Auto als dividenduitkering
Bij de levering van een auto door een BV aan de DGA in prive tegen een te lage vergoedig is versprake van een (verkapte) dividenduitkering of uitdeling. De Rechtbank Zeeland West Brabant heeft in 2022 bevestigd dat die dividenduitkering niet behoort tot de vergoeding voor de omzetlbelasting. Volgens de rechtbank is onderstaande structuur geen misbruik van recht.
Procedure auto tegen onzakelijke prijs verkocht door BV aan DGA
X BV koopt een auto voor ruim 80.000 euro. Ruim een maand later verkoopt de BV de auto aan de DGA voor slechts 15.000. Vorenstaande is ook al eerder gebeurt tussen de BV en de DGA. De omzetbelasting wordt geheven over de vergoeding, zijnde 15.000 euro. Volgens de Rechtbank Noord-Holland 12 juli 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:8689 moet de vergoeding worden vastgesteld op de werkelijke waarde van auto. De verkapte winstuitdeling van de BV aan de DGA moet (mede) als vergoeding worden aangemerkt. Omdat het een pleitbaar standpunt betreft van de belastingplichtige gaat de vergrijpboete in de prullenbak.
Overwegingen om boetes te matigen zijn te vinden in een vrijftal arresten van de Hoge Raad.
- Voor het bestaan van voorwaardelijke opzet is niet alleen vereist dat eiseres ten tijde van het doen van de aangifte de wetenschap had van de aanmerkelijke kans dat daardoor te weinig belasting zou worden geheven, maar ook dat zij die kans toen bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen) (Hoge Raad 8 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:526).
- Voor de beantwoording van de vraag of (voorwaardelijk) opzet aanwezig is, is mede van belang dat bepaalde gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de betrokkene dat gevolg heeft gewild of althans de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg bewust heeft aanvaard (Hoge Raad 3 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:97).
- Van grove schuld kan alleen worden gesproken indien de handelwijze van een belastingplichtige als een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid moet worden gekwalificeerd (Hoge Raad 19 december 1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4481).
- Van een pleitbaar standpunt kan uitsluitend worden gesproken indien het een standpunt over de interpretatie van het (fiscale) recht betreft, dus om een - geheel of gedeeltelijk - rechtskundig standpunt. Daaronder is mede te begrijpen de rechtskundige duiding van de feiten. De pleitbaarheid van een standpunt wordt naar objectieve maatstaven beoordeeld (Hoge Raad 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:638 en Hoge Raad 29 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:970).
Verkoop personenauto vanuit bv aan DGA
Over dit onderwerp adviseren wij al meerdere jaren. Als een DGA vanuit de bv een auto overdraagt naar privé, is het factuurbedrag bepalend voor de verschuldigde btw. Ook als het factuurbedrag beduidend lager is dan de werkelijke waarde van de auto.
Bv verkoopt personenauto aan DGA
In een procedure bij de Rechtbank (in 2022) komt het volgende aan de orde:
- De auto, in deze zaak een Volvo, is aangeschaft in december 2019.
- Bij de aanschaf is de volledige btw teruggevraagd en daarna heeft jaarlijks een correctie voor privégebruik plaatsgevonden door 2,7% van de cataloguswaarde af te dragen op de btw-aangifte.
- Op 29 december 2020 verkoopt de bv de auto aan haar DGA voor € 2.624. De marktwaarde is op dat moment € 29.750.
- Er zat nog voor € 124 rest-bpm op de auto, hierover is geen btw verschuldigd. Er werd daarom over € 2.066 btw afgedragen, te weten € 434. Daarmee komt de factuur inclusief btw en bpm uit op € 2.624.
- De DGA wordt natuurlijk bevoordeeld in deze situatie daarom is het verschil tussen de marktwaarde en het verkoopbedrag als verkapt dividend in aanmerking genomen en is hierover sprake van uitdeling.
- De inspecteur in kwestie is van mening dat voor het vaststellen van de verschuldigde btw uitgegaan moet worden van de vastgestelde marktwaarde van de auto.
- De rechtbank haalt hier een streep doorheen en geeft aan dat het factuurbedrag bepalend is.
Misbruik van recht en verkoop tegen lagere waarde
De inspecteur gebruikte als subsidiair argument dat er sprake zou zijn van misbruik van recht, omdat er sprake is van een samenstel van transacties met een kunstmatig karakter. De rechtbank is het hier niet mee eens. Er is sprake van een koop- / verkoopovereenkomst waarbij de Volvo wordt overgedragen tegen de overeengekomen vergoeding. Dat deze vergoeding laag is maakt niet dat er sprake is van misbruik van recht.
Btw berekenen over het verkapte dividend?
Meer subsidiair stelt de inspecteur dat het verkapte dividend tot de overeengekomen vergoeding moet worden gerekend en dus belast is met btw. Hiervan zegt de rechtbank dat uit jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie volgt dat dividend niet als tegenprestatie voor de omzetbelasting gezien kan worden. Het bedrag van het dividend hangt gedeeltelijk af van het toeval en het recht op dividend hangt enkel af van het houden van aandelen. Kortom, geen btw-heffing over de dividenduitkering.
Noot fiscalist inzake verkoop auto door bv aan DGA
In onze praktijk wordt voornoemde veelvuldig toegepast, omdat het tot een mooie btw-besparing leidt. De rechtbank bevestigt in deze uitspraak andermaal dat deze handelswijze rechtmatig is. Naast btw is natuurlijk wel 26,9% box 2 belasting verschuldigd over het verkapte dividend. Dit is logisch omdat er immers ook vermogen wordt overgedragen van de bv naar privé. Dat is bij een verkoop van de auto tegen de marktwaarde niet het geval.
Bron DGA verkoop personenauto
Rechtbank Zeeland - West Brabant d.d. 20 december 2022 ECLI:N::RBZWB:2022:7710
Rechtbank Den Haag, 22-08-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:11083, nr. AWB-13, 2376