Verhuur van de woning na echtscheiding
Stel, u gaat scheiden en stelt de echtelijke woning aan uw ex-echtgenoot ter beschikking, wat dan?
De praktijk leert dat verhuur de beste optie hiervoor is. De overheid heeft onlangs goedgekeurd dat de zogenaamde echtscheidingsregeling in de eigenwoningregeling ook van toepassing is als de echtelijke woning aan de ex wordt verhuurd.
Volgens de echtscheidingsregeling kan de partner die de echtelijke woning na een echtscheiding heeft verlaten, nog twee jaar lang de eigenwoningrente op (zijn of haar aandeel in) die woning in aftrek brengen. Strikt genomen is in die situatie geen renteaftrek meer mogelijk omdat geen sprake is van een eigen woning (in fiscale zin tenminste), maar de wetgever heeft daarop een uitzondering toegelaten voor ten hoogste twee jaar. Dat betekent dat de echtelieden de fiscale status van hun eigen woning binnen twee jaar na de echtscheiding moeten regelen om een uitsluiting van renteaftrek te voorkomen. Voor die renteaftrek stelt de wet onder meer als voorwaarde dat de woning de ex-partner als hoofdverblijf ter beschikking moet staan.
De overheid stelt nu dat dit ook het geval is als het - ter beschikking staan - gebaseerd is op een huurovereenkomst. En dat pakt gunstig uit. Voor de renteaftrek geldt namelijk dat u betaalde (hypotheek)rente niet hoeft te salderen met huur. Ondanks de huurbetalingen blijft er sprake van een eigen woning, dit is eigenlijk nooit zo, maar dus nu wel bij een echtscheiding. Huur is geen vergoeding voor de betaalde hypotheekrente maar een vergoeding voor het gebruik van de eigen woning. Dit betekent wél renteaftrek, en een onbelaste huuropbrengst. Dat de scheidende echtelieden deze huurlast zullen meenemen bij de vaststelling van de alimentatie spreekt voor zich, maar hiermee kunt u een behoorlijk voordeel behalen.
Conclusie: verhuren bij echtscheiding is beter dan terbeschikking stellen.