Verzekeringsplicht Directeur Groot Aandeelhouder bij minderheidsbelang
De verzekeringsplicht van directeuren/aandeelhouders is geregeld onderwerp van discussie en dus ook voer voor procedures. In september 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een procedure met betrekking tot aandeelhouders van een medisch specialistisch bedrijf. In een eerdere procedure bij het Gerechtshof Den Bosch is nog anders besloten (verwijzingsuitspraak van Hoge Raad uit 2022). Deze uitspraak is in lijn met een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. Zowel wetgeving als rechters schaken nog op verschillende - vaak onduidelijke - borden. Alvorens in te gaan op de procedure schetsen we eerst het fiscale kader.
Een DGA is onder voorwaarden uitgezonderd van het normale werknemersbegrip in de Ziektewet, WW en WAO. In dergelijke gevallen zijn er geen premies verschuldigd. In de praktijk wordt dan gekeken naar een oude uitspraak van de CrvB en de regeling aanwijzing DGA uit 2016. Aan laatstgenoemde komen we echter pas toe als de DGA als werknemer van de BV (rechtspersoon) zou kwalificeren. Voorts geldt deze regeling enkel voor de DGA die al dan niet zijn BV statutair bestuurder is (met een aanmerkelijk belang).
Fiscale kader inzake verzekeringsplicht minderheidsaandeelhouder
Centrale Raad van Beroep inzake verzekeringsplicht DGA
De Centrale Raad van Beroep heeft in 1985 een uitspraak gedaan die in feite de kern vormt van het niet langer verzekerd zijn van de directeur-grootaandeelhouder voor de premies werknemersverzekeringen. De Centrale Raad besliste namelijk dat directeuren grootaandeelhouders niet in dienstbetrekking zijn bij hun eigen B.V. als zij de feitelijke macht in de vergadering van aandeelhouders hebben. In gewoon Nederlands; als een directeur-grootaandeelhouder zijn eigen ontslag op basis van zijn aandelenbezit/stemrecht kan tegenhouden, is hij niet in dienst bij zijn B.V. Een van de drie elementen voor het bestaan van een dienstbetrekking, de gezagsverhouding, ontbreekt dan.
Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016
In de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016 geeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan onder welke voorwaarden iemand als directeur-groot-aandeelhouder en niet als werknemer voor de werknemersverzekeringen moet worden aangemerkt. ls een directeur-grootaandeelhouder geen werknemer, dan is hij niet verplicht verzekerd voor de Ziektewet (ZW), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Werkeloosheidswet (WW).
Onder directeur-grootaandeelhouder in de zin van de regeling wordt verstaan:
- de bestuurder die, eventueel samen met zijn echtgenoot, houder is van een zodanig aantal aandelen, al dan niet van een bepaalde soort of aanduiding als bedoeld in artikel 242, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat hij, eventueel samen met zijn echtgenoot, ingevolge de statuten van de vennootschap over zijn ontslag kan besluiten; of
- de bestuurder die, samen met bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, eventueel samen met zijn echtgenoot, houder is van aandelen, al dan niet van een bepaalde soort of aanduiding als bedoeld in artikel 242, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die ten minste twee derde van de stemmen vertegenwoordigen, zodat hij, samen met zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, eventueel samen met zijn echtgenoot, over zijn ontslag kan besluiten.
- de bestuurder die een zodanige zeggenschap heeft binnen die vennootschap door tussenkomst van een of meer rechtspersonen, waarvan hij bestuurder is, al dan niet met elkaar in een groep verbonden, of door tussenkomst van vennootschappen waarvan hij aandelen houdt, dat hij hierdoor over zijn ontslag kan besluiten. Het eerste lid is ten aanzien van de relatie tot de echtgenoot en bloed- en aanverwanten van overeenkomstige toepassing.
- bestuurders die samen alle aandelen van de vennootschap bezitten en als aandeelhouders een gelijk of nagenoeg gelijk deel van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen. Als een bestuurder aandelen van de vennootschap bezit door tussenkomst van één of meerdere rechtspersonen waarvan hij bestuurder is of van vennootschappen waarvan hij aandelen houdt, is de eerste zin van overeenkomstige toepassing.
Procedure Rechtbank Gelderland inzake verzekeringsplicht
Feiten
- Belanghebbende oefent een medisch specialistisch bedrijf uit op het gebied van radiologie en nucleaire geneeskunde. Alle aandeelhouders van belanghebbende zijn ook bestuurder van haar. Zij zijn daarnaast als radioloog in dienstbetrekking werkzaam bij belanghebbende;
- In 2018 had belanghebbende 42 aandeelhouders, hun aandelenbelang varieert van 1,43 tot 2,6%;
- De inspecteur heeft een beschikking afgegeven. In die beschikking staat dat de aandeelhouders in dienstbetrekking werkzaam zijn bij belanghebbende waardoor zij kwalificeren als werknemers van belanghebbende en verzekerden voor de werknemersverzekeringen; dat de aandeelhouders niet kwalificeren als directeur-grootaandeelhouder, als bedoeld in de Regeling 2016.
De procedure handelt vervolgens over de vraag of aan de vierde bovengenoemde bullit wordt voldaan, namelijk dat de bestuurders een gelijk of nagenoeg gelijk deel in het kapitaal hebben.
Oordeel
De Rechtbank verwijst naar de toelichting op de Regeling Aanwijzing directeur-grootaandeelhouder:
- Dit onderdeel ziet op de bestuurders die samen aandeelhouder zijn van een vennootschap en nevengeschikt zijn ten opzichte van elkaar. In dat geval is geen sprake van ondergeschiktheid. Bepalend is dat de bestuurders alles bij elkaar genomen een gelijkwaardig economisch belang hebben in de vennootschap en een positie innemen die zich laat vergelijken met de verhouding tussen gelijkgerechtigde mede-eigenaren van een onderneming (…) Om dit economische belang te benadrukken gaat het niet om de stemmen, maar het aandeel in het kapitaal van de vennootschap, dat de bestuurder als aandeelhouders vertegenwoordigen. (…) Het is mogelijk dat het geplaatste deel van het maatschappelijke kapitaal niet in gelijke mate deelbaar is door het aantal aandeelhouders. Wanneer in dat geval de verdeling zo klein mogelijk is, bijvoorbeeld 33-33-34 bij 100 aandelen, kan toch nevengeschiktheid worden aangenomen. (…)”.
De Rechtbank concludeert vervolgens dat geen sprake is van een “gelijk of nagenoeg gelijk deel in het kapitaal”. De specialisten/bestuurders zijn dientengevolge verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
Noot fiscaal Jurist inzake verzekeringsplicht DGA
In de procedures rond verzekeringsplicht van directeuren-aandeelhouders valt niet echt een eenduidige lijn te ontdekken. De uitspraken zijn sterk casuistisch. In een wat oudere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep uit 1998 , komt deze tot een andersluidend oordeel. In die situatie is geen sprake van verzekeringsplicht van een bestuurder/aandeelhouder met een beduidend kleiner aandelenpakket op basis van materiele indicaties:
- Er was in die situatie sprake van onafhankelijk werkende advocaten;
- De aandeelhouder met een kleiner belang was statutair directeur en functioneerde als zodanig binnen de directievergadering; een ieder had daar een gelijke stem;
- Voor alle directeuren/aandeelhouders gold dat zij geschorst en ontslagen konden worden als 3 van de 5 directeuren/aandeelhouders voor zouden stemmen.
Op basis van de verscheidenheid in jurisprudentie kan worden aangenomen dat belanghebbende in hoger beroep zal gaan. We wachten het af.
Bronnen verzekeringsplicht DGA
Centrale Raad van Beroep 4 oktober 1985, ECLI:NL:CRVB:1985:AM8604
Regeling aanwijzing directeur-groot-aandeelhouder 2016
Rechtbank Gelderland 25 september 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:7860
Hoge Raad 22 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY9295
Hoge Raad d.d. 18 februari 2022 ECLI:NL:HR:2022:282