Vertrouwen na boekenonderzoek
De wet is de wet en daaraan moet iedereen zich houden. Ook de belastingdienst. Ook daar worden fouten gemaakt en zit de belastingdienst er weleens naast. Toch moet er dan (alsnog) belasting worden geheven. Wanneer mag je de belastingdienst vertrouwen? In dit artikel behandelen wij een uitspraak van de Rechtbank Den Haag d.d. 10 december 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:22321
Sinds de zogenoemde doorbraakarresten uit 1978 kan er echter -ten gunste van de belastingplichtige – van de wet worden afgeweken als de belastingdienst het te bont maakt. Of, zoals de Hoge Raad het stelt, strikte toepassing van de wet kan zodanig in strijd komen met een of meer beginselen van behoorlijk bestuur, dat die toepassing achterwege dient te blijven. Het vertrouwensbeginsel geldt wanneer een belastingplichtige zich in redelijkheid mag beroepen op een (vermeende) toezegging of uitlating van de belastingdienst.
Boekenonderzoek zonder correctie en daarna wel correctie
Bob is aannemer en huurt voor het feitelijke werk onderaannemers in. De BTW op die facturen brengt Bob in aftrek op de door hem af te dragen BTW. Bij een boekenonderzoek constateert de belastingdienst dat dat niet klopt. Door de zogenoemde verleggingsregeling mogen de onderaannemers helemaal geen BTW in rekening brengen. Bijgevolg heeft Bob die BTW dus te onrechte afgetrokken. De belastingdienst legt in eerste instantie geen naheffing op
In het rapport van het boekenonderzoek (in 2014) stelt de belastingdienst dat de ten onrechte afgetrokken BTW niet wordt nageheven onder de voorwaarde dat de onderaannemers de (ten onrechte) in rekening gebrachte BTW wel hebben afgedragen aan de belastingdienst (in de kennelijke gedachte: het geld komt toch wel binnen; vestzak-broekzak. De achtergrond van de verleggingsregeling is nota bene het feit dat de onderaannemers de BTW niet afdragen).
Nadien is er een tweede boekenonderzoek van de belastingdienst (2018) geweest dat is uitgebreid naar de jaren tot 2014. Op basis van dat rapport wordt ook (alsnog) nageheven over de jaren die bij het eerste rapport (2014) al waren verstreken.
Geen naheffing door opgewekt vertrouwen door Belastingdienst
Volgens de rechtbank heeft het rapport 2014 bij Bob het rechtens te beschermen vertrouwen gewekt dat de verleggingsregeling buiten toepassing wordt gelaten ter zake van de tot de datum van het rapport door onderaannemers aan hem in rekening gebrachte bedragen. Daarmee heeft Bob de BTW terecht – hoewel in strijd met de wet – in aftrek gebracht. Ook dan gelden dus de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
De belastingdienst tracht de meubelen nog te redden door de opmerking dat de BTW een Europese belasting is en het vertrouwensbeginsel in Europees verband de wet niet ‘doorbreekt’. Dat argument pareert de rechtbank met de opmerking dat Nederland Europeesrechtelijk niet verplicht is de verleggingsregeling toe te passen. “Omdat niet met het Unierecht in strijd is af te zien van enige verleggingsregeling ter zake van bouwwerkzaamheden, is ook niet met Unierecht in strijd toepassing van zodanige regeling op grond van het vertrouwensbeginsel achterwege te laten.” Daarmee is de naheffing van tafel.
Noot fiscaal jurist inzake boekenonderzoek en vertrouwensbeginsel
De algemene beginselen van behoorlijk bestuur winnen aan kracht maar blijven zeer complex in de uitvoering. Heeft u ook een belastingaanslag die waarschijnlijk wel klopt met de wettelijke bepalingen, maar waarbij u denkt: wat de belastingdienst hier doet is niet helemaal koosjer en kan niet door de beugel, neem dan contact met ons op. Winnen op formele beginselen is net zo heerlijk als op de inhoud.
Bron inzake boekenonderzoek en algemene beginselen behoorlijk bestuur
Hoge Raad 12 april 1978, ECLI:NL:HR:1978:AX3264
Hoge Raad 12 april 1978, ECLI:NL:HR:1978:AM4447
Rechtbank Den Haag 10 december 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:22321