Innovatiebox en afdrachtvermindering loonbelasting
Wanneer een vennootschap innovatieve werkzaamheden verricht, is het raadzaam om te kijken of u in aanmerking komt voor een WBSO. In het navolgende een kort overzicht van de te behalen voordelen.
Innovatiebox in 2023 en 2024
Winsten behaald met activiteiten binnen de innovatiebox worden belast tegen een tarief in de vennootschapsbelasting van slechts 9% (cijfers 2023 en 2024). Dit tarief is ruim 16% lager dan het gebruikelijke tarief voor de Vennootschapsbelasting. Wellicht is deze stimuleringsmaatregel voor uw bedrijf ook interessant! Stuur ons gerust een e-mail voor offerte of bespreking.
Afdrachtvermindering loonbelasting
Iedere onderneming in Nederland die S&O gaat doen, kan een WBSO-aanvraag indienen, tenzij de onderneming een publieke kennisinstelling is. De WBSO maakt daarbij wel onderscheid tussen S&O-inhoudingsplichtigen (ondernemingen die hun werknemers S&O laten verrichten) en S&O-belastingplichtigen (zelfstandigen die zelf S&O verrichten).
De bijdrage voor S&O-inhoudingsplichtigen bestaat uit een vermindering op de af te dragen loonbelasting en premie volksverzekeringen en bedraagt per kalenderjaar:
- 32% van de eerste € 350.000 van de totale S&O-grondslag (voor starters geldt een verhoogd tarief van 40% van de eerste € 350.000 van de totale S&O-grondslag); en
- 16% van de resterende S&O-grondslag.
Ook DGA’s kunnen een beroep doen op de S&O afdrachtvermindering. Veelal staat de DGA op de loonlijst bij zijn eigen holding, hiervoor dient dan separaat een S&O-verklaring te worden aangevraagd.
Zelfstandigen kunnen op hun beurt, indien ze minimaal 500 uur per kalenderjaar in S&O steken, de zelfstandigenaftrek verhogen tot € 12.775. Startende zelfstandigen kunnen een extra verhoging van € 6.391 toepassen op de zelfstandigenaftrek.
Hoe werkt de Innovatiebox?
Alle winsten die een vennootschap behaalt met innovatieve activiteiten, vallen onder voorwaarden in de innovatiebox. Kort gezegd houdt dit in dat deze winst wordt belast tegen een tarief van 7% (vanaf 2021 tegen 9%) in plaats van het gebruikelijke Vpb-tarief. Om toegang te krijgen dient de vennootschap in het bezit te zijn van een S&O-verklaring (waarmee tevens de afdrachtvermindering loonbelasting kan worden toegepast). Daarnaast dient de vennootschap het immaterieel actief zelf te hebben voortgebracht.
Regelgeving innovatiebox
Vanaf 1 januari 2017 zijn er een aantal nieuwe regels ingevoerd met betrekking tot de innovatiebox. Eén van de regels is dat er onderscheid wordt gemaakt tussen een kleine en een grote belastingplichtige. Indien sprake is van een grote onderneming, dan zijn er aanvullende eisen ten aanzien van het toepassen van de innovatiebox (octrooi, kwekersrecht, etc.).
Er is sprake van een kleinere belastingplichtige als wordt voldaan aan het voordeelcriterium en het omzetcriterium. Het voordeelcriterium houdt in dat een belastingplichtige over vijf jaar ten hoogste € 37,5 miljoen aan bruto voordelen uit immateriële activa geniet. Hierbij staat 'jaar' voor boekjaar.Daarnaast zal het omzetcriterium getoetst behoren te worden. Het omzetcriterium houdt in dat over een periode van vijf jaar de (groep van de) belastingplichtige een netto-omzet heeft van ten hoogste € 250 miljoen. Voor het bepalen van de netto-omzet moet een belastingplichtige de meest omvattende jaarrekening gebruiken. Als de belastingplichtige verklaart in geen enkele jaarrekening te zijn meegeconsolideerd, dan moet de enkelvoudige jaarrekening van de belastingplichtige zelf worden gebruikt.
Ook hier is jaar gelijk aan boekjaar. Verder wordt dus voor het bepalen van de netto omzet van de belastingplichtige of de groep op grond van de verwijzing naar art. 2:377 BW, de netto omzet als opgenomen in de (geconsolideerde) jaarrekening genomen. Deze keuze is gemaakt omdat de fiscale gegevens van een groep als geheel niet altijd beschikbaar zijn. Uit de verwijzing naar het begrip groep van art. 2:24b BW volgt dat het concernbegrip vanuit het jaarrekeningenrecht wordt gehanteerd bij de toetsing van de netto-omzet.
De feitelijk beschikbare (geconsolideerde) jaarrekening is het uitgangspunt bij het toetsen van het omzetcriterium, tenzij deze jaarrekening evident in strijd is met toepasselijke regels voor de jaarverslaggeving. Is er sprake van een groep en is de groepsjaarrekening opgemaakt in overeenstemming met het Burgerlijk Wetboek (BW) en in overeenstemming met een andere buitenlandse wettelijke regeling zoals US GAAP (Generally Accepted Accounting Principles), dan wordt uitgegaan van de groepsjaarrekening conform het BW.
Zoals het bovenstaande laat zien, worden innovatieve activiteiten fiscaal vriendelijk behandeld, waardoor u behoorlijke voordelen kunt behalen. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat u zich laat begeleiden door een fiscaal adviseur teneinde ongewenste gevolgen te voorkomen. Neem contact met ons op voor meer informatie.