Curator en BTW terugvragen
BTW bij faillissementen is een lastig onderwerp. Het terugvragen van BTW is vaak onderwerp van discussie, dit kan zowel voor debiteuren als voor de curator een complex geheel vormen.
Belastingdienst en curator
Direct na een faillissement vraag de Belastingdienst vaak aan de curator een opgave van het totaal van de niet betaalde schulden. Op basis van deze opgave legt de Belastingdienst dan een naheffingsaanslag omzetbelasting op. Een curator heeft direct na een faillissement vaak nog niet een goed inzicht in de administratie en de schulden. Hij moet dan wel aangifte doen en de kans op fouten is dus heel groot. Als blijkt dat de schuldenpositie lager is, dan wordt veelal de naheffingsaanslag ambtshalve verminderd. Het zou veel praktischer zijn als de curator na 6 maanden een opgave kan doen aan de Belastingdienst, dit voorkomt veel schrijfwerk.
Curator vraagt BTW te laat terug
Een aannemer gaat failliet in 2012. De vorderingen van de aannemer waren verpand aan de bank. Van alle debiteuren blijkt ruim € 1,5 miljoen niet inbaar, dit is in 2014 duidelijk geworden. De curator wil daarom ruim € 200.000 aan niet ontvangen BTW terug van de Belastingdienst. De vraag is: "is de curator tijdig met zijn verzoek om teruggave?" Volgens de Rechtbank was eind 2013 duidelijk dat de debiteuren niet zouden betalen (volgt uit faillissementsverslag van de curator), in maart 2014 komt de curator met zijn verzoek richting de Belastingdienst. Volgens de Rechtbank is de curator te laat met zijn verzoek om teruggave.
Fiscale noot fiscaal jurist over BTW en curator
Ook curatoren moeten zich aan de wet houden. Eind 2013 was duidelijk dat de debiteuren niet meer zouden betalen, dat is het tijdvak dat de BTW ook moet worden teruggevraagd. Een curator heeft enige beoordelingsvrijheid (Hoge Raad 16 oktober 2009 nummer 08/0062, ECLI:NL:HR:2009:BK0274)). De BTW moet uiterlijk worden teruggevraagd bij de aangifte over het eerste tijdvak waarin de betaling van de vergoeding in rechte niet meer kan worden gevorderd. Dit was eind 2013 duidelijk. Tja, dan is de curator te laat, zie hiertoe ook rechtsoverweging 14 van de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. Dit betreft dus een bewijs-issue, de curator moet het moment waarop vaststaat "er wordt niet meer betaald" goed beoordelen en direct daarna het verzoek om teruggave indienen. Dit aannemelijk maken wordt vaak door een curator te makkelijk opgepakt en / of er wordt niet accuraat gereageerd, zonder enige fiscale kennis.
Bron curator en BTW
Rechtbank Zeeland West Brabant d.d. 4 juli 2017 (ECLI:NL:RBZWB:2017:4167).
Gerechtshof Den Haag d.d. 31 maart 2017 (ECLI:NL:GHDHA:2017:1128).
Weliswaar heeft X B.V. enige beoordelingsvrijheid (zie HR 16 oktober 2009, nr. 08/0062, V-N 2009/56.15).