Advocaatkosten terugvorderen alimentatie
Henk heeft in 1992 tot en met 2004 partneralimentatie betaald. De vrouw, we noemen haar Truus, wil naast de alimentatie ook een deel van de pensioenrechten ontvangen en start in 2010 een procedure tegen Henk. Henk komt er in de procedure achter dat Truus veel meer inkomen heeft genoten dan hij had gedacht. De partneralimentatie die Henk heeft betaald was te hoog en hij wil deze terugontvangen van Truus. De advocaatkosten voor deze procedure, zo'n € 7.000, wil Henk aftrekken in zijn aangifte Inkomstenbelasting. En toen?
De procedure inzake alimentatie en advocaatkosten
De Rechtbank Den Haag deed op 3 april 2015 uitspraak (ECLI NL RBDHA 2015 4199) was het niet met Henk eens. De kosten zijn niet aftrekbaar. Het Gerechtshof Den Haag bespreekt de zaak in haar uitspraak op 3 mei 2016 (ECLI NL GHDHA 2016 1520). Volgens het Gerechtshof heeft de procedure betrekking op de pensioenrechten en heeft Henk een kostenvergoeding (voor de procedure) ontvangen van ruim € 4.000. Bij de zitting heeft Henk de uitspraak van het Gerechtshof bijgevoegd en hierop de proceskostenvergoeding stiekem weggelakt. Hij heeft blijkbaar de intentie gehad om het Gerechtshof niet volledig of onjuist te informeren (wellicht zelfs misleiding). De netto kosten zijn niet aftrekbaar volgens de de rechter. Het Gerechtshof verwijst hiervoor naar een uitspraak van de Hoge Raad op 26 februari 2016 (ECLI NL HR 2016 317). De Hoge Raad is er op 28 oktober 2016 (ECLI NL HR 2016 2439) is er snel klaar mee, een 81 Wet RO casus.
Commentaar fiscaal jurist
In diverse procedures is duidelijk geworden dat advocaatkosten als zodanig niet als onderhoudsverplichting in de zin van artikel 6.3, lid 1, aanhef en letter d, van de Wet IB 2001 zijn aan te merken. Ook is duidelijk geworden dat advocaatkosten niet op de voet van artikel 3.108 van de Wet IB 2001 aftrekbaar zijn, aangezien de betalingen van belanghebbende aan de ex‑echtgenote in het kader van de onderhoudsverplichting in de sfeer van de inkomensbesteding liggen en niet in die van de inkomensverwerving.
Ook in eerdere zaken (Hoge Raad 15 juli 1986 BNB 1986/265) waren advocaatkosten voor een lagere alimentatie niet aftrekbaar (edoch onder de Wet Inkomstenbelasting 1964). In een zaak hierna (Hoge Raad 5 juli 1995 / BNB 1995/283) kwam de Hoge Raad wel tot een oordeel dat kosten voor een advocaat voor de ontvangende partij (alimentatiegerechtige) wel aftrekbaar waren. (Proceskosten die betrekking hebben op het behouden van uitkeringen tot levensonderhoud komen wel voor aftrek in aanmerking op grond van het bepaalde in art. 35 (…)
Kosten voor een advocaat zijn derhalve veelal voor de alimentatieplichtige niet aftrekbaar en voor de alimentatiegerechtigde soms wel. Een onevenwichtig en belachelijk systeem dat niet te volgen is. Een ander aspect van de kostenaftrek bij de alimentatiegerechtigde is dat eigenlijk alleen de kosten samenhangende met de verwerving, inning en behoud van deze inkomsten aftrekbaar zijn (art. 3.108 Wet IB 2001), de rest van de procedurekosten niet.