolg vraag zal zijn of de loonheffing hiermee in lijn mag worden gezet.
Noot Fiscaal Jurist
Regelmatig worden bestuurders in privé aansprakelijk gesteld. De vraag is dan vaak of de betaling door de DGA in privé aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting. In een uitspraak van de Hoge Raad (d.d. 27 september 2000) en een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem d.d. 13 juni 2001 wordt een betaling door een commissaris aangemerkt als negatief loon. In andere uitspraken kantelt dit weer andersom. Het is zeer van de feiten afhankelijk of een DGA / commissaris iets kan met de betaling richting de Belastingdienst (vaak BTW-schuld) of de curatoren. De fiscale bestuurdersaansprakelijkheid geldt met name voor omzetbelasting- en loonbelastingschulden (en accijnzen), derhalve niet voor Vennootschapsbelasting.
Bron bestuurdersaansprakelijkheid
Rechtbank Noord Holland d.d. 24 februari 2017 (ECLI:NL:RBNHO:2017:1063).