BPM op basis van inkoopwaarde
Als u een auto importeert, moet u BPM betalen. De waarde stond bij import altijd ter discussie. De Hoge Raad heeft in juli 2009 bepaald dat de inkoopwaarde als uitgangspunt moet dienen en dus niet de hogere verkoopwaarde aan particulieren.
Gevolgen
De import van auto's wordt hiermee (nog) aantrekkelijker. Tot op heden werd de waarde voor de BPM vastgesteld op de verkoopwaarde aan particulieren (dus inclusief winst en kosten van de dealer / garage). De waarde zal nu niet meer via het internet maar veelal via de Autotelex of gelijkwaardige bronnen worden bepaald. De verkoopwaarde of de inkoopwaarde in het buitenland doet er voor de BPM niet meer toe.
Als u recentelijk (minder dan 6 weken geleden) aanslagen BPM heeft voldaan of ontvangen, kunt u hiertegen nog bezwaar aantekenen. U verwijst hierbij naar onderstaande uitspraak. Als u te laat bent kunt u proberen om ambtshalve de teveel betaalde BPM terug te krijgen, de wetgeving voor uw aanslag bleek namelijk achteraf in strijd met de EG-wetgeving.
Uitspraak van de Hoge Raad 2009
Op 10 juli 2009 heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan (arresten gewezen). In de procedure werden auto's geïmporteerd uit het buitenland. De BPM was bepaald op basis van de consumentenrprijs -/- de wettelijke afschrijvingstabel. In 2006 heeft de Hoge Raad al eens bepaald dat deze afschrijvingstabel in strijd is met het EG-recht. Nu komt hier nog iets bij, de huidige wetgeving is ook in strijd met het EG-recht. Over de "import auto"moet meer BPM worden betaald dan over gelijke (referentieauto's) die al in Nederland rondrijden, dit is in strijd met het EG-recht. Producten uit het buitenland mogen namelijk niet zwaarder worden belast dan gelijke producten uit Nederland. De Hoge Raad concludeert dat de inkoopprijs van de referentieauto de juiste grondslag is.
Bron: Hoge Raad 10 juli 2009 (nummer 07/43873 en 11237).
Uitspraak Rechtbank 2011
In 2009 heeft de Hoge Raad bepaald dat de waarde van een auto bij import moet worden bepaald op basis van de handelsprijs (en niet verkoopprijs). In 2010 is er nieuwe wetgeving gekomen, de prijs moest worden bepaald op grond van de verhouding tussen de handelswaarde en de inkoopwaarde. Deze inkoopwaarde is de consumentenprijs x 88% (met correctie van € 500). De Rechtbank in Arnhem heeft op 11 januari 2011 bepaald dat deze regeling in strijd is met het EG-recht (voor de liefhebber 110 VWEU). De zogenaamde 12% regeling is dus nu ook van tafel. Het lijkt logisch dat er hoger beroep gaat volgen, als u hiermee te maken krijgt teken dan bezwaar aan. Bij invoer moet op dit moment een taxatierapport, aankoopfactuur en betalingsbewijs worden overlegd, tenminste dit eist de Staatssecretaris van Financiën.