Loon of box 3 inkomen voor radiolooog

Een specialist (radioloog) is fulltime in dienstbetrekking bij Radio BV (fictieve naam). De radioloog heeft ook aandelen in Radio BV, edoch minder dan 5%. In totaal heeft Radio BV ruim 30 aandeelhouders. Het loon (en tantieme) wordt aangegeven in box 1 en de aandelen in box 3 (waarde € 80.000). De inspecteur merkt het ontvangen dividend op de aandelen aan als loon uit dienstbetrekking. De waarde van de aandelen wordt door de inspecteur vastgesteld op € 300.000 (afgerond bedrag). De rechtbank Zeeland West Brabant is het op 16 december 2024 (ECLI:NL:RBZWB:2024:9021) deels eens met de inspecteur, de waardering voor box 3 wordt wel afgeschoten.

Reden voor heffing in box 1 voor de dividenduitkering? de dividenduitkering hangt zozeer samen met de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten loon moet worden gezien.

Box 3 inkomen of box 1 inkomen

Een bijzondere uitspraak waar zeker hoger beroep tegen aangetekend zal worden. De Radioloog heeft een belang in de BV van minder dan 5% (dus geen aanmerkelijk belang of box 2). De inspecteur en de rechtbank zijn echter van mening dat het uitbetaalde dividend op de aandelen moet worden gezien als box 1 inkomen, de redenen hiervoor zijn:

de radioloog is in dienstbetrekking bij Radio BV;
om aandelen te kunnen kopen in Radio BV moet met ook in dienstbetrekking zijn bij Radio BV;
om aandelen te mogen kopen moet je ook radioloog zijn;
bij einde dienstbetrekking moeten de aandelen verplicht worden aangeboden aan de andere aandeelhouders;
de dividenduitkering hangt zozeer samen met de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten loon moet worden gezien.
de omzet binnen Radio BV wordt grotendeels behaald door de radiologen.

De box 3 waardering van de inspecteur (DCF methode) wordt wel afgeschoten. De berekening is niet deugdelijk en cijfermatig voorzien van een slechte onderbouwing.

Noot fiscaal jurist inzake box 1 of box 3 inkomen

De radioloog beroept zich in eerste instantie op het vertrouwensbeginsel, de bewijslast hiervoor rust dan bij hem. Als regel heeft te gelden dat een belastingplichtige geen gerechtvaardigd vertrouwen kan ontlenen aan het optreden van de inspecteur ten aanzien van een of meer andere belastingplichtigen. Dit is echter anders indien dat optreden heeft plaatsgevonden op een zodanige wijze en onder zodanige omstandigheden dat de belastingplichtige mocht menen dat de ambtenaar die de aanslag van een mede aandeelhouders na onderzoek vaststelde, daarbij optrad als contact inspecteur van Radio BV, hiervan was geen sprake (zie ook Hoge Raad d.d. 4 december 2009 ECLI:NL:HR:2009:BG7213).

De belangrijkste vraag die hier moet worden beantwoord is of de dividenduitkering kan worden belast in box 1. De Hoge Raad heeft in het zogenoemde smeerkuilarrest geoordeeld dat een door de werkgever betaalde vergoeding niet moet worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking wanneer deze vergoeding niet zozeer zijn grond vindt in de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten moet worden aangemerkt. De bewijslast voor het vorenstaande ligt dan bij de inspecteur. Op grond van de hierboven genoemde uitgangspunten (in dienstbetrekking zijn, radioloog zijn, bij vertrek aandelen aanbieden, etc.) komt de rechtbank tot de conclusie dat er een behoorlijke samenhang is tussen de dienstbetrekking en de dividenduitkering. Het aandeelhouderschap is dus onlosmakelijk verbonden met de dienstbetrekking (vergelijking met Gerechtshof den Bosch d.d. 11 juni 1998 ECLI:NL:GHSHE:1998:AB0827).