print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Echtscheiding en fiscus

Echtscheidingsconvenant is fiscaal bepalend

In een recente uitspraak van de Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2024:4572) werd een interessante beslissing genomen over de aftrekbaarheid van alimentatiebetalingen die aanzienlijk hoger liggen dan in een echtscheidingsconvenant zijn overeengekomen. Deze zaak onderstreept niet alleen de strikte eisen waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor aftrek, maar werpt ook vragen op over de mogelijkheid van misbruik in dergelijke situaties.

Alimentatie en Convenant

In 2017 vond de scheiding plaats tussen een man en zijn ex-partner, waarbij in het echtscheidingsconvenant werd vastgelegd dat de vrouw naar Roemenië zou remigreren en haar huwelijksgerelateerde behoefte werd vastgesteld op € 300 per maand, te verhogen met wettelijke indexering per 1 januari 2019. Ondanks deze duidelijke afspraken betaalde de man in 2020 een aanzienlijk hoger bedrag van € 30.095 aan zijn ex-partner. Hij bracht dit bedrag in aftrek in zijn aangifte inkomstenbelasting (IB) over dat jaar, maar de inspecteur beperkte de aftrek tot slechts € 3.600. De man ging in beroep tegen deze beperking en beriep zich op een toelichting op de website van de Belastingdienst, waarin werd vermeld dat indien een alimentatieregeling niet langer redelijk was, nieuwe afspraken gemaakt konden worden.

Geen aftrek voor extra betalingen

De rechtbank oordeelde dat, zelfs als nieuwe afspraken zijn gemaakt, deze moeten voldoen aan de wettelijke voorwaarden om in aanmerking te komen voor aftrek. In deze zaak werd vastgesteld dat er geen sprake was van een onderhoudsverplichting als bedoeld in artikel 6.3, lid 1, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001). Dit artikel bepaalt onder meer dat onderhoudsverplichtingen periodieke uitkeringen en verstrekkingen omvatten die voortvloeien uit een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting of berusten op een dringende morele verplichting tot voorziening in het levensonderhoud.

De rechtbank vond het niet aannemelijk dat de burgerlijke rechter in 2020 een hogere alimentatie zou hebben vastgesteld dan het bedrag dat in 2017 was vastgesteld, vermeerderd met indexatie. Hierbij werd onder meer rekening gehouden met het feit dat de vrouw in 2020 een eigen inkomen had van ruim € 10.000 en dat de man haar een groot deel van het jaar woongenot had verschaft. Daarnaast merkte de rechtbank op dat de man, die al gepensioneerd was, opnieuw was gaan werken om de hogere betalingen te kunnen doen. Dit werd als een teken gezien dat de betalingen bovenmatig waren en niet voldeden aan de objectieve maatstaven van een natuurlijke verbintenis.

Grenzen aftrekbaarheid en mogelijk misbruik

Deze uitspraak legt de grenzen bloot van de fiscale aftrekbaarheid van alimentatiebetalingen die hoger zijn dan de overeengekomen bedragen in een echtscheidingsconvenant. De rechtbank benadrukte dat om in aanmerking te komen voor aftrek, de betalingen rechtstreeks moeten voortvloeien uit een familierechtelijke verplichting. Het feit dat de man aanzienlijk meer betaalde dan in het convenant was overeengekomen, en hiervoor zelfs na zijn pensioen weer moest gaan werken, suggereerde volgens de rechtbank dat er mogelijk sprake was van misbruik van de man door zijn ex-partner.

Fiscale gevolgen van een fout echtscheidingsconvenant

De uitspraak van de Rechtbank Den Haag is een belangrijke herinnering voor belastingplichtigen om strikt vast te houden aan de afspraken die zijn vastgelegd in een echtscheidingsconvenant. Het biedt ook een waardevol inzicht in hoe de rechtbank situaties beoordeelt waarin aanzienlijke afwijkingen van die afspraken worden gemaakt. Voor belastingadviseurs en fiscaal juristen is dit een cruciale zaak om in gedachten te houden bij het adviseren van cliënten over de fiscale behandeling van alimentatiebetalingen.

De zaak illustreert hoe belangrijk het is om vooraf goed na te denken over de fiscale gevolgen van eventuele wijzigingen in alimentatieafspraken en biedt een duidelijke richtlijn: betalingen die buiten het overeengekomen bedrag vallen, kunnen niet zonder meer fiscaal in aftrek worden gebracht, tenzij ze voldoen aan de strikte eisen van de Wet IB 2001.

Vragen over fiscale gevolgen echtscheiding?

Bedrijfsnaam

*

Naam

*

Aantal medewerkers

Bent u tevreden over uw belastingadviseur :

Wilt u een vrijblijvende offerte / advies ontvangen?

Opmerkingen/vragen

Ja, ik ga akkoord met de verwerking van mijn gegevens. Jongbloed Fiscaal Juristen NV mag mij per e-mail info sturen en mijn persoonlijke gegevens gebruiken om mijn interessegebieden vast te stellen zoals hier beschreven, en ik ben me ervan bewust dat ik op elk moment mijn toestemming kan intrekken.

Deel deze pagina

Laatste update op 30-08-2024
Artikel gemaakt op 30-08-2024
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Echtscheiding en fiscus Echtscheidingsconvenant is fiscaal bepalend

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap