TBS vordering op B.V.
U heeft als DGA een vordering op uw B.V. of N.V. Wat zijn de fiscale gevolgen?
TBS vordering DGA op eigen B.V.
Een vordering van de DGA (directeur-grootaandeelhouder) valt onder de zogenaamde TBS-regeling. De door de B.V. betaalde rente is belast in box 1. Gezien het tariefsverschil tussen de Vennootschapsbelasting en de Inkomstenbelasting is dit normaal gesproken fiscaal en financieel ongunstig.
Rente op TBS-vordering
Een DGA leent geld in privé met als onderpand zijn eigen woning (hypotheek). Het geld wordt doorgeleend aan de B.V. De lening valt onder de TBS-regeling. De vraag is welke rente de DGA aan zijn B.V. moet rekenen. Volgens het Gerechtshof en de Hoge Raad moet worden gerekend met een opslag van 1%. Dus de DGA leent bij de bank tegen 3% en moet dan 4% rekenen aan zijn B.V.
Er moet dus worden gerekend met een zakelijke rente, zie hiertoe een arrest van de Hoge Raad uit 2011 en Hof-uitspraak uit 2015. Er wordt gekeken naar de volgende onderdelen:
- Rente op spaarrekening;
- Debiteurenrisico van de geldverstrekker (de DGA);
- Zekerheden;
- Aflossingsschema.
Afwaarderen TBS-vordering
Als een DGA zijn vordering op zijn B.V. wil afwaarderen, komt hij vaak in discussie met de Belastingdienst. De Belastingdienst neemt dan de stelling in dat sprake is van een zogenaamde onzakelijke lening. De vordering mag dan niet worden afgewaardeerd. Een oplossing hiervoor is dat de vordering wordt omgezet in aandelenkapitaal (zie hierna). Als de B.V. dan in de toekomst wel tot terugbetaling in staat is, kan het aandelenkapitaal weer worden omgezet in een lening, belaste opwaardering blijft dan achterwege. Dit werkt meestal niet omdat artikel 3.98a Wet Inkomstenbelasting dit in de weg staat. Fiscale advisering is dan ook noodzakelijk.
Er is meer dan voldoende rechtspraak voorhanden over de onzakelijke TBS-vordering of TBS-lening. Er zijn diverse uitspraken waar het fout ging voor de DGA, onder meer Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden d.d. 28 maart 2017 of een arrest van de Hoge Raad uit 2018. Ook in een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag uit 2019 worden de voorwaarden voor een onzakelijke lening duidelijk.
Belangrijke fouten die worden gemaakt:
- Geen leningsovereenkomst;
- Geen zekerheden;
- Geen duidelijk aflossingsplan;
- Geen begroting in de B.V. hoe geld moet worden terugbetaald;
- Op moment van verstrekken lening was al duidelijk dat geld niet zou kunnen worden terugbetaald;
- Onvoldoende gezocht naar externe financiers.
Het gelijk is echter niet altijd aan de Belastingdienst. In een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2013:7502) had de DGA zonder extra zekerheden en tegen een lage rente geld aan zijn B.V. geleend. Dit wil volgens de rechter echter nog niet zeggen dat hij op het moment van het verstrekken van de lening een onzakelijk debiteurenrisico heeft gelopen. De enkele stelling van de Belastingdienst dat de bank niet onder dezelfde voorwaarden wilde financieren is voor de rechter onvoldoende. De bewijslast dat in het zakelijke verkeer voor vergelijkbare leningen geen vast (hoog) rentepercentage bepaalbaar is, rust op de inspecteur resp. de Belastingdienst. Op het moment dat de lening wordt verstrekt draaide de B.V. prima. Uit dit arrest blijkt overduidelijk dat je bij een discussie de juiste stellingen moet innemen en ervaring moet hebben bij bezwaar- en beroepszaken, een deskundige fiscalist is hierbij noodzakelijk.
Ook in een latere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden d.d. 25 oktober 2016 (ECLI:NL:GHARL:2016:8538) ging het voor de DGA goed. Ook in een recente uitspraak (Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden d.d. 2 april 2019 ECLI:NLGHARL:2019:2893), viel de spreekwoordelijke bal voor de DGA de goede kant op.
Vordering meerderjarig kind onder TBS-regeling
De vordering van een derde (bijvoorbeeld een meerderjarig kind) valt in box 3. De rente is dan dus aftrekbaar in de B.V. en belast in box 3. Dit is een gunstige regeling, omdat de heffing in box 3 veelal lager is dan de aftrek in de B.V. De DGA zou dus (belastingvrij) geld kunnen schenken aan zijn zoon of dochter die dit dan aan zijn / haar B.V. leent. Bij een ongebruikelijke terbeschikkingstelling is de lening echter wel belast in box 1. Wat ongebruikelijk is, is vaak een grijs en onduidelijk gebied. U zou voor de lening moeten aansluiten bij de voorwaarden die banken stellen. Dus vraag een offerte aan bij uw bank en op grond van deze voorwaarden mag uw zoon of dochter ook geld lenen aan uw B.V. Gebrek aan zekerheden mag u compenseren met een hogere rente.
Vermijden van een TBS-vordering op de B.V.
U zou de lening als DGA kunnen omzetten in aandelenkapitaal (of informeel kapitaal). De lening wordt dan omgezet (of kwijtgescholden). Het beste is om deze route via de notaris formeel vast te leggen.
TBS-vordering bij DGA die in het buitenland woont
Als een DGA in het buitenland woont, is zijn wereldinkomen belast in zijn woonland. De TBS-vordering wordt meestal echter in Nederland belast (artikel 7.2 lid 2 letter c Wet IB) als resultaat uit overige werkzaamheden. Als er een belastingverdrag van toepassing is, zal het heffingsrecht vaak aan het woonland (buitenland) worden toegewezen. Nederland zal dan een bronheffing inhouden (meestal 10% - 15%).
Tips TBS-vordering
Bij een TBS vordering zijn een aantal zaken van belang:
- Vastleggen van de vordering in een leningsovereenkomst of rekening-courantovereenkomst, deze onder zakelijke voorwaarden (rente / aflossing. etc.) opstellen.
- Maak een begroting binnen de B.V. waarin u heeft vastgelegd hoe de schuld wordt terugbetaald.
- Vraag een offerte aan een bancaire instelling zodat de zakelijkheid kan worden aangetoond.
Bron rechtspraak TBS-vordering
Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden d.d. 20 september 2016 (ECLI:NL:GHARL:2016:7591)
Hoge Raad d.d. 2 maart 2018 (ECLI:NL:HR:2018:292)
Gerechtshof ’s Hertogenbosch d.d. 27 maart 2015 (ECLI:NL:GHSHE:2015:1093